mijn beweegredenen worden beteugeld
omdat ik poeeezie schrijf
de remmingen lijden aan de ziekte van Sharoubim
mijn verlangen
die onbereikbare jezuïet met dunnen vingers
duwt op de claxon
hij is de architect van dit zonnestelsel zo onnozel
de directeur van de illegalengevangenis
koopt het huis
madam le notaire s’est trompée
op een dag neem ik wraak
het gemurmel van een wachtende dag
die ik niet overleef
ik weet geheel niet wat
ontploft