Ik hijgde,
alsof mijn leven ervan af hing,
jouw leven híng ervan af,
drenkeling op het droge.
Net op tijd uit het water gevist,
en dat door een Hengelose,
het was niet in de haak,
dat zag ik meteen.
Je snakte naar adem,
je benam mij de adem,
en met volle teugen
nam je wat ik je gaf:
leven