De pijn om het verdriet
Dat jij niet ziet
Dat er altijd is
Gewis
Angst om niet alleen te kunnen zijn
Opgesloten in een voortrazende trein
Mensen als huilende wolven in de wind
IJzeren platen die schuren over het grind
De hunker naar een leeg glas
Toen alles stil en rustig was
Je stervende ziel dag na dag
Zij enkel horend hun beklag
De leegte van het bestaan exploderen
Doornvogels zonder pluim of veren
Levend begraven in hun drukte
Uit mijn eigen wereld weggerukt
Een laatste adem om te vluchten
Naar waar ze elkaar niet kusten