Dit is het lulligste dat je kan meemaken. Akkoord, ik spreek hier meteen een waardeoordeel uit, alvorens u het verhaal hebt gehoord, maar ik vermoed dat het voor u geen onbekend gegeven is.
Al van ver stak ik mijn hand op. Het moet van het begin van de zomer zijn geweest dat we Danny nog hadden gezien. Ik zag dat hij twijfelde, want het was een hele afstand tot waar wij wandelden. Zelfs zijn fiets had ik herkend. Maar bij het dichterbij komen groeide mijn twijfel en zakte mijn arm iets naar beneden. Danny keek rond zich en zag niemand in zijn nabijheid. Daarna ging ook zijn arm omhoog. Logisch, want er zwaaide iemand. "Die mens kent mij", moet hij hebben gedacht. “Ik zal mijn hand ook maar opsteken.” Het feit dat hij zijn hand opstak, deed me opnieuw twijfelen, maar dan in de richting van: "Het is overduidelijk Danny."
"Naar wie zwaai je?", vroeg mijn vrouw. "Daar!", zei ik al wijzend. "Het is den Dan...". Ik slikte de laatste letters in toen hij passeerde. Het was overduidelijk niet Danny. Hij had zijn arm alweer laten zakken. Akkoord, een snor en een baard, maar duidelijk slanker en groter. Eigenlijk leek hij er niet op. Al was zijn fiets bijna dezelfde.
Het is verschrikkelijk. Zwaaien naar iemand die je totaal niet kent. En die vervolgens kijkt met een blik van: “Wie is die man?”
Maar wat doe je vervolgens? Doen alsof ik plots een kramp in mijn arm kreeg, was geen optie. Daarmee zou ik het nog belachelijker maken. Het enige positieve was dat de andere ook even zijn hand opstak. Maar dat maakte het niet minder gênant, want ik was eerst.
Zwijgend stapten we verder. Al meende ik wel dat iemand iets over een bril fluisterde. Maar ik kan me ook vergissen.