Misschien kan ik, zonder onszelf pijn te doen, momentjes schenken waarop je lang kan teren.
Met voorzichtige tenen tussen onze brokstukken.
Vingers binnen de lijnen.
Genoeg gevend, maar niet helemaal.
Toenadering zoekend in het achteruit deinen.
Ik kweek liever groenten dan gewoonten. Verwachtingen zijn dus uit den boze.
Heb mededogen als ik jou voorbij loop.
Zwalpend van de ene naar de andere steen die op liefde lijkt.
Blind verlangen met een beeld voor ogen.
Een stip in de verte, ondertussen doe ik het maar met alles dat daarvan afwijkt.