Je kijkt me maar heel even aan
Dan grijp je een potlood beet
Eerst maak je een schijnbeweging over het witte canvas heen
Zet in je hoofd even alles op een rijtje
En je begint me te tekenen.
Aan je uitstaling merk ik niet of er stukken zijn
waar je onzeker over bent
Je behoudt hetzelfde strakke werktempo
Neemt ook geen stap terug om te kijken of alles wel klopt.
Je gebruikt enkel zwart en wit
Vergeet alle nuance, alle grijstinten
Zoals ik
Wanneer mijn emoties het roer weer even overnemen
Maar als jij het doet komt het harder binnen.
Je accentueert imperfecties die ik zelf door de vingers dreig te zien
en vergroot onzekerheden nog eens extra uit.
De delen die ik zelf al jaren probeer te omarmen
vloeien het blad op en staren me van daar uitdagend aan.
Eindelijk leg je het potlood neer.
Om nog eens te kijken, af te toetsen wat je mis begrepen hebt,
of over het hoofd gezien, denk ik
maar nog voor je me aan kan kijken ga je weer weg.
Je grijpt naar een kleur en vult mijn contouren op.
Al geef je me een kleur die ik nergens in herken.
Je schildert me af als een vreemde,
een onbekende die toevalligerwijs op me lijkt.
Iemand die ik nooit geweest ben en volgens mij nooit zal worden.
Ik laat mijn hoofd zachtjes zakken terwijl ik een stap terug neem.
Doof de hoop dat je mijn harde werk op zal merken.
Hoe kan dat ook, als je tekent op basis van een herinnering,
een beeld dat ik zelf helemaal niet herken.
Ik draai me traag om.
Werp nog een blik op je ijverige hand.
Onderdruk de neiging om je potlood vast te grijpen
en door de kamer heen te slingeren.
Adem diep in.
En nog dieper uit.
Daarbij stroomt het laatste beetje verweer uit mijn lichaam weg.
Ik recht mijn rug, kin omhoog, borst vooruit.
Wrijf je geur van mijn kleren.
De indruk van je oordeel van mijn gezicht.
Ik teken mezelf wel.
Met de juiste kleuren.
De imperfecties mogen zelfs in fluo.
Ze schreeuwen het uit.
Het enige waar ze niet meer om vragen
is jouw invulling.

