Het huis van de heks is van hout en klimop
ruikt naar koekjeskaneel en saffloeren fluweel
Op de mat bij de deur ligt een grote envelop
Het adres staat erop in oranje penseel
maar de heks weet van niks, ze is weg naar de stad
Elke week haalt ze daar met een kruiwagen meel
De envelop schuift opzij, vouwt omhoog, valt weer plat
Eruit krult een tentakel, heel lang en bleekgeel
Dan scheurt het papier, snippers vliegen in ’t rond
Een klein monster verschuilt zich in haar kruidenkasteel
Wanneer straks de heks met haar meelwagen thuiskomt
wordt ze stevig omhelsd door een vriend via mail