Het is koud in Flo’s tuin.
Heel koud. Bibberkoud!
Zelfs met een muts en een sjaal rilt ze nog.
Mama zei nog: je kan beter binnen blijven, Flo. Je vriest nog vast aan de grond.
Flo hoopt maar dat het een grapje is. Ze heeft geen zin om vast te vriezen. Stel je voor!
Dan moet ze in mama Stiens moestuin staan, en wachten tot die haar komt plukken in de lente.
Nee hoor! Ze stapt zo snel ze kan naar de schuur.
In de schuur is altijd avontuur. Daar wonen Flo’s beste vrienden!
De poort kraakt en piept. Flo moet hard duwen, maar ze kan het wel.
Eerst is er niet veel te zien. Het is donker en er ligt heel veel rommel. In de hoek staan twee ronde vuilnisbakken.
“Ik ben het!” roept Flo.
Klang kling kletter, het deksel van de eerste vuilnisbak klettert op de grond.
“Ik heb eten mee!”
Kling klang kletter, het deksel van de tweede vuilnisbak valt ook.
Er komt een meisje uit de eerste vuilnisbak geklauterd. “Hehe,” zegt ze, “dat werd tijd. Ik dacht al dat je niet meer kwam!”
“Niet zeuren hoor.” Flo zet een brooddoos op tafel. “Ik heb boterhammen met choco voor jullie!”
“Boterhammen met choco?” Een tweede gezicht schiet omhoog uit de andere vuilnisbak. “Jammie, ik houd van boterhammen met choco!”
Het meisje uit de tweede vuilnisbak ziet er een beetje gek uit. Ze heeft lang haar, donkere ogen en... een poezensnuit!
Flo schrikt er niet meer van. Ze kent Gravin Gromsnuit al lang.
Het eerste meisje trekt een vies gezicht. “Bah, choco! Ik wil geen choco!”
Lenig springt ze uit haar vuilnisbak. Je ziet niet meteen dat ze er anders uitziet: ze heeft een gewone snoet, twee benen, één arm... en één poezenpoot.
Flo zucht. Prinses Poezenpoot heeft weer een van haar poezenbuien. Dan wil ze nooit eten wat Flo haar brengt.
“Ik kan toch geen stukje vis voor jullie bakken. Dan weten de mama’s meteen dat jullie hier wonen. Dan gaan ze zeuren over kattenhaar op mijn trui, of poezenplas op mijn schoenen.”
Gravin Gromsnuit trekt haar neus op. “Poezenplas op je schoenen! Niet van ons, hoor! Wij zijn nette poezen!”
Flo smakt met haar lippen. “Oké, geen vis dan. Ik wil... een boterham met salami! Een lekker vleesje, jammie.”
“Er is geen vlees in huis,” protesteert Flo, “enkel soms een stukje kip of vis. Zeker geen salami.”
Prinses Poezenpoot haalt haar schouders op. Met haar poot tikt ze tegen de brooddoos. Die klettert op de grond. “Dan niet. Dan eten we maar niks.”
“Tot we verhongeren,” jammert Gravin Gromsnuit, “heel zielig hier in de koude schuur...”
Ze rilt, en er rolt een traan uit haar oog. Hij blijft hangen in haar snuit.
Flo is een beetje boos. De koude schuur? Ze heeft speciaal de beste dekentjes uit de sofa gehaald voor haar vriendinnen! En gisteren heeft ze hen haar wanten nog gebracht. Toen mama Anke dat ontdekte, was er een heel gezeur.
“Nu moeten we alwéér nieuwe wanten voor je kopen, Flo,” had ze gezegd, “dat is al je derde paar deze winter!”
Alsof Flo er aan kan doen dat haar wanten steeds kwijt gaan. Ze vinden het vast gewoon niet leuk om een hele dag aan de kapstok te hangen op school. Flo zou ook op avontuur gaan als zìj dat moest doen.
Prinses Poezenpoot geeft Gravin Gromsnuit een duw. “Je moet niet zo zielig doen. Flo vindt het helemaal niet erg dat wij hier verhongeren. Dat zie je toch zo?”
“Oké, oké,” zegt Flo snel, “ik zal wel salami voor jullie halen.”
“Joepie!” De poezen springen rondjes door de schuur. De prinses likt tevreden aan haar poezenpoot, en de gravin geeft Flo een kopje.
“Ga nu maar meteen,” zegt ze, “dan kunnen we daarna een kamp bouwen in de tuin.”
“Ha, Flo,” zegt mama Stien als Flo uit de tuin komt, “voeten vegen hoor! Je laarsjes hangen vol modder.”
Flo zegt niks. Ze hoort het maar half. Haar hoofd zit vol met het plannetje dat ze bedacht heeft: een boterhamplannetje voor de gravin en de prinses. Ze hoopt maar dat het haar lukt!
“Heb je fijn gespeeld?” Mama Stien geeft Flo een aai over haar bol. “Weer een kamp gebouwd?”
“Mag ik met Sem naar de winkel?” vraagt Flo.
“Naar de winkel?” Mama Stien denkt er even over na. “Weet je de weg?”
“Ja hoor! Aan de kerk naar links.” Flo hupst op en neer. Hopelijk mag het!
“Goed dan.” Mama Stien neemt haar tas. “Hier heb je een beetje geld. Ga je broer maar halen.”
“Joepie!” Flo huppelt de trap op. “Seeeeeem! We gaan naar de winkel!”