Mama’s maken heel veel fouten, vindt Flo.
Het is haar een raadsel waar ze hun mamadiploma behaald hebben. Wie maakt er nu spruitjes voor lunch, en nog wel op een zondag?
Met een boos gezicht prikt ze in haar aardappelen. “Op zondag horen we pannenkoeken te eten!” roept ze luid.
“Niet zeuren,” zegt mama Anke vanuit de keuken, “je eet morgen op school al pannenkoeken.”
Daar fleurt Flo van op. “Echt waar? Waarom?”
“Omdat het knutselmiddag is,” zegt mama Stien, “jullie gaan pannenkoeken eten en zeepjes maken.” Ze fronst. “Niet tegelijk, hoop ik.”
Sem giechelt. Flo is haar slechte humeur meteen helemaal vergeten. “Joepie, knutselmiddag! Toevallig zijn knutselmiddagen mijn favoriete dagen van de wéreld.”
“Maar ze zijn nog leuker als je je spruitjes opeet,” merkt mama op. Flo trekt een gezicht. Nee, de mama’s begrijpen er helemaal niets van.
Even later stormt ze de schuur binnen. “Goeiedag allemaal!” roept ze. “Ik ga morgen zeepjes maken!”
Kling klang kling kletter! Prinses Poezenpoot en Gravin Gromsnuit komen meteen tevoorschijn. “Zeepjes? Wij willen ook zeepjes maken!”
“Ja,” knikt de Gravin, “het is niet eerlijk dat jij elke dag leuke dingen mag doen op school, Flo. Wij zitten hier maar!”
“Kunnen jullie niet naar de poezenschool?” Flo krabt in haar krullen.
“De poezenschool! Dat kunnen wij allemaal al.” Prinses Poezenpoot likt verveeld aan haar pootje. “Maar zeepjes maken, dàt kunnen we niet. Dat willen we leren!”
De volgende dag wipt Flo ongeduldig heen en weer aan haar schoolbank. Sommen maken, letters schrijven… Niks aan! “Wanneer is het zeepjestijd?” flapt ze eruit. De juf lacht. “Goed, Flo, je hebt gelijk. We beginnen eraan!”
Al snel is de hele klas in rep en roer. Drieëntwintig kinderen die zeepjes maken, dat brengt wat chaos met zich mee. Al snel zijn alle tafels bedekt met roze, groene en gele spatten zeepsop. “Doe wel een beetje rustig,” waarschuwt de juf, “ik kan jullie vast horen tot aan de andere kant van de school!”
“Ach juf,” zegt Emin, een kleine jongen met grote bruine ogen, “dat geeft toch niet! Dan weet de hele school hoe leuk het hier is!”
Flo grijnst. Maar dan ziet ze iets aan het raam. Wat is dat? Het lijkt wel… een poezenpoot! Snel wrikt ze het raam open. Ja hoor: in de struiken voor de school zitten Prinses Poezenpoot en Gravin Gromsnuit. Ze zien er heel erg trots uit.
“Wat doen jullie hier?” vraagt Flo geschrokken. “Dit is geen poezenschool!”
“Wij zijn ook een beetje mensenkinderen,” de prinses stopt haar neus in de lucht, “en wij willen zeepjes leren maken!”
Flo zucht. Ze kijkt naar de drukte in de klas. Zou het heel erg opvallen als ze de prinses en de gravin naar binnen smokkelt?
Flo’s jas ligt onder haar tafeltje. Er zit een grote bobbel onder. De bobbel giechelt en hobbelt zo hard als hij kan. Flo heeft al wel drie keer gevraagd om stil te zijn, maar het helpt niks.
Dan ontsnapt er plots een zeepbel aan de bobbel. En nog één. En nog één!
Al snel zweven er zoveel zeepbellen door de klas dat de kinderen elkaar niet meer kunnen zien.
“Nu zijn we de schuimklas!” gilt Emin, “veel beter dan de eendjesklas!”
“Rustig, rustig,” probeert de juf, maar iedereen gilt en spattert erop los. Flo duikt onder haar bank.
“Wat doen jullie nu? Heel de klas hangt vol zeepsop!”
Prinses Poezenpoot snuift. “Ik kan er toch ook niks aan doen. Er komt de hele tijd zeep op mijn pootje, en die moet ik eraf likken. Daar komen bellen van.”
“Stop er maar snel mee,” zegt Flo, maar daar wil de prinses niks van weten.
“Poezen hebben geen zeep aan hun pootjes! Weet je wel hoe vies dat smaakt? Ik doe het niet voor mijn plezier, hoor!”
De zeepbellen komen nu al bijna tot het plafond. Straks stromen ze de klas uit, de hele school onder! Zelfs juf kijkt nu ongerust in het rond. Zo meteen ontdekt ze de poezen, en dan zit Flo in de problemen! Ze denkt hard na.
“Sorry poezen,” zegt ze dan, “dit is geen poezenschool. Kom maar eens terug als we gaan rekenen over visvijvers of blikjes kattenvoer!” Zonder op antwoord te wachten, grabbelt ze haar jas en loopt ermee naar het raam. De poezen zeuren de hele weg, maar Flo kiepert hen zò naar buiten.
Al snel lossen de zeepbellen op, en wordt het weer rustig in de klas.
“Zo,” juf haalt opgelucht adem, “dan is het nu tijd voor koek en fruit.”
“Juf, kijk!” Kleine Emin wijst naar het raam. “Een bellenspoor!”
Even later staan drieëntwintig kinderen met hun neus aan het raam geplakt. Allemaal kijken ze verwonderd naar het zeepbellenspoor, dat slingerend wegloopt van de school. Niemand weet hoe het komt, behalve Flo. Die giechelt zich een ongeluk!