Roger that

4 nov 2019 · 26 keer gelezen · 0 keer geliket

Als hij met zijn auto stopte, riepen we om ter snelst 'Roger that'. In een Amerikaanse film hadden we gezien dat een soldaat het tegen zijn walkietalkie zei. “Oke, begrepen”, lazen we in de ondertiteling. We vonden het geweldig grappig om te zeggen als nonkel Roger achterom kwam. 

We zagen hem thuis vier keer passeren. Hij moest langs de vier vensters. Het grote raam aan de voorzijde van het huis, drie tellen later het raam bij de tv en dan bij het hoge raam aan de schouw, waar pa altijd zat. Het vierde raam was dat van de keuken, waar we hem opwachtten. 

Eenmaal binnen kwamen de verhalen op tafel. Net als vlaai en koffie. En niet lang daarna een flesje bier voor nonkel Roger, dat ik mocht opendoen. Voor onze pa een borrel. Het leek alsof hun mond telkens wat breder werd. Van het lachen. Of van de vlaai. Hij kwam graag en wij zagen hem graag komen. Hij en onze pa waren twee handen op één buik. Ze hadden trouwens dezelfde buik. 

Soms zie je het aan het gezicht dat mensen familie zijn. Soms hoor je het aan hun stem. Soms zie je het aan hun buik.

Ik moet aan die bezoekjes denken, als ik hem zie zitten op het verjaardagsfeest van ons ma. Zichtbaar vermagerd. Hij is net voor me gearriveerd, terwijl ik naar de slager was. Het is barbecue vandaag. “Ha, ge komt toch nog. Ik dacht, die zit zeker al op hete kolen", lacht hij als ik me aan tafel zet. 

Al snel ligt de jaarlijkse verjaardagszin op de tuintafel. “Och, een jaar is niks”, zegt de jarige. “Het vliegt voorbij.” “Nee, twintig jaar is niks”, zegt nonkel Roger. “Ik herinner me nog, toen wij klein waren, dat mensen van 80 jaar stokoud waren. Nu ben ik zelf bijna zo oud. Het is niet te geloven”. 

Er is iets van. Je ziet jezelf nooit zo oud als je bent. In je hoofd zit nog die dertigjarige. Zo is het ook bij nonkel Roger. Op zijn 75e kreeg hij een hartaanval. Hij is er goed doorgekomen, maar hij loopt er sindsdien ontzettend verkrampt bij. Meestal met zijn armen gekruist over zijn borst. 

Alsof hij tijdens die hartaanval alles wou vasthouden zoals het was. Alsof hij niets wou loslaten. 

Zoals dansen, zijn passie. Bij elk feest droeg hij witte schoenen. Meteen klaar om een dansje te placeren. “Nee, dat dansen gaat nu niet meer”, zegt hij. “Ik ga nu elke week petanquen. Dat lukt nog. Daar laat ik de ballen maar wat dansen.”

Als hij later op de avond naar huis vertrekt zie ik hem door de weerspiegeling van het keukenraam naar het gezelschap kijken. 

Hij merkt dat ik hem zie en hij knipoogt.

Roger that.

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

4 nov 2019 · 26 keer gelezen · 0 keer geliket