Er zijn van die dagen dat alles en iedereen als ‘teveel’ voelt. Ik heb geleerd om dit gevoel samen te vatten met de zin ‘ik ben overprikkeld’, in de hoop dat anderen dan begrijpen wat ik bedoel en afstand nemen. Of anderen mij al dan niet begrijpen, is anderzijds iets waar ik niet meer mee bezig wil zijn. Het is vermoeiend om mezelf te moeten verklaren. Volgens mij is het comfortabeler leven als ik me alleen nog zou omringen met mensen die mij verstaan met weinig of zonder woorden.
Er zijn zoveel mensen die ik ‘lief’ vind, waarvan ik weet dat ze een goede inborst hebben. Dit neemt helaas niet weg dat ik weerstand voel om met hen om te gaan. Met al hun liefheid en goede bedoelingen gaan ze vaak los over mijn grenzen. Dat doen ze geheel onbewust, ik kan hen niets verwijten. Mijn grenzen liggen soms in rare kronkels, ik kan het ook niet laten om ze van tijd tot tijd te overschrijden. Toch wil/moet ik ze respecteren, voor mijn welzijn. Want zoals ik al zei en zal blijven herhalen: eigenliefde is het ultieme medicijn.
Wanneer ik afspreek met mensen, dan wil ik ook ongeveer kunnen inschatten wanneer de tijd om mezelf alleen terug te trekken weer zal aanbreken. En als dat moment te lang op zich laat wachten, kan ik daar ontzettend verstoord van raken. Ik vind het ook belangrijk dat elk contact een meerwaarde heeft, dat het mij iets op- of bijbrengt. Dat ik er mij op z’n minst aan kan opladen. Ik heb me natuurlijk al afgevraagd of ik veeleisend, hautain en/of opportunistisch ben. Maar dat strookt dan niet met het genoegen dat ik haal uit het geven van liefde.
Er is geen gulden middenweg, ik kan geen toegevingen doen naar anderen zonder mezelf te schaden. Het is alles of niets. Volledig met hart en ziel connecteren of geen connectie. Het zijn de halfslachtige connecties die mij leegzuigen. Als mijn relativeringsvermogen op volle toeren draait, dan is dat het signaal dat het niet goed zit. Dat relativeren kan zo klinken:
“ Ik begrijp haar standpunt zeer goed, eigenlijk doe ik gewoon moeilijk met al mijn regeltjes.”
“ Zijn grove reactie stamt voort uit een moeilijke jeugd, hij wil zichzelf alleen maar beschermen.”
“ Ik zou die afspraak liever afzeggen, maar kom, het is slechts voor een paar uurtjes.”
Er zijn tal van situaties waarbij ik de kans heb om te kiezen voor mijn gevoel, voor mezelf, maar toch handel naar verwachtingen. Niet alleen anderen, maar vooral ikzelf construeer die verwachtingen. Ik wil een goede gastvrouw, organisator, schrijfster, vriendin, zuster, dochter en geliefde zijn en ga ervan uit dat daar bepaalde prestaties aan vasthangen. Dat ik dingen moet doen, in plaats van gewoon mezelf te zijn.
Ik kan mijn grenzen weg relativeren om dan niet veel later emotioneel in te storten. Alle kleine, op het eerste zicht onbenullige, dingetjes bij elkaar klitten uiteindelijk samen tot een verstikkende bal. Soms kan ik er zelfs niet echt de vinger op leggen wat mij precies van streek maakt. Mijn weelderig vloeiend empathisch vermogen zorgt er ook voor dat het onderscheid tussen mijn eigen gevoelens en de gevoelens van anderen onduidelijk kan zijn. Ik heb al vaak het vermoeden gehad dat mijn gemoed meedeint op de golven van het collectieve bewustzijn. Dat de collectieve onrust ook mijn persoonlijke bubbel binnendringt. Als ik dan huil, zijn mijn tranen niet alleen de mijne.
De hele covid crisis, nu in het bijzonder de kwestie om je al dan niet te laten vaccineren, zet mensen en relaties onder druk. Om mezelf te beschermen, voor mijn gezondheid, zou het goed zijn om mij volledig af te sluiten voor het onderwerp. Ik doe mezelf al een groot plezier door geen televisie in huis te hebben. Maar het is een realiteit die ik niet kan ontlopen. Het heeft invloed op mijn relaties en persoonlijke keuzes. Met angst als voornaamste drijfkracht achter dit hele gebeuren is het niet abnormaal dat ik soms even de pedalen verlies. De angstvibratie die collectief opgewekt wordt, houdt geen rekening met tijd en ruimte. Ze dringt mijn ruimte binnen en overmeestert mij.
Ik voel dat het moment is aangebroken om mijn spirituele vermogens actief te gebruiken en ontplooien. De oefenperiode is voorbij, nu moet ik al mijn kennis en kunde praktisch toepassen. Er is ook geen ruimte meer voor twijfel: dit is mijn pad. Ik ga mijn woorden niet langer wikken en wegen om zo weinig mogelijk mensen tegen de borst te stuiten, maar spreek vanuit volle overtuiging. En ik besef dat er daardoor mensen zullen afhaken, het contact met mij verbreken. Maar ook daar ben ik klaar voor. Ik heb er vertrouwen in dat ik nooit alleen zal zijn en steeds overvloedig liefde zal kunnen uitwisselen. Ook als ik er consequent voor kies om alleen nog vanuit eigenliefde te handelen. Dat is geen paradox.