Ik ben een streepjesman, duidelijk geen blokkenman. Al lijken geruite hemden om de zoveel jaar opnieuw in de mode te komen. Zoals nu. In de jaren tachtig liep ik ook rond in een hemd met rood en zwart blokpatroon. Hemd uit de broek natuurlijk.
"Weer eentje met strepen?”, zegt mijn vrouw als ik opnieuw een trui of T-shirt met lijntjesmotief tevoorschijn heb gehaald. “Ge weet toch dat horizontale lijnen niet afslankend werken.” Het is lief hoe ze het voorzichtig uitdrukt.
We bevinden ons in de provinciehoofdstad in een winkel met de Engelse naam voor ziekenhuis. Ik haal een trui met dunne horizontale lijnen uit het rek. Een ontwerp van Paul Smith. Ik trek hem meteen aan.
“Dat staat u heel goed meneer”, zegt de verkoper die stilletjes tot bij me is gekomen. Het lijkt wel een scène uit ‘Wordt u al geholpen’ met mister Humphries die bij me staat. Mijn vrouw staat iets verder en luistert mee. “Het is inderdaad mooi”, zeg ze. “Maar die horizontale lijnen weeral.”
Ik weet wat er komt en haal een theorie naar boven die ik onlangs in de krant heb gelezen. “Grote en slanke mensen komen goed weg met streepjes, maar voor kleine en iets vollere mensen is het geen goed idee. Tenzij het over dunne strepen gaat. Die maken je optisch veel minder breed.”
“Klopt”, zegt mister Humphries. “Ik heb dat artikel ook gelezen. Al was dat vooral naar vrouwen gericht. Maar voor mannen zal het ook wel kloppen”, knipoogt hij.
De trui gaat mee naar huis. Daar vraag ik aan onze jongste of hij weet van wie deze trui is. “Dit is een trui van Paul Smith”, zeg ik. “Oh”, reageert hij laconiek. “En moest die man zijn trui dan niet meer hebben?”
Je moet toch altijd zo opletten wat je zegt.