Is it a masked singer? Zit er hier in het publiek een wandelende tak uit Engeland met rechterstuur die rare vragen stelt en daarna volgt een blik tomatensoep. Gooi maar. Allicht omdat het nog methaangassen verspeidt, dat lijk daar op zijn stoeltje.
It stinks like hell! Dat roept een kieken uit Kentucky. Bedaart en steekt nog even weg die zwaarden. In een microfoon wordt ook gevraagd wie allemaal een lotje heeft gekocht.
Nummertje elf is niet gewonnen door de fee. Ook niet door ene broze vlinder. Het is zowaar een specht. Wat zal het beestje doen? Hem gaten boren in de kop?
Het vliegt, het landt naast hem Meneer de Clown, vandaag verkleed als toverbeul. Steek hem maar in zijn zwarte kist, de zwaarden passen in die gleuven. Daarna opnieuw die goochelspreuk. Twee barsten in de lucht. Een breuk in het heelal.
Niets van dit alles. Kijk omhoog. Droog je tranen, sukkelkind, manke Pierrot en word misschien eens wakker. Voel dat alles écht gebleven is en niets voorbij. De film van Ome Willem heeft nog nooit een kleutertje gered.
Oké. Meneer de Uil is deze nacht wel los geraakt. Hij heeft mijn sleutelbeen verlaten, zit nu op de rand van mijn bestaan. Het zal nooit overgaan. Ik lees dat in zijn ogen. Het heeft gewoon niet mogen zijn.
Mijn hoofdkussen is platgeslapen, ergert zich al lang niet meer aan al die klanken die ‘s nachts uit mijn oren kruipen, aan die adem van die wrede dagen. Zolang ze maar niet pogen op te staan. Die blinde hoop. Dat zwik. Die stapel uitgeknipte dwergsoldaten. Allemaal voor hem, Meneer de Hottentot.
Ik zie hem straks achter de tent. Daar in ons frietkot en Alfred heeft speciaal voor hem een stoel met lange poten neergezet. Aan het buffet. Daar waar een grijze man zijn bier halfweg de dood toewenst. Zijn naam is Lazarus.
tiende en laatste deel van 'Cirque sans soleil'
uit de reeks 'Over eelt en zurkelteelt'