Schemer gluurt tussen de gordijnen.
Zachtjes tikt de dag langzaam binnen.
Bloed sluimert verlangen.
Vingers zoeken langs het laken.
Even blijven hangen.
Hier.
Donkere wolken verlaten mijn oren.
Met mijn ogen dicht.
Luisteren naar het lied in mijn hoofd.
Dat ik nu eens niet met mijn gedachte verstoor.
Het is zo stil als ik mijn ogen open doe.
Zachtjes zoemen woorden zonder actie.
Ze drijven door mijn lichaam.
Gemoedelijk naast elkaar.
Zweven tussen twee tijden.
Wakker of toch nog niet.
Zonder beseffen aanwezig zijn.
(C) hanneke van de kerkhof.