uit dak
sinds kort aantrok ik, een onalledaagse hemd
het luisterde naar gaten en hield me uit slaap
als was ik knop, gierig op uit zette het me
bij nacht sneerde hemd, kauwde me tot stil
draaide door mijn stoppen, schopte me uit vel
grof dak ontrukte het, duwde me bed uit wild
bevreesde grond, als werd nimmer ochtend
vaal vuil, over kille grond sleurde hemd me
geschopt werd ik, elke trede wist me blauw
hemd haatte ochtenden en hun geur, en koffie
hoop nimmere optie, liever grof perste hemd
oogwallen tot rauw, verzurende lijf zijn kunst
vloer dweilde ik gewillig, meer dak ontglipte
al wist ik wind te gelieven, me overtrof hemd
rauwe pact sloot regen, in bakken verzoop ik
vuil, uittrekken kon ik het niet, hemd geliefde
grof verweven liet het zich, lijf, rauwe wallen
onalledaagse, zure kunst, hield teveel van me