Vanaf de aarde

17 feb. 2020 · 41 keer gelezen · 1 keer geliket

Kunnen jullie het intussen, leven?

Ik tast nog steeds in het duister en ik tast nog steeds in het licht.

Ken je dat?

Wat er ook gebeurt, soms geven toevallige ontmoetingen, passanten
par hasard de juiste hint. Ze tonen je de weg niet, maar ze verschijnen
op je weg. Dat ze er zijn, die gelijktijdigheid, treft.

Zo was er eens een archeologe.
“Soms zakt de zon in de aarde en wordt net op dat moment
de maan opgegraven”, zei ze. Toen vertrok ze.
Ze kon aan het licht zien dat het tijd was om te gaan.
Ze liet stof achter.

“Er is altijd een trilling tussen je voeten en de aarde”, zei een vrouw
met haar ogen toe. Ze zei het aan een groep ontwakende vrouwen.
“Zoek die trilling, vind ze.” Ik heb haar gevonden, dacht ik, met mijn ogen toe.

Tussen ons trilt ook de energie van de aarde. Als zij beweegt, beweeg ik ook.
Soms wordt een veer verliefd op een steen. Maar tussen ons is het anders. Wij zijn eenzelfde soort lichaam. Hielden meteen van elkaar.
Ze woonde wel in een andere stam. Waar het goed was.
Een soort liefde. Toch.
Op een dag kon ze aan het licht zien dat het misschien tijd was.

Vroeg? Snel? Of het kan wachten tot een volgend seizoen?
Hoe weten wilde ganzen die nu al terugkeren dat het tijd is?
Hadden ze in het zuiden de lucht uit het noorden geroken? Aan hun veren gevoeld
dat het hier winter en lente is, tegelijk? Terwijl het nog moet gaan sneeuwen,
want anders vinden de verwarde bijen de weg niet meer
naar hun eigen voedselvoorraad. We moeten voldoende nectarbronnen voorzien.
Langzaam wordt het nodige omgezet in honing.

Waar we ondertussen staan? En waarom?
We moeten ergens beginnen.
Ik hield van de volgende ochtenden als tevoren. Ik vertelde waarom.
Ik had aan de lucht geroken, ze was langzaam zacht. Winter. Lente.
Als zij beweegt, beweeg ik ook.
Maar dan nog kreeg ik haar niet overtuigd om op te staan en niet zo
moe te zijn – de gevoeligheid van de meeste mensen.
De avond heeft een verleden, dat de ochtend zich kan herinneren
of moet doen vergeten. De stam is gebarsten. Er is pijn. Er was een eenheid – nu getekend door een breuklijn. Er waait stof op, zwaar, grijs. Wat valt er?
Wat valt er nog op te graven? Wat willen alle geliefden?

En nu? Gaat het verder? Waar naartoe?
Hoe verklaren we deze liefde aan de hand van de cyclus van de natuur?
“Ik ben altijd blij als ik overdag de maan kan zien”, fluistert iemand
die door een burn-out en verdriet heen straalt. Ik ben ook blij voor haar.
“Vanaf de aarde groeit alles in de lucht”, zegt iemand die een stralend boeket van haar biologische bloemenboerderij voor me schikt.
Ze kent de bodem. Daarom neem ik het van haar aan.
Soms moeten we tien keer op een dag opstaan. Wat er ook valt op te graven,
vanaf de aarde groeit alles in de lucht.

“Waar zijt ge?!”, riep ik vanop de bodem de lucht in. Hoog.
“Ik had dit alles aan jou willen kunnen vertellen, papa. Alsof ik ergens nog
je goedkeurende blik zoek. Ja. Ik wil graag je ogen terugzien. Al van het moment
dat je ze sloot. Zien hoe je kijkt. Van iedereen zag jij mij het vaakst,
vanuit je ooghoeken. Je hebt zolang willen weten wat het beste voor mij was.
Ik wil je tonen dat ik het nu zelf weet. En ik wil dat je me zegt dat dit oké is …
want als ik barsten zie, wil ik ze gewoonlijk lijmen …”
Eigenlijk fluistert hij het antwoord heel de tijd. Niet waar hij is, maar:
“Het is goed je zo te zien. Je vond jouw soort liefde. Je leeft volop. Voor mij
en je moeder erbij. Leef volop.”

Gefluister vraagt ‘luister’. Ik luister. Geruisloos.
Wat is het geluid van een bloem die openkomt?
Beweegt ze zo traag dat wij het niet kunnen horen?
Maakt alles wat beweegt niet een minimaal geluid?
Een klank waarvan wij de frequentie niet kunnen opvangen?

Of we het zeker weten? Ja.
Dat denken we. Zo voelt het toch. Wanneer weet je iets zeker? Als je het weet?
Langzaam wordt het nodige omgezet in honing. We wachten.
We weten niet altijd waarop, maar we wachten. Beter gezegd: we nemen tijd.
Maken minimaal geluid. En toch breken er harten, zo traag dat wij
het niet kunnen horen, maar er wel altijd ergens een klank van opvangen.
Wat willen geliefden?
Dezelfde weg die omhoog gaat, gaat ook omlaag. Het begin van een cirkel
is ook het einde. Is eveneens een begin. Laat het gebeuren.
Alles komt in seizoenen. Ook de spullen verdelen. Die zwijgzame
oorverdovende bewegingen. Niet willen. Niet weten.
Tranen van een mooie man. Van een oogverlichtende vrouw.
Tranen van gouden kinderen.
Van aan de zijlijn barsten zien. Willen lijmen. Maar niets doen. Durven kijken.
En blijven staan.

Of we samen? Voldoende aarden?
Voor de buitenwereld lijken we rondtrekkende indianen.
Elk vertrokken uit onze eigen clan, trekken we afzonderlijk op pad.
Naar andere dorpen en nergenshuizen. Met een boodschap. Over een soort liefde.
We willen weten of dit mag zijn. Pijlen, perspectieven en windrichtingen verzamelen. Herbekijken dan ons eigen kompas.
We komen er toe, in ergenshuizen. Met aarde aan onze trillende voeten.
En zij maar zeggen: “Kom je iets vertellen? Hé? Kom je iets vertellen, zal ik
eens iets zeggen. Bij mij ging het zo: Pijn, spijt, tijd, slijt.
Dus denk er goed over na, weet wat je doet.” In plaats van dat ze luisteren.
In plaats van dat ze luisteren naar onze boodschap. Ons gefluister.
Naar de bloemen die openkomen.

Of we nog altijd? Telkens weer? Genoeg ademen?
“Adem in zoals je aan een bloem zou ruiken. Diep, vol. Vertrouw je zintuigen”,
klinkt een juiste hint van iemand op de weg. I bless my believers. Ik neem adem.
Ik krijg wat ik wil nemen. Leef volop. Tussen ons trilt de energie van de aarde,
een soort liefde.

Ik heb voor jou gekozen,
geliefkozen,
geliefde.
Wat je ook kiest. Hoe je ook beweegt. In welke vorm dan ook.
Hoe dat dan ook klinkt. In mij het geluid van een bloem die openkomt.
Als zij beweegt, beweeg ik ook, beweeg jij, mij ook.

Ook in het donker. Soms zakt de zon in de aarde.
En ook al wordt op dat moment de maan opgegraven, soms duurt de tussentijd.
Dat schemerige niemandsland.

En toch. Heel eerlijk.
Tast ik steeds meer in het licht.
Vanaf de aarde groeit alles in de lucht. In welke vorm dan ook.
Vanaf de aarde groeit alles naar het licht.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

17 feb. 2020 · 41 keer gelezen · 1 keer geliket