Varens hebben sporen. Net zoals locomotieven. Net zoals die mensen in wagons.
Na de kaalslag. Na de ramp. Het meeste lijkt weer dichtgegroeid en toch. Ik zeg het hem.
Meneer de machinist. Ik laat hier niets meer door. Het is genoeg geweest. Ze zijn al onderweg.
Reuzenvarens en hun kleintjes zullen overwinnen. Maak best snel rechtomskeer met dat ding van U.
Neem ze met U mee. Die wezens met die kerven in dat hoofd. Voer ze naar het einde en verlos ze van die marteling.
Want. Ik heb het al beloofd. Stilte aan de bodem. Alle bomen. Alle takken. Echt. Ze willen het in al hun nerven. Ze verlangen zeer. Naar frisse lucht. Naar zomaar bos.
uit de reeks ''Residu'