'Verdwaal je mee in een wereld op zijn kop?'
Met enige tegenzin ga je mee op pad. Met nu en dan een stop om de vergezichten te bewonderen en dan bedenk je je met een tedere zucht 'deze wereld kan ook o' zo mooi zijn'. Tot je het hoort donderen en plotsklap voel je het gieren doorheen jouw tengere lijf: al die reeds opgestapelde pijn. Uit de hemel valt tergend traag haast liefkozende, plakkende regen totdat ook die donkere regenwolken wegtrekken. Het valt dan toch niet allemaal tegen! Een regenboog kleurt de hemel en weg zijn we, swingend en fluitend op onze avonturen: 'jij, ik = wij, en backpacken'.