Ik hou het liever eenvoudig. En ordelijk. Ik sorteer. Zowel mijn afval als mijn gedachten. Het eerste omdat het beter is voor het milieu en het mijn burgerplicht is, het laatste leg ik mezelf op, anders word ik gek. Mijn maatschappijkritische blik heb ik jaren geleden al in de pmd-zak gegooid. Ik kijk naar de wereld zoals een koe naar een passerende trein: een beetje verbaasd maar voor de rest weinig geïnteresseerd, zich afvragend wanneer al dat kabaal weer voorbij is en de stilte wederkeert. Tegelijkertijd een mals plukje gras degusterend, of in mijn geval momenteel een met kruidenkaas besmeerde wrap, die ik keurig belegd heb met gerookte zalm en rucola. Genietend van het hier en nu. Geld beleggen? Daar houd ik me niet mee bezig. Deze simpele vent houdt van direct rendement. De gerookte zalm is voortreffelijk.
Ben ik dan niet betrokken? Nee. Ik ben zonnig. Zelfs ’s ochtends ken ik nauwelijks ochtendgrijs. Voor mij geen mist, enkel openheid. Helderheid. Omdat mijn leefwereld klein is. In de echte, de grote, zijn er veel te veel conflicten, complotten en intriges. Door al die samenspannerijen zie je dagelijks lange rijen gedupeerden, in oorlogsgebieden zelfs lange rijen lijken. Elke dag opnieuw. Even later zie je rijken die betrokken lijken. Politici en leidende figuren met principes en dikke buiken die van de ene partij naar de andere overlopen, als communicerende vaten die mij hoe langer hoe minder zeggen. Nee, het journaal hoeft voor mij niet meer. Liever met de voetjes op mijn kleine lapje grond dan te allen tijde op de hoogte gehouden worden. En waarmee? Met echt nieuws of met door gekleurde en bevooroordeelde redacties voorgeknabbelde feiten? Ik wil me niet nodeloos opwinden, want ik kan er toch niets aan verhelpen. Me kwaad maken? Evenveel of zelfs meer dan alle anderen? Nee, ik krijg er geen boost van om het boost te worden. Laat zitten.
Ik mag dat niet zeggen of schrijven, want dan ben ik onverschillig en egoïstisch. Dan mis ik solidariteit met medemensen die getroffen worden door oorlog, hebzucht, machtsmisbruik en alle andere onhebbelijkheden die des mensen is. Een gebrek aan wij-gevoel dat ik compenseer met wei-gevoel. Ik hoef mezelf niet stoerder voor te doen dan ik ben. Ik ben geen stier. Noem mij maar een koe. Het enige onrecht dat me persoonlijk treft en waarvan ik me bewust ben is dat ik dagelijks leeggemolken word door allerlei overheden, terwijl ik er, naar mijn gevoel, steeds minder voor terugkrijg. Wat maakt het uit? Ik heb niet veel nodig om gelukkig te zijn.
Je bent zo gelaten, Danny. Ik hoor het je al denken, waarde lezer. Dat is nochtans niet zo. ‘Met rust gelaten willen worden’ bevat drie werkwoordsvormen en is dus veel arbeidsintensiever dan je denkt. Het toppunt van gelatenheid is het almaar groeiende besef dat naarmate zijn leeftijd vordert, een mens steeds minder van de wereld begrijpt. Tot hij een gevoel krijgt van: wat doe ik hier nog? Dan is het tijd om te sterven.
Maar zover zijn we hopelijk nog lang niet! Ik spring en huppel dagelijks rond als een jolig en stoeierig kalfje, op zoek naar wat wél nog leuk is. Naar uitdagingen. Vaak zijn het er waarvan ik weet dat ik ze aanga omdat ze heerlijk haalbaar zijn, maar af en toe verleg ik mijn grenzen tot bijna net tegen de prikkeldraad. Het moet wel een beetje spannend blijven. Niet wereldschokkend, maar wel genoeg voor een tintelend stroomstootje. Ik zeg boe en doe niemand kwaad. Integendeel: regelmatig zorg ik door mijn manier van doen voor glimlachjes. Als alle mensen dat zouden doen, zou het journaal na een paar jaar iets van een goednieuwsshow hebben. Een heilige koe ben ik nochtans niet. Ik heb er zelfs niet de schijn van. Ik wil alleen liefhebben, en zelf een beetje gekoesterd worden.