Bladeren in allerlei tinten vliegen in de lucht. Zich klaarmaken voor wat komen zal, dansen ze in het rond. Ze kleuren de hemel in een palet dat niemand zich ooit voor ogen hield. "Herfst", wil ik schreeuwen; mijn boek glipt uit mijn hand, ik word omringd door een hitte veroorzaakt door een knetterend haardvuur.
"Herfst, dans met mij in de kou. Laat me voelen wat het is om alle nuance te verliezen. Hoe het is om los te laten. Naakt en kaal, staan jouw bomen daar. Of toch bijna, want hier en daar zijn jouw stammen nog bedekt door vergeten bladeren. In deze tedere vormen verschuilen zich wintervogels - en dieren? Zo kan de nakende storm hen niet raken, toch? Oh, herfst, laat me jou zijn."
Glazige ogen duiden erop dat ik de aandacht naar binnen verleg, éven voel ik wat het is om herfst te zijn. Met tintelende handen ga ik naar de volgende pagina van jouw verhaal.
"Oh herfst, wat is het om jou te zijn."