In een web aan stukken, schijnt de zon door de weeffouten. Vol warmte raken de zonnestralen de draden. Bevroren dauwdruppels smelten zoals geplukte bloemen uit trillende handen vallen. Eenmaal een opmerkzame blik zich op de weeffouten in het web heeft gefocust, ontsnapt een destructieve gedachte in zijn hoofd. Met omklemmende vingers houdt hij zijn vernietigingsdrang in bedwang. Het ontsnapt op het nippertje, en als een wolkje aan de horizon verdwijnt het. Grijze wolken vormen zich in de lucht en hij spoedt zich naar de warmte toe, weg van het tafereel. Wanneer sneeuw uit de lucht valt, dwarrelen duizenden vlokken naar beneden en vullen de weeffouten op met bevroren sneeuw. Glinsterend in de koude werpt de zon de volgende morgen opnieuw haar stralen op het schouwspel. Hij staat er opnieuw, met trillende handen.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.