mijn onrekbare lichaam
is gebruiksklaar.
we luisteren bezweet en dronken.
ik denk aan de uren en de boeken.
de bijkomstigheid heeft het overleefd.
de teleurstelling speelt in mijn brein, een gokhal.
waarom is onduidelijk.
de betweters bezitten tijd.
ik adem.
ik rook.
de ironie zegt: ‘nog even en dan kan je het proberen.’
zo’n zachte man.
het voelt alsof mijn zelfvernietiging vlak voor de ingang van de IKEA staat.
dankzij de rookstop heb ik eindelijk het juiste recept voor mijn zelfmoord gevonden.
de tijdelijke restauratiewerkzaamheden hebben een stralend uiterlijk.
zachte man.