Zon, zee, maandverband?

22 jul 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Eén van de krantenkoppen die me deze week opviel ging over afval.


Over hoe er na een dagje zon-, zee- en strandplezier steevast een smerige berg vuilnis achterblijft op onze Belgische stranden. Blikjes, plastic, luiers, ja, zelfs maandverband, zowat alles wordt dagelijks achtergelaten op het strand. Ik dacht meteen: dat knap stukje menselijk gedrag verdient een snedig stukje op mijn blog. Of misschien toch niet. Ik heb immers graag dat mijn columns een glimlach toveren op het gelaat van de lezer. Omdat die lezer zich in iets herkent, omdat hij wordt ontroerd door wat hij leest of gewoon omdat hij het om te lachen vindt. Het waarom maakt eigenlijk niet echt uit, maar wel die glimlach graag. En daar knelt het schoentje toch vandaag.


Want wat kan er ook maar enigszins grappig zijn aan een bende onnadenkende kuddebeesten – nochtans net als zij die hun afval wel flink sorteren en braaf in de juiste vuilnisbak deponeren, behorend tot die vorm van zogenaamd ‘intelligent leven’ die wij mens noemen - die, na een dagje genieten van de schoonheid en de weldaad van de zon en de zee, hun windschermen weer netjes opplooien, hun badlakens grondig uitschudden, hun gebruinde voeten secuur afborstelen (want we willen geen zand in huis, hoor, stel u voor) om dan hun schup af te kuisen en het strand achter te laten als een gore vuilnisbelt? Niks. Daar is echt niks grappig aan. Wat bezielt hen? Is het puur egoïsme? Après nous le déluge? Doen ze het vanuit één of andere misplaatste overtuiging dat ze het wel verdiend hebben om hun vuiligheid door anderen te laten opruimen? ‘Waarvoor dienen anders de mannen van de vuilkar? Daar betalen wij toch belastingen voor?’ Ligt het aan de warmte? Een zonneslag? Een dagelijks terugkerende vlaag van collectieve verstandsverbijstering? Of ben ik gewoon te streng? Misschien is het wel goed bedoeld? ‘Ach kijk, er zit nog een restje ketchup in het frietbakje, laat maar liggen, zoet, zo hebben de dolfijnen er ook nog wat aan. Ja, tuurlijk, dat blikje cola ook, kan nog wel dienen, hoor, als huisje voor een kreeft of zo.’


Seriously. Precies of er dobbert nog niet genoeg plastic in de zee.


Vergeef me het woord onnadenkend. Vergeef me het woord kuddebeest. En begrijp me vooral niet verkeerd. Hoewel tussen tienduizenden anderen gaan liggen bakken en braden niet my cup of tea is, heb ik wel al veel mooie momenten beleefd aan ’t zeetje en heb ik ook echt helemaal niets tegen mensen die wel graag voor bakharing spelen. Ieder diertje zijn pleziertje. Ik heb ook niets tegen mensen die al eens graag een hapje eten of een drankje nuttigen op het strand. Dat doe ik zelf ook als ik er ben. Maar ik neem wel mijn vuilnis mee als ik ermee klaar ben. Altijd. Is het leuk om met een vol poepzakje, een berg vuile luiers, een stuk of wat plakkerige waterijswikkels en een dozijn perzikpitten in de hand de weg naar huis weer te moeten aanvatten? Neen, dat is het niet. Maar wees er maar zeker van dat tussen tientallen (honden)drollen, vuile luiers, vieze wikkels en afgekloven pitten van anderen moeten zitten nog veel minder leuk is. En - hoewel ik ze het, toegegeven, niet kan vragen - ben ik er vrij zeker van dat de vissen en bij uitbreiding alle andere planten en dieren in de zee het volmondig (en liefst zonder plastic erin) met me eens zijn.


En kom, geef toe, als je ’s ochtends je hele hebben en houden tot op dat allermooiste plekje van het strand gesleurd krijgt, is het toch maar een kleine moeite de boel er ’s avonds ook weer af te halen. Niet? Ik denk het wel. Dus, lieve mensen, lieve lezers, lieve kuddebeesten allerhande: geniet. Geniet met volle teugen, van de zon, van de zee en van het strand maar - alsjeblieft - houd het daarbij gewoon voor iedereen plezant!

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

22 jul 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket