De stemopwarmingsoefeningetjes van de muziekschool deden me bijna mijn boterham met makreel in tomatensaus overgeven.
Sowieso een slagveld.
De thermostaat van mijn mentale onafhankelijkheid spreekt klare taal:
‘Zondigen zonder goesting.’
De koekoeksklok zal binnenkort suf mijn tijdverlies aankondigen.
Rond middernacht inventariseer ik met terpentijn en een steekschup
de brandnetels en ongelukken in mijn hersens.
Ze bevelen:
‘Zondigen zonder goesting.’