'Hé jij.'
'Ik?'
'Jij, ja, jij'.
'Jij met je mooie gekwelde ogen, kom hier. Ik wil je ogen kleuren in alle mogelijke blikken van geluk.'
'Hoe ga je dat doen?'
'Samen, hand in hand, kunnen we vliegen naar een avondhemel vol eindeloze mogelijkheden.'
En hij nam haar hand, en een beetje dronken - en verliefd - gingen ze naar de maan en alle sterren, en de volgende ochtend fonkelden zonnestralen door hun ogen op een manier waarop alleen geluk deze kon laten stralen."