Lezen

Drijvende drek

  Ze weten dat dus niet. Ze weten zo weinig op dat hoofdkantoor. U kunt zich dat voorstellen. Het is immers zeer eenvoudig. Daar zit de grote baas op een troon. Een soort keizer. Een soort god die nooit last heeft van snot. Daar wordt ook alles opgelost. Op de meest efficiënte manier. Intussen heb ik een hond. Een dier dat niets gelooft van wat ik zeg. Het is een teefje en zij staart gewoon in mijn richting. Ze is op zoek naar waarheid en vertrouwen. Er is altijd ook een vrouw. De moeder van de keizer. De moeder van de god. Zij deed vroeger altijd de afwas. Nu moet ook een man dat doen. Zij staren mij aan. De keizers en de goden op hun troon. En nu... Sorry, grote mannen. Nu komt het saaie. Nu komt het erge. Echt. Zij weten dat dus niet, daar in dat hoofdkantoor. Op een dag. Ergens tussen de schepping en de ontschepping. Wees daar maar zeker van. Zij bepalen bijna alles en toch. Intussen word ik wel zeer stinkend rijk want veel weten zij niet. Ik heb dat immers reeds schoon en ooit als merknamen geregistreerd, nog voor hun troon bestand. Misschien zal ik zelf dubbel incasseren want er zijn meerdere tronen. Zeer veel zitplaatsjes voor keizers, koningen en zelfverklaarde machthebbers. Zeer veel babystoeltjes zijn er voor die goden. Ik weet het niet. Wie al hun namen heeft verzonnen. Ik weet het niet. Wie al hetgeen men niet begrijpen kan, zo domweg in een reeksje beelden heeft gegoten. Ja. Vele groten zijn er en ginds, in die ene toren die mij een fortuin zal geven, zitten ze met tweeën op één troon. Meneer Procter, Meneer Gamble. Jullie zullen dokken. Echt en ferm. Want ik heb dat dus gedaan. Een hele resem merknamen, lang geleden al geregisteerd. Het document zegt het zeer klaar, zo duidelijk als men doorheen een versgewassen glas kan kijken. "De merknaam DREK DRIJFT en alle samentrekkingen van deze negen letters". Ja, Meneertje Procter en Meneertje Gambel, alle amateurs van Scrabble,  DREFT. Voor iedereen die samentrekken kan, hetzij bij krampen of gevoel van dood die om het hoekje schuilt. DREFT. Ja, aan iedereen die dit onnodig leest. Zo word ik rijk. Gewoon wat merknamen en lang gelul. Wat koningen en keizernamen snel verzinnen. Beweren dat het vet vanzelf vergaat. Nadenken. Zich herinneren wat men ooit deed en welke merknamen men eeuwenlang geleden simpelweg en slim op een kantoortje heeft geregistreerd. Zo wordt men rijk en ik bedoel ook properweg mezelf. Gewoon. Met DREK die DRIJFT.     uit de reeks... eeuhhh... doe maar 'Duivelsverzen'... f*ck, er rijmt bijna niets  

Bernd Vanderbilt
0 0

Abjectie.

Toen ik klein was, wou ik astronaut worden. Helaas ontdekte ik dat ik een idioot was en werd ik (wannabe-) fotograaf omdat alleen idioten de sterfelijkheid van schoonheid durven vast te leggen. Schoonheid kent vele vormen; de vormen van het lichaam, de vormen van emoties en de vormen van datgene wat voor altijd verborgen zal blijven. Obscure schoonheid, de stupiditeiten van het leven wellicht, worden vaak geabsorbeerd door de schaduwen van de banale esthetiek. Niets impardonnabel - "Beauty seen is never lost," zeggen ze weleens.  Er is lelijkheid in schoonheid en schoonheid in lelijkheid. Toch is 'lelijkheid' een diepgaand, breed woord.  Lelijkheid kent vele vormen; de vormen van het lichaam, de vormen van emoties en de vormen van datgene wat voor altijd verborgen zal blijven. Of verborgen moet blijven. Abjectie. Wellicht ben ik niet de beste persoon om dit in beeld te brengen. Beaat ben ik nooit geweest. Noch gedwee.  Ik heb niet zoveel wensen. Het creëren van een paragon van kunst is weliswaar prachtig, maar een wens ver verwijderd van wat ik maar ben. Desondanks is wensen voor het onmogelijke, iets waar de mensheid in uitblinkt en ik blijf maar mens, want om te zien met ogen die niet vertroebeld zijn door haat is een geschenk, maar ook liefde voor het over-het-hoofd-geziene.  Ik zal mijn best doen als ongenuanceerde wannabeschrijver.   Ik houd van de kleur grijs. Regen is grijs. Wolken zijn grijs.  De maan is grijs. Wijsheid is grijs. Grijs rijmt op vijs. Datgene was ik mis in mijn leven: Te veel grijzen, te weinig vijzen. Ik beschuldig ten onrechte het geschenk van het leven als kleurloos, wellicht met een tintje deuteranomalie in die van mij, maar niet eentonig. Nooit eentonig.  Wat ook niet eentonig is, is mijn haat voor het leven. Als het een beest was, zou het mijn vader zijn. Een absoluut wangedrocht. Een lelijkerd. Een misbaksel. Een varkensfoetus zonder hart. Mijn lot werd beslist.     

Cordelia
7 0