Lezen

citytrip Griekenland.

Wie kent nog de Antwerpse stadskrant?DE NEUS.Ik heb er nog voor gewerkt.Rond die tijd moest ik mijn paske vernieuwen.Wie kent nog de dienst bevolking in de lange Nieuwstraat, de rij loketten, achter ieder loket een prompte dame.Voor vooroorlogse typemachines."En wat doet u nu voor werk?" vroeg die Dame.Even uit mijn lood geslagen mompelde ik: "he, he, ik werk voor een krant".Na een flink geratel kwam mijn paske tot mij terug, Journalist stond erop. De reactie van de toenmalige Rijkswacht ambtenaren op dat gegeven was verbijsterend.Daar ik altijd nogal bohemien gekleed rond liep, loop, (langharig werkschuw weet u nog) was ik een zeer gewild slachtoffer van het idee, dat vuil slecht, proper goed is, de dwangmatige zuiverheid gedachte die tot onze cultuur behoort.De mandarijnen van deze gedachten vonden in mij een ideaal slachtoffer om hun tijd door te komen.Honderden keren werd ik staande gehouden."PASKE" was de aanspreektitel.Tot op dat paske journalist verscheen! Als ik nu schrijf dat de mandarijnen opeens door het stof kropen/kruipen, ver zal ik er niet naast zitten. Ik dacht opeens aan de papiertjes waar de middeleeuwers mee zeulden. Het papiertje heeft me ooit in een zonnig vakantieoord gered.Net voor het vertrek uit dat zonnige vakantieoord constateerde ik dat mijn paske verdwenen was."U zult naar de hoofdstad moeten" zei de eerste de beste ambtenaar die ik aanklampte.De hoofdstad was 1500 km verder en met nog een 10 frank te gaan.De wereld stond eventjes stil.Ik begon iedere ambtenaar aan te klampen die er maar ambtenaar genoeg uitzag.Het vliegtuig vertrok 30 min later.Het werkte.Opeens werd ik doorverwezen.Ik eindigde in een kaal bureau.Na mijn naam en adres vroeg de ambtenaar mijn beroep."Journalist" zei ik.De man greep naar een grote zwarte voorhistorische telefoon. De dag tevoren hadden we een havencafeetje bezocht, een cafeetje in de stijl dat er niet veel toeristen komen.Tot ik opeens besefte dat de helft van de mede cafégasten Antwerps praten.En erger nog, verstonden. Toen de ambtenaar de telefoon greep dacht ik: als er een is die Antwerpen kent en vraagt welke krant?Want de stadskrant 'De neus' werd toen beschouwd als gezagsondermijnend (subversief).De man van het bureautje had iets te maken met kolonels. De man die binnen snelde had niks van dien aard in zich.Hij stelde vooral belang in wat ik vond van zijn zon overgoten land.Daarin kon ik hem gerust stellen: ik zou zeker terug komen.Van Antwerpen wist hij dat het een voorstad van Amsterdam was.Ik verzekerde hem dat het eerder Parijs was want met Amsterdam wou ik niet vergeleken worden: zonovergoten landen hebben meestal zonovergoten cellen en er is watertekort.Maar voor die man was het allemaal gelijk.En toen ik hem in herinnering bracht dat Antwerpen in België ligt dichtbij Brussel toen gingen zijn oogjes blinken.Brussel mompelde hij. Verschillende keren. En opeens realiseerde hij zich dat een van de bewoners van dat wonder Brussel bij hem stond.Hij had hem zelfs nog geen versnapering aangeboden, hij had de grondregels van zijn gastvrijheid geschonden en dat stond nu al vast daar zou hij voor boeten. Maar opeens verscheen een grijns op zijn gezicht.Niet hij zou pijn lijden maar zijn honden van ondergeschikten dat ze zo een belangrijke bezoeker van hun schone landje zo slecht behandelden.Maar nu moest hij zelf de bezoeker op gepaste wijze behandelen - straks zou hij zelf de honden afstraffen met een zweep- en.....Ik onderbrak zijn gedachtegang en vroeg hem of het probleem opgelost kon worden."Probleem?" Opeens zag hij een manier om alles goed te maken. "Het probleem van de diefstallen op luchthavens is een Europees probleem dat alleen door Brussel kon opgelost worden" zei hij. Het eeuwenoude Zuid Europees fatalistisch gevoel kwam over ons heen gevallen als een deken.Een bestolen journalist in een zonovergoten toeristisch land is niet de beste reclame.Hij begeleidde me naar het vliegtuig.En wuifde me na.Als om uit te wissen, wat mij van negatieve gedachten zou overblijven.Van het landje waarvan hij houdt en om die bezoeker te laten terugkeren vanuit dat verre Brussel Zo ziet uWat een aantekeningKan veroorzakenDe middeleeuwen *************************************************** Foto gallery VERF ED FOTO: encyclopedische mens https://www.2dehands.be/q/verf+ed+encyclopedische+mens/

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
16 1

Midzomer

Midzomer   ‘Kling, klang!’ Reizigers stappen op en af de bus, met grote tassen en rugzakken.  ‘Een typisch Fins geluid,’ grap ik. Mari, die naast me zit, reageert nauwelijks. Ze vindt de drinkcultuur in haar land doodnormaal. Op de bank achter ons zit John. De man die er zich over verwondert dat hij overal in het Engels aangesproken wordt, zelfs wanneer hij gewoon ‘spaghetti bolognaise’ bestelt in zijn schattige Noord-Ierse accent. 21 juli is in Finland een speciale dag. Het is Juhannus, Midzomer, en dat wordt uitgebreid gevierd. Vaste ingrediënten van het midzomerfeest : kokko (kampvuur), sauna, makkara (worst die boven het vuur wordt gegrild, lees verbrand) en veel alcohol. Bij voorkeur kalja (bier) en koskenkorva (vodka). Liefst samen te nuttigen! Zodat je de volgende dag wakker wordt met een gigantische ‘krapula’, een kater. Wanneer je je zo krapuleus voelt dat je je ziel uit je lijf kotst, kan je het feest geslaagd noemen. Het is de zomer van 1993 en ik werk in Helsinki voor KVT, een internationale organisatie voor vrijwilligerswerk. Een van de projecten die vrijwilligers zoeken is  Suvikumpu, een gemeenschap van gelijkgezinden die wonen op een groot domein midden in de bossen, bij een van de duizenden Finse meren. De bewoners willen zelfvoorzienend zijn en streven een alternatieve levensstijl na, in harmonie met de natuur. Mijn vrienden noemen hen ‘huuh-haah-mensen’. Vrij vertaald : zweverige boomknuffelaars. Tuija, een van de oprichters, heeft ons, twee buitenlanders en een eenzame landgenoot,  uitgenodigd. De bus stopt, Tuija komt ons breed lachend tegemoet. ‘Tervetuloa! Welcome!’ Ze geeft ons een knuffel. We krijgen een rondleiding en helpen met hout sprokkelen voor het kampvuur. Ik ben hier al twee maanden en de Finse natuur is overal hetzelfde : bos, bos, meer, meer, nog een bos, nog een meer. Je kan het saai noemen maar ik vind het nog steeds fantastisch. Je hoort niets anders dan de takjes die onder onze voeten kraken, de vogels die fluiten...en de stem van Tuija die vertelt dat ze altijd de bomen bedankt die ons de takken geven. Achter haar rug zie ik Mari met haar ogen draaien. John knikt, hij is helemaal mee. Ik besluit te glimlachen. Saunatime! Eerst de vrouwen, dan de mannen. Een toegeving aan de preutse buitenlanders, vermoed ik. In een sauna moet het minstens tachtig graden zijn, negentig is beter. Het ruikt er naar berkentwijgjes. 'Ksssj!' van op haar plaats mikt Tuija water op de stenen, ze weet van geen ophouden, de hete stoom brandt in mijn neus. 'Lisää lyölyä! Meer stoom! De Finnen lachen hartelijk wanneer het saunagroentje naar buiten vlucht en een emmer water over haar hoofd kapt. Helemaal opgefrist schuiven we aan de feestdis. Geen vlees of alcohol te bespeuren. ‘Vind je het lekker?’ Ik knik met volle mond en heb zin in een pintje. De ‘living cake’ heeft een aparte smaak. De bewoners knopen gesprekjes met ons aan en vuren de gebruikelijke vragen op ons af. ‘Welke taal spreken jullie in België? Hollanti? Geen Flaami?’ Na een tijdje verliezen ze hun interesse in mij, ze beginnen onder mekaar te praten en de grote wereldproblemen te bespreken. Ik versta hier en daar woorden en stukjes van zinnen. Wie heeft deze taal verzonnen? Vijftien naamvallen, hoe komen ze erbij? Genderneutraal bovendien. Geen gedoe met hij en zij of die, iedereen is ‘hän’. Aan de overkant van de tafel is de voertaal Engels. John wordt uitgevraagd over ‘the troubles’ in Noord-Ierland. Zijn toehoorders hangen aan zijn lippen. Ik neem nog een hapje van de taart. Het vreugdevuur knettert. De suvikumpers vormen een kring en gebaren dat we moeten meedoen. Een man met lang, warrig haar en een baard neemt het woord. Uit zijn woordenbrij distilleer ik : dankbaar, moeder en aarde. Plots heft hij zijn handen boven zijn hoofd en schreeuwt : ‘Ala!’  De anderen volgen zijn voorbeeld, dan richten ze hun handen naar de grond en roepen in koor : 'Huuh!’ Ze buigen op een neer : ‘Alahuuh! Alahuuh!’ In de ogen van Mari lees ik paniek, John doet schoorvoetend mee. Ik weet heel zeker dat dit geen Fins is maar een oerkreet. ‘Alahuuh!’ Een man op blote voeten en in een harembroek trommelt op een djembé, iedereen begint uitzinnig te dansen. Ze verkeren in een roes, niet van de drank, maar van de feestvreugde, de vrede en de liefde. We zijn allemaal broeders en zusters. Voor we gaan slapen staan we  in een kring met kaarsen in onze handen, onze gastheren zingen een ingetogen liedje. ‘Hyvää yötä! Goodnight!’ Bij het afscheid de volgende morgen overladen onze nieuwe vrienden ons met knuffels. En dat we nog eens moeten terugkomen! Wat een hartelijke, gastvrije mensen! Mari kan alleen maar beamen. Maar één ding moeten we in onze oren knopen : dit was geen Fins midzomerfeest.      

Ilse Janssens
0 0

Vlaanderen in actie.

Op 5 mei de dag dat in de meeste beschaafde Europese steden de overwinning op het fachisme wordt gevierd. Onder de mom van gezonde sportbeleving. Werd Brussel overspoeld door vlomse knokploegen  die met matrakken hun idee van beschaving wilden opleggen in het door een man met oranje haarkleur hel hol genoemde internationale gedeelte van de vlomse hoofdstad. De West-Vlaamse boerkens bezochten de stad Brussel. De plaats waar een vlomse socialist zich niet thuis voelt.Terwijl in gedeelten van Brussel tonnen coca niet aan te slepen zijn worden voor het oog van de camera armen, bruin en alternatievelingen in vergeetputten gedropt omdat ze liever eventjes van de wereld weg zijn niet met alcohol, het bloed van Christus,  maar met een joint.Terwijl Knokke-Heist zichzelf bevredigend met de zoveelste zeefdruk van Panamarenko die hij achterliet in de kelders van zijn voormalige gallery. Beseft blijkbaar niemand in Knokke-heist dat er geen kat in de wereld een panamarenko wil hebben. De prijsberekening gebeurt door de verschillende omhooggevallen witteboordencriminelen levend in knokkel-heist.  ++++++++++++++++++++++++++++++++++++ FOTOGALLERY verf ed https://www.2dehands.be/q/verf+ed+poppy+2006/ https://www.2dehands.be/q/verf+ed/ +++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
32 1