Lee Trail
Op kammen doorborstel ik jouw groene piekjeshaar. Punk ben je niet, daarvoor zijn je paden te goed aangeduid.
Overal doet het mos noest zijn best om dode cellen om te zetten in nieuws.
Want kale plekken heb je, en dat is normaal op jouw leeftijd. Die kraters uit jouw puberteit daarentegen, die zijn er nog steeds. Daarvoor ben ik hier, en dus zeer dankbaar.
Zo doorkruis ik, op het ritme van mijn boeken, als een vlo jouw kruin.
Ik wandel langs je uitgestoken middelvinger, weg van het pad gericht. Je toont hem uit mijn naam.
Kriebelt het als ik uitschuif? Vind je het erg als ik achter jouw bomen kak?
De tijd zal, zoals ook mijn schijt, alles doen vervagen. Daarom kwam ik hier, om te eroderen. Om jou naar mij te laten luisteren. En zoals de beste luisteraars zei je niets, maar liet je mij mijn kwesties zelf uitzoeken.
Morgen neem ik mama’s rode Fiat en zal ik over jouw grijze asfalt-tatouages terug naar huis scheuren. Ik heb gisteren al goedkoop getankt.