de eindeloze komma
op deze waarheidsdag hapert de geoefende vinger, trillend
op een jachtig ritme, zwevend
tussen vraag en uitroepteken.
waarom geen vegetarische kogels?
zwijg en niet denken! niet denken! niet denken!
nu, nu, nu!
na de kletterende zandregen vernvelt het opdoemend stof uit de kogelkraters,
urinestroom vloeit en verkleeft harige benen met katoenstof, de symptomen
denken niet. ik ben een niet bedoelde moordenaar
mijn loop blijft een vonkenregen spuwen van knetterende flitsen en knallen
flits, knal, flits, knal, flits, knal
knal, knal, knal,...
hoeveel moeten er opgesomt worden?
de breinsignalen aan mijn vinger, de breinsingnalen aan hun vingers,
krijsende taal van beiden zijn synoniem voor onze vlag.
bestaat er een waarom?
de maatpakken discussiëren woord tegen woord en ik en jij
bloeden tot de volgende ons vervangt,
mobilisatie na mobilisatie en de moeder en het kind snikken
onophoudelijk, traan na traan,
traan na traan, traan na traan, traan na traan,
traan, traan, traan
en de komma eindigt nooit,