Maïté L.

Gebruikersnaam Maïté L.

Teksten

Brief van een twijfelende vaccinbeslisser

De voorbije weken lag ik nachten wakker van coronavirussen, vaccins, tegenstrijdige, soms ontmoedigende nieuwsberichten over nieuwe virusvarianten, onvoldoende werkende vaccins...de lijst is eerlijk gezegd te lang om op te noemen. Ik was er bijna door begonnen te slaapwandelen maar gelukkig loopt het niet zo’n vaart. Mijn geest en lichaam roepen om rust, vragen mij tijd te nemen om de zaken opnieuw met een zekere afstand te bekijken.   De huidige sanitaire crisis, een nooit geziene pandemie (in mijn levensperiode althans), is bijzonder complex. Daarom geloof ik ook dat het antwoord (en/of oplossing) op deze crisis ook complex is.  Als voorbeeld daarvan de vele pogingen op deze aardbol om met allerlei plannen, oplossingen en strategieën voor een mogelijke uitkomst te zorgen. Eenduidigdheid ontbreekt omdat die simpelweg niet waargemaakt kan worden. Een crisisexit zal misschien nog niet meteen volledig helder en duidelijk zijn de komende maanden. Het is stapsgewijs versoepelen, verkennen, informatie onderzoeken, verspreiden. Maatregelen voorstellen, terugdraaien, aanpassen, opnieuw lanceren.  Bijgevolg blijven we in deze pandemie overspoeld worden door berichten, informatie, feiten van experten, politici en zovele anderen die deze crisis ook door hun eigen bril zien en in hun eigen context. Dat heet perceptie en het leeft in alle lagen van de wereldbevolking. Waarschijnlijk niet altijd met de slechtste bedoelingen, willen verschillende woordvoerders de complexiteit van deze crisis uitleggen, ze begrijpelijk en behapbaar maken. In een poging om mij die informatie eigen te maken en die complexiteit te omarmen, zag ik bij mezelf de stress alleen maar toenemen. Want ook mijn naaste omgeving voelt zich net zoals ik zo gegrepen door die crisis, van dichtbij of vanop afstand, en zoekt antwoorden. Samen proberen we eruit te komen, voor onszelf te zorgen, steun te geven en te vinden. Dat heet dan weer solidariteit, wat ik geweldig vind. Zo is er het drukgevoerde vaccindebat, tussen vrienden en familie. Meer nog dan angst voor een prik of de gevolgen ervan, voelde ik me de voorbije weken ontzettend slecht door de druk die op mij afkwam. Telkens als ik een beslissing had genomen (wel of niet), deden andere argumenten mij weer twijfelen. Beslist geen cadeau voor mezelf, de eeuwige twijfelaar!  De mensen die mij goed kennen, weten dat ik hoogsensitief ben. Je weet wel, dat soort persoon bij wie informatie blijft hangen, prikkels tot in den treure hun werk kunnen doen, zodanig dat mijn hoofd soms tolt, dat ik het ene moment op een gelukzalige kermismolen zit en het andere in een deprimerende bui beland. Dat vraagt dan weer “balans zoeken”, en is niet de gemakkelijkste opgave wanneer je hoogsensitief bent. Er is vooruitgang, maar ook nog werk aan de winkel! Wat ik ook leer tijdens deze crisis, is dat er 1 stem telt: de stem die van jou is en jou het gevoel geeft beslissingen te nemen die voor jou juist aanvoelen. Ik leerde argumenteren, mijn bezorgdheden oplijsten en delen met anderen. Desnoods eens mijn hart luchten via een veilig Facebookforum. Ik leerde dat er meer dan ooit wederzijds begrip nodig is, tussen mensen met andere meningen of bezorgdheden. En dat deze crisis ons wel kan verdelen – provaccin, antivaccin, voor of tegen coronamaatregelen – maar dat wij onszelf wel weer aan elkaar kunnen lijmen, door binnen die diverse meningen, bezorgd te blijven voor elkaar. Ik kan helaas in deze brief ook geen oplossing geven of zelfs mijn beslissing melden – de eeuwige twijfelaar! – maar ik voel me plots een paar kilo’s lichter. Misschien steek ik mensen een hart onder de riem; mensen die, net zoals ik, begrip willen voor hun beslissing en situatie, zich blijvend gesteund willen voelen of net zoals ik twijfels hebben. Omdat er zoveel informatie op ons afkomt, omdat deze crisis al meer dan 1 keer onze percepties op hun kop heeft gezet. Stay safe !

Maïté L.
14 1

De schrijfgeest

Op een dag verscheen hij. En ik zat net verwoed mijn CV uit te typen op een oude pc die al eens tegenpruttelde. Ik had het nu wel gehad met mijn voorbije 3 jobs die net geen 12 jobs en 13 ongelukken waren geweest. Het zat me hoog. Ik voelde me telkens verdrinken in professionele keuzes. Ik kreeg het waas voor de ogen wanneer een jobadvertentie begon te dansen en te springen om aandacht want mijn spaarrekening had verstek gegeven om vanzelf te groeien (eigenlijk had die er nooit zin in gehad). Ik kreeg het benauwd zodra het woord "jobkeuze" viel, en ik steevast het zinnetje "wat wilt u gaan doen" om de oren gezwierd kreeg door een goedgezinde commercieel consulente (dat zijn ze allemaal, goedgezind) in het zoveelse uitzendkantoor dat ik aandeed. Het zweet brak mij uit in mijn cv-schrijfspinsels toen de schrijfgeest een tikkeltje tegen mijn buik duwde. Ik voelde een kriebel, een tintelend gevoel, een heftige emotie van verwardheid. Ik was toch een cv aan het uitschrijven, geen roman, geen gedicht, geen verhaal, geen andere krabbels...nee, het was een sec CV, droog, to the point en niets meer. De schrijfgeest maakte het toch wat te gortig. Ik voelde me in alle staten overvallen door dat gevoel. Terwijl ik zo mijn best deed om al mijn professionele prestaties uit te persen in 2 A4'tjes. Dat ging helemaal niet. Ik liet me neerglijden in mijn stoel. Ging dan weer helemaal mooi achteruit zitten. Ik haalde diep adem. Zuchtte zo fel dat de muur dampig werd. Bleef onverroerd voor me uit staren. Jij kleine duivel, dacht ik, wat voor een moment heb jij uitgekozen om mij zo te kwellen. Dit gaat niet. Nee, ik moet dit CV uittypen. Ik kan geen roman, verhaal, column of eender wat uitschrijven enkel en alleen opdat jij je zin zou krijgen. Dit gaat helemaal niet. De schrijfgeest bleef aandringen. Ik werd kalm en toch ging ik ook bijna door de rooie. En toen kwam het eruit. Ik schreef in mijn CV: ik ben een woordkunstenaar, een creatief schrijversbeestje. Ik heb een blog. Een ware passie voor schrijven. Ik werd bijna vuurrood en het was een gloed van geluk. Het was duidelijk: hij had zijn zin gekregen, die kwellende schrijfgeest.

Maïté L.
10 0

De supermarktassemblee 

Een jaar geleden kreeg ik last aan mijn knieën. Ik was al een tijdje een enthousiaste start to runner toen ik steeds vaker kniepijn begon te krijgen. De pijnscheuten werden na verloop van tijd een bijna dagelijks euvel dat me fel hinderde. Uiteindelijk ging ik, laat ons zeggen, met “knikkende knieën” op afspraak bij een (toevallig) Hollandse podoloog die onverbloemd zijn oordeel velde: “Mevrouw, u hebt lakse knieligamenten. Daar valt niet zo veel aan te doen. Maar gaat u maar elke week fitnessen tot u ijzersterke dijspieren krijgt en het probleem gaat vanzelf wel over”. Om zijn betoog nog meer kracht bij te zetten, liet hij me in een weliswaar volledig neutrale context zijn harde dijspier aanraken (“voelt u even, hoe sterk die is”). Als geremde Vlaamse “betastte” ik voorzichtig de aangeboden dijspier. En hij bleef op zijn elan doorgaan: “De oplossing van het probleem ligt bij zelfdiscipline. Blijven sporten, blijven fitnessen. Nee nee, u raakt heus niet van het probleem af na een paar weken, misschien wel na een paar maanden. Maar u zult het zelf allemaal moeten realiseren”. Gelukkig kreeg mijn wilskracht wel een helpende hand. Hij adviseerde me om met een kinesitherapeut versterkende dijspieroefeningen aan te leren. En als ik me daarna nog kon beroepen op een Freudiaanse verdringing van de dijspieraanraking, kwam het vast allemaal wel goed.  Ik vond een kinesitherapeut die met veel ijver aan de slag ging met mijn dijspieren. Hij sprak graag over “adductoren” zoals elke kinesitherapeut die zichzelf au sérieux neemt en dus liever vakjargontermen gebruikt. Ik leerde mijn dijspieren trainen, kreeg ook huiswerk mee en het advies om zeker te blijven sporten.   Uiteindelijk werd de fiets mijn nieuwe roeping, niet de gesloten fitnessruimte. Ik ben een stadsmens met een sterke behoefte aan buitenlucht. Zodra ik de deur dichttrek van mijn kantoor en mijn sedentaire job achter me laat tot minstens de ochtend erop, komt de buitenmens in mij naar boven. Ik heb behoefte aan verse lucht, zoals we hier in Vlaanderen zeggen, ook al heb ik de lucht nooit in de wasmachine gedraaid. En ook aan vertoeven op het plattenland, al dan niet met de mogelijkheid om fraaie koeienmest op te snuiven. Bovendien werd ik nu een buitenmens met een missie: al minstens even harde dijspieren kweken als mijn podoloog.   Ik vond al snel een leuk fietsparcours. Een fietspad dat zich volledig ontrolt achter huizen, tussen velden, omringd door bomenrijen en geflankeerd door vele bankjes die elke wandelaar of fietser een rustpauze gunnen. Ik kwam er al fietsend vaak mensen tegen en kende al snel mijn nieuwe fietsomgeving. Midden op het parcours wist ik al dat er links van het fietspad een stuk parking met een middelgrote supermarkt op zou rijzen. Een Spar-winkel voor landelijke buren die verder wonen van het stadscentrum. Aan de andere kant van het fietspad, recht tegenover de Spar, een bankje verborgen in het groen.   Nu begon er mij iets op te vallen. Dat oudere mensen geladen met boodschappentassen op dat supermarktbankje even gingen pauzeren. Dat er wel eens iemand ging zitten om voor zich uit te staren. Dat kinderen er ongeduldig hun boodschappeninhoud kwamen verslinden. Versta hieronder: XL-formaat zakken chips en snoepzakjes die gretig werden opengescheurd en leeggegeten. Ik besefte dat het bankje een toevluchtsoord was voor iedereen die niet snel naar huis wou na boodschappentijd. Op een bankje gaan zitten tussen de bomen en heggen, dat ook had iets van weg zijn van de wereld, niet gezien worden, verdwijnen in het groen. En je kon je er ook “discreet” overgeven aan een activiteit die op een drukbezochte publieke plaats eerder bevooroordeelde blikken zou opleveren.    Zo zag ik na een paar weken fietsen dat het bankje meer hommage was aangedaan dan ik eerst vermoedde. Ik zag er af en toe een bende mannen bijeenkomen. Het waren meestal drie dezelfde mannen van middelbare leeftijd die vermoedelijk het café hadden ingeruild voor dat bankje om er samen bierblikjes uit te drinken. En de tijd te vullen met het delen van “het verhaal van mijn leven” en “mijn dagelijkse ergernissen”. Ze vertoefden daarbij in een zalige roes, vermoedde ik. Mannen die mij meewarig aankeken telkens wanneer ik in een sportieve bui voorbijfietste. Mannen die misschien ook niet liever betrapt wilden worden door hun vrouw op bier drinken thuis in een comfortabel trainingspak. Want het bankje stond garant voor “niemand kent me hier bij naam, kent mijn verhaal, weet wie ik ben”. Mannen die instant biergeluk proefden en toch de tijd namen om ervan te genieten.  Ik had de indruk dat ze elkaar al goed kenden. Waarschijnlijk spraken ze regelmatig af op dat bankje. Was het een gewoonte geworden om elkaar te zien. Gewoontes die zorgen voor verbinding, een gevoel van gedeelde smart. Ontmoetingsmomenten die je sterken in je eigenwaarde en bestaansrecht wanneer je leven niet over rozen loopt. Want het is jouw moment, met jouw bierblikje en jouw lotgenoten.  Ik begin ze ondertussen te missen, de supermarktassemblee, of zoals ik die mannenbijeenkomst graag omschrijf. Ettelijke weken heb ik op latere en onregelmatige tijdstippen gefietst, kwam het koude regenweer aanzetten en namen mijn sportieve activiteiten een geweldige duik. Tijdens mijn laatste fietstochten zag ik vaker een leeg bankje. En ik vraag me af of de assemblee nog plaatsvindt.    Ik lees nu heel toevallig op Wikipédia wat achtergrondinfo over SPAR. Het vroegere motto van SPAR (een acroniem) luidt als volgt (de keten heette aanvankelijk DE SPAR): “Door Eendrachtig Samenwerken Profiteren Allen Regelmatig”.  Ik zou het niet mooier kunnen omschrijven. SPAR heeft een missie in het leven geroepen. Eentje waarbij oudere mannen hun wedervaren en bierblikjes delen op een discreet bankje. Als symbool voor DE SPAR. Waar samen drinken of samenzijn iedereen het beste mentale profijt oplevert. 

Maïté L.
4 0