Kameraad 60

Gebruikersnaam Kameraad 60

Teksten

Sus de Walrus

Ja! De Zilte Ballades zijn terug, geniet ervan want nukkig en wispelturig als we zijn, bestaat de kans dat het eenmalig is. Onze antihelden Commodore Lodewijk en zijn dekzwabber Billy Budd zijn terug van nooit weg geweest. Hun schuit, de gaffelschoener genaamd Krullenbol is vergaan, maar niet getreurd, hun smachten naar zoete meisjes met een explosie aan krullen die ruiken naar een zomerhanddoek is springlevend. De zeemeermin Anna Maria Gauguin de Cristobal El Salvador is nog steeds een kreng, hun aller pleegmoeder Madame Nybros kan nog steeds een boom vellen met haar blote pakkerikken, Kapitein Oliepul is nog steeds plagiaat van Marc Sleens Nero strips, net zoals onze voormarsgast B.B. het eigenlijk bont maakte in de verschrijvingen van Herman Melville. Alleen de nameloze muskusrat Nameloos keert niet meer terug in deze overbodige sequel, maak plaats voor Suske, het Walruske, superheld in spe, die zoals iedere goede sjamaan eigenlijk een mens is, maar dus in een dier kan veranderen, en niet zomaar een dier, nee, een spekkige kolos die chronisch flattulent is en als een bouwvakker fluit naar alles wat bevallig is en rond, heel rond, want het vrouwelijke zal altijd de ruimte vervormen, buigen met haar staalharde wil, en krommen, uit moedwil tegen de rechtoe rechtaan hoekigheid van de inferieure mannelijkheid, die wel het vaudeville kent, maar geen raffinement, wel het burleske, maar niet de intrige. Tenzij de man een fatje is, een jonkman met een zwak voor theater en de podiumkunsten, dan draait hij zijn publiek rond zijn vingers met zijn pronkstaartige zoete woordjes, dan is hij even de achterneef van de nicht Christopher Marlowe, de schaduw van de Bard, en is hij de zoveelste getuige dat queerness een subtiele meerwaarde kan bieden aan een werkelijkheid die gelaagd is als een kaleidoscoop, en heerlijk fluïde en non-binair, en alle andere mogelijke trendy, artie fartie, hipster, woke, post-postmoderne braakballen die je er als naam kan aangeven. Zucht, even op adem komen, teveel licht en zon en warmte maken een snob manisch, dan rijst hij als een feniks op uit de as van de diepste depressie ooit, en raakt hij de wereld weer aan. De antieken schieten hem te binnen dan met hun schandknaapjes, de afwezigheid van het taboe op sodomie, het eiland Lesbos, en de genialiteit die zich manifesteert in een zintuiglijke afwezigheid. Homeros zou blind geweest zijn: hij zag immers een andere wereld. Dat is de verklaring voor de rijkdom van zijn verbeelding en taal. Maar genoeg geluld, laat de sotternie beginnen, het is in dit post-truthtijdperk zaak om de Minotaurus bij de hoorns te vatten, en de draad terug op te pikken, Sus de Walrus zit nog in de kast, als shapeshifter en als relnicht. En er is nog geen nieuwe schuit. Laten we dan even de verdokenheid kittelen, te water gaan en Lodewijk en Billy als rugridders Sus zien bestijgen. Ook al zijn onze antihelden slechts de klos van hun dwang enkel vrouwen te begeren, ze weten nog steeds dat er op zee en in de gevangenis andere regels gelden. Daar ben je geen flikker als je je aan de herenliefde waagt door het gebrek aan l'origine du monde. Ahoy, gaan met die slagtanden, Sus! Door het smelten van de ijskappen waren de walrussen veel minder blootgesteld aan hun natuurlijke vijand de ijsbeer, maar dat zorgde er ook voor dat ze zelf vaste grond moesten zoeken, en net zoals wij misantropische mensen niet altijd even graag als sardienen in blik op een te smal strook strand tussen onuitstaanbare soortgenoten gepakt zitten, zo was ook Suskes moeder weggewaggeld van de kudde, en de rotsen ingetrokken, waar ze door haar slecht zicht vanaf getotterd was en te pletter geslagen, want walrussen zijn gemaakt om van ijsschotsen in het Arctische water te duiken, niet om te klimmen voor een zucht frisse lucht. De vader van Suske is helemaal een raadsel en kwatongen beweren dat het de Walrusengel Gabriël zelve was, die Suske's bestaan op zijn conto heeft staan. Laten we het op de onbevlekte ontvangenis houden, maar evengoed was Sus nu een wees, en Madame Nybros wist dat het in de sterren geschreven stond, dat het pad van Sus zou kruisen met onze levenslange verstekelingen, de Commodore en Billy Budd. Waarheen zouden de schikgodinnen hen leiden, naar de Sirenen, Scylla en Charybdis, of de Styx? Nee, het zou nog veel erger worden. Ze zouden aan de Tafel van Gert belanden, waar ze zich moesten verantwoorden voor hun bestialiteiten aan de hardwerkende, immer verongelijkte Vlaming. Het dieptepunt was duidelijk nog niet bereikt voor Sus de Walrus en onze met alle zonden van Babylon overladen jonkmannen. Toch niet aan wal in paddenkoppenland! Kameraad 60, wat doet gij uw schepping aan? Little Richard - Tutti Frutti (1956)

Kameraad 60
6 0

かなまら祭り

Valt er nog wat te lachen? Het weer was heerlijk en ja, ik heb er van genoten. Maar dé opwarming in vraag stellen, dat is me ondertussen toch een paar bruggen te ver. Net zoals het lijden van, in willekeurige volgorde, Congolezen, Palestijnen, oorlogskinderen, oudjes wiens kleinkinderen sneuvelen aan een front, vrouwen die moeten vrezen voor aanranding als perfide oorlogswapen. Er is galgenhumor als schild, cynisme, après nous le déluge, maar het lukt me niet meer. De personages Lodewijk en Billy Budd, Madame Nybros en Nameloos, de naamloze marmot, Anna-Maria Gauguin, die in een novelletje, dat nooit gepubliceeerd is, de zeven wereldzeeën overvoeren, en fabelachtige avonturen beleefden, zijn al een decennium stom. Lachen met Kierkegaard zit er niet meer in. Kapitein Jolly Roger heeft ondertussen ook de pijp aan Maarten gegeven, en zal nooit meer in zijn blote flikker de wal van de oudste stad van Europa onveilig maken. Toch even een poging. In Game of Thrones laat George R. R. Martin de piraat Salladhor Saan zeggen dat hij over heel de wereld geweest is, en overal vereren ze een andere ware god, maar volgens hem is er maar één ware god en die bevindt zich tussen de benen van een vrouw. Het getuigt misschien van een zekere mysoginie, of reductionisme, maar ik neig ermee akkoord te gaan. Als hetero man weliswaar. De aantrekkingskracht van een orgasme in een vrouw die je begeert, is één van de krachtigste bronnen van energie denkbaar voor sommige mannen. Lust is een drug die het een mens wellicht moeilijker maakt dan makkelijk. Maar de gloed van het romantische begin die leidt naar die explosie, het spel van verleiding, de eerste zoen, monden die versmelten, vreemde geuren en smaken, vlees en bloed in volle levenslust, dan zijn we even terug lichaam en geen brein meer. Ik herinner me de competitie nog als puber: hoe tongzoen je? 'Zie dat je geen mixer bent.' De angst om een stinkende adem te hebben, het knauwen van kauwgom en muntjes om 'in de smaak te vallen'. Onze hygiëne en tandartsen hebben er in ieder geval voor gezorgd dat onze intimiteit een pak meer verbeelding aankan. In schril contrast moet ik dan denken aan koningen en koninginnen die er ooit prat op gingen dat ze in hun leven nooit in bad waren geweest. Maar die ware god dus, wat zou die dan zijn voor homofiele mannen? Want zonder religieus te willen zijn, hun zaad belandt wel degelijk op steriele grond. Verliefdheid hoeft dus niet te leiden tot nageslacht. De orgasmes creëren een band. Net zoals bij heterokoppels, en dan op een gegeven moment is de gloed weg, en blijft er in het beste geval respect, waardering, vriendschap, loyaliteit, het L-woord. Een band, een verband, een verbond, een pact. Maar wat is de ware god voor een vrouw dan? Daar waar wij als hetero mannen, maar even goed lesbiennes, naar snakken, wat is het equivalent ervan voor een heterovrouw of een lesbienne? Ook de lust, het orgasme, de verbinding, de versmelting? Het sperma, de penis, de andere vagina, of de vrucht, het kind dat uit de eigen baarmoeder komt, uit het eigen lichaam, geen kloon, maar een zygote, de versmelting van zaad- en eicel? En dan dat vrouwenlichaam dat zoogdier wordt, de gezwollen borsten die miraculeus melk kunnen geven, nectar en ambrozijn van de goden, manna uit de hemel voor het nieuwe leven. De ware god ... de vrouwen, en wat zich tussen hun benen bevindt. Wie kent nog de prehistorische vruchtbaarheidsbeeldjes met buitenproportionele billen en borsten? Kunstenares Niki de Saint Phalle maakte er een persiflage van door de hoofden minuscuul te maken, als kritiek, omdat vrouwen gereduceerd worden tot louter lustobject, en wie ze zijn, wat ze voelen, wat ze denken, tot welke wereldschokkende daden, uitvindingen, theorieën en creaties ze in staat zijn, dat telt niet mee. Nog steeds geen humor. Over een andere boeg dan, even. De Franse homofiele schrijver Edouard Louis, die wonderwel aan zijn arme arbeidermilieu is kunnen ontkomen, schrijft dat hij, eenmaal 'gearriveerd', op een avond bij een rijke bankier thuis gewaarschuwd werd om niet te morsen met de wijn op het tapijt. Het was namelijk van ijsbeer ... U leest het goed, een pels van ijsbeer als decoratie. Ik kan het slechts op één manier ethisch verantwoorden, en dat is als de ijsbeer van ouderdom gestorven zou zijn, en dan nog. Misschien was hij verdronken door het smelten van de ijskappen, en lag hij opgeblazen te drijven in de Noordelijke IJszee. Ook dat is een semi-natuurlijke dood, ze hebben hem alvast niet moeten schieten. Mijn Zilte Ballades hadden een gigantisch rubber eendje als onderwerp, mijn gedichten de karkassen van vogels in hun nesten op het eiland Midway. Hun vlees en spieren vergaan, maar hun geraamte en pluimen nog niet, net als het plastic in hun ingewanden. Ik troost me met een über-absurdisme à la Camus. Ik ben te nietig om de anarcho-kapitalisten een halt toe te roepen, ik ben zelf erfgenaam van het hedonistische individualisme dat voortvloeide uit de trente glorieuses. Maar het einde van de wereld, dat spektakel wil ik voor geen geld van de wereld missen. Die miljarden menselijke piemels en vagina's die krijg je nog niet zo snel kapot. Je zult zien, zelfs die albino's zullen plots een evolutionair voordeel hebben, als een nucleair armageddon het licht heeft uitgedaan. Een conclusie? Ik weet niet of het uit de shinto-traditie komt maar Japanners zouden, zoals het kort bloesemen van hun sakura's, iets met tijdelijkheid en verval hebben. De vergankelijkheid als antithese van de eeuwigheid. En zo eindigen we dan niet alleen zonder humor maar ook met onzekerheid, als de kat van Schrödinger, want na ons leven komt de absolute duisternis, of de megalomanie van de onsterfelijkheid, en wie weet is die god dan even rancuneus als die tussen de benen van een vrouw, en volgt het negatieve laatste oordeel: geen rijstpap met gouden lepels, geen veertig maagden van wie het maagdenvlies telkens terug aangroeit (wat is daarvoor het vrouwelijke equivalent?), geen vagevuur, maar de hel, de worm en Lucifer. Lang leve het Oosten, lang leve de Japanners, lang leve hun IJzeren fallus-festival of Kanamara Matsuri, een shinto-vruchtbaarheidsfeest dat eindelijk eens de penis aanbidt, dat miskend mormel dat er tegenwoordig op zijn slapst uitziet als een naakte molrat, en zelden op zijn krachtigst vijfentwintig centimeter lang is. Banzai! Red Hot Chili Peppers - Catholic School Girls Rule

Kameraad 60
32 0

Prijzen