Bergbeest I
Je hoopt iets te vinden
Dat er waarschijnlijk altijd al was
Iets dat perfect in je navel past
Maar dan groter
(Is mijn theorie)
Of je hoopt gevonden te worden
Zomaar op straat
En dat iemand zegt
“Ik ben al tijden naar jou op zoek
Nu kunnen we verder”
Het is hoe je kijkt
Hoe alles uiteindelijk blijkt net niet genoeg te of veel te veel
Hoe je de veren van je vleugels verloren denkt
(Ik kan aan komen zetten met was zoveel ik wil)
Hoe de gedachte dat je dingen te verliezen hebt je doet verdwijnen
Je rook eens aan een meisje
Aan haar hals
Was plots niet meer zeker van wat je daar te zoeken had
Waar je op hoopte
(Ik denk: iets vinden voor je navel of gevonden worden op straat maar het kan ook iets anders zijn geweest zoals het bergbeest - daar kom ik misschien nog op terug)
En of ze wel jouw soort was
Haar hoofd ligt de laatste tijd vol met zandzakken
Overvol
Ze houdt zich voor het gemak graag van de domme en vergeet ondertussen voor het gemak haar naam
Mensen zeggen wel eens dat met haar niet te praten valt of niet echt
Daar verontschuldigt ze zich voor
Ze valt vaak maar
Niet samen met zichzelf
Ze weet dat jij wel samenvalt
(In de mate van het mogelijke)
Ze vindt het onmogelijk om in jou geen homo universalis te zien hoe graag ze ook stiekem heel af en toe stilletjes op je zou willen neerkijken
Elk mens verdient medelijden
(In de mate van het fatsoenlijke)
Als ze naar je omhoog kijkt moet ze denken aan Icarus en dat maakt haar bang
Ze verstopt de was voor de veren achter het behang
Jij bent simultaan god en aanbidder
Heel af en toe ook gewoon mens maar dat staat je minder
Boetseert wolken doet klei zweven
Even lijkt het alsof alles verbonden
En niets gevonden
Omdat het er al is
Bergbeest II
We verhuizen later naar een berg die ook een beest is
Die elk moment kan vertrekken
Dan kreunen de bomen
Schokt de grond
Wij gezellig mee
Of we bergen verzetten
Of de berg zichzelf
Is uiteindelijk niet van belang