Martelaarslaan, Gent, ochtendspits. De verkeerslichten staan op rood, ik zet me in het midden van het kruispunt. Groen. Auto's moeten stoppen. Zij zijn ongeduldig, ik niet. Ik zet me in een kikkerhouding, haal mijn penus uit mijn broek, klets ermee op de baan. Een vrouw stapt uit en vraagt waar ik mee bezig ben. 'Ik wil bewijzen dat moppen over mijn penus baanbrekend zijn', antwoord ik. Ze ontkent me klem, 'asfalt is stevig, jongen.'
Ze heeft gelijk, maar ik zet door.
Ik zet door.