Lezen

Bad Call

Musicbardude’s log :stardate 02/12/21 – 19:46 Verdomme, mijn phone die afgaat terwijl ik (internet) research aan het doen was over de Antwerpse kwelgeest “Lange Wapper”. Geen videointerviews, sollicitaties en ook geen werkaanbiedingen die naam waardig op de site van de Vdab en Linkedin. Dus ik gebruik mijn kostbare tijd om (creatief) te schrijven en tegelijk songs voor een nieuwe mixtape (postpunk-new wave deze keer) te selecteren.Naast dit waargebeurd relaas over Lange Wapper (die ik persoonlijk ontmoet heb), switch ik al schrijvende soms over naar mijn Sci-Fi (dat is natuurlijk verzonnen, we kunnen niet tijdreizen) kortverhaal dat zich heel uniek in Antwerpen anno 2145 afspeelt. Mentaal tijdreizen kan gelukkig wel. Waar was ik ? De display voorspelde niet veel goeds : een 02 nummer, zone Brussel. Dan weet iedere ervaren telefoongebruiker dat de kans heel groot is dat het een televerkoper (m/v/x) is. En jawel hoor.. Voorzichtig nam ik af en prevelde met tegenzin mijn naam. “Hallo, mijnheer hebt u een momentje voor mij ?” Een dame met Nederlandse tongval. “Eventjes, misschien, waarom belt u mij”, Ik met mijn beste Antwerpse tongval. Ik pastte me niet aan, tijd dat die Nederlanders onze taal leren. Ooit voor ons beiden een onoverkomelijk obstakel in een vroegere relatie met een vriendin uit Venray, Nederlands Limburg, maar dit terzijde. Ook de vervoerskosten trouwens. “Ik heb een goed voorstel voor jou…”Daar onderbrak ik haar al.“Wat wil je verkopen ? Kan je snel to the point komen ?”“Heb je je energiecontract, gas en electriciteit nagekeken, wanneer het vervalt, wij hebben een interessante aanbieding voor jou” “Ik denk dat niemand van buiten weet wanneer zijn energiecontract vervalt. Maar ik ben tevreden bij mijn huidige leverancier en ik hou mezelf goed op de hoogte”“Ik zie dat je een contract heb met een variabele prijs bij Engie, ons aanbod is interessanter”“Nope, ik heb een contract met een vaste prijs, en ben er erg tevreden over.. Ik ga u moeten laten, ..” Toen werd ze bitsig “Je gaat schrikken straks als je 200 euro moet bijbetalen.”Ze vuurde dit af, bijna als een dreigement. Ik vond het ergens wel grappig, ze had het handboek van de televerkoop even uit het oog verloren, misschien was ze nog een beginnelinge. “Ja, dat kan wel, maar dat wist ik ook al, de prijzen zijn gestegen. Ik ga zeker niet schrikken. Schrikken doe je in een onverwachte situatie, hoogstens zal ik eens diep zuchten bij de afrekening.” “En voor welke firma verkoop jij dan eigenlijk, want ik vind het gesprek niet echt aangenaam meer”Krak.. opgelegd Terug naar Lange Wapper.  

The Musicbar-Dude
3 0

Twizted

Musicbardude’s log :stardate 01/12/21 – 19:46 Ik trek dat blijkbaar aan, onbekende mensen vertellen me soms ongewenst en ongepast hun diepste zielsroeselen. Dingen die ik soms echt niet wil weten.Mijn vrienden en kennissen mogen dat natuurlijk, graag zelfs, maar wildvreemden die dat doen, het is een eigenaardig gegeven. Misschien is het een soort uitstraling die ik heb, ben ik soms te vriendelijk, te open ? Ik heb het daarnet nog gecheckt… nee ik heb geen tattoo-tekst op mijn voorhoofd die zegt “vertel uw problemen enzoo aan mij. Ik los dat op.”Achter de toog werd dat ook soms van mij, als part of the job, vereist. En zeker als ik mensen kon bijstaan met wat levenservaring, goede raad enzo. Echt geen probleem.Voor de toog heb ik daar minder behoefte aan. Een paar weken geleden was het weer zover. In Zwijndrecht, in de buurt van de kerk waar ik een volkscafé was binnengestapt. Het terras was open en alhoewel het een frisse dag was, besloot ik toch maar om me daar te zetten, zicht op het kerkplein en de grappige menselijke activiteiten. Begrijpelijk, dat er geen bediening was op het terras en ik binnen aan de toog mijn koffie moest bestellen. Met alle plezier, snuif je ook wat van de sfeer van het café op en maak je ineens kennis met de cafébazin. We geraakten in afwachting van mijn koffie wat aan de praat over de horeca, wat er allemaal bij kwam kijken, de problemen enz. Ik liet me in een onbewaakt moment ontvallen dat ik ook een café had uitgebaat en gestopt was, maar ik trad niet teveel in detail. Er waren buiten mij op dit middaguur slechts 2 klanten, allebei éénzaam en apart gezeten aan een tafel aan de muur tegenover de toog. Een verfrommelde man maakte zich plots los van zijn tafel en kwam bij ons staan. Hij had natuurlijk wat van onze conversatie opgevangen. Na mij een iets te stevige hand te geven en zijn voornaam te prevelen. Stortte hij een woordvloed uit, waarvan ik slechts flarden in verstaanbaar Nederlands kon verstaan. Vroeger dokwerker geweest, hard moeten werken altijd, niet zoals de jeugd tegenwoordig. Hij kwam vroeger graag in ‘t stad, zuipen en achter de vrouwen lopen, op auto’s dansen. Ik moest eens weten hoe dat het er vroeger aan toe ging. Enz. Enz. Je weet wel de straffe verhalen van een gemiddelde buitenstedelijke man. Af en toe knikte ik wat meelevend maar na enkele minuten was ik het wel beu, bovendien stond mijn koffie gereed en die mag je niet koud laten worden.Ik onderbrak zijn verbale diarree met een kort, “tot straks ik ga even eerst mijn koffie drinken” en stapte naar buiten.Twee microseconden later stond hij bij mij zijn monoloog verder te zetten, maar zijn toon werd wat agressiever, flarden van dat hij goed kon vechten en dat hij meermaals had moeten tussenkomen hier in het café. Amai, toen hij nog zo jong was als ik, had hij me eens moeten tegengekomen. Hij begon ook wat met zijn vuisten te zwaaien…Ik sipte rustig verder van mijn koffie en uiteindelijk bedaarde hij en ging terug naar binnen.Een klein kwartiertje later toen ik ging afrekenen aan de toog, zat hij alweer op zijn vertrouwde stek. Nog snel even naar de toiletten. Daar hing de liefstelijke toiletgeur die ik ooit geroken had, ik ben zelfs enkele malen binnen en buiten gelopen om de ervaring over te doen. Ik heb de cafébazin bij de afrekening het merk van die airfreshener dan ook doen noteren. Mooie fooi achtergelaten zoals het hoort.Ik had de buitendeur al in mijn hand toen ik me toch nog even wendde tot de oldtimer (was zijn naam reeds vergeten).“Hoe oud ben je eigenlijk, als ik je zo bezig hoorde was dat allemaal precies lang geleden” “Ik ben al 52 en jij ?” “Al 43” loog ik tevreden.

The Musicbar-Dude
3 0

Carrefour Blues

Musicbardude’s log :stardate 29/11/2021 – 17:46 Lijstje voor aankopen in de supermarkt op papier geschreven. Check Elektronische back-up van dit lijstje op mijn smartphone Xiaomi Rednote. Check Back-up van dat lijstje in de Google cloud. Check Lijstje nog daarvoor nog eens doublechecked. Check Kleding aangetrokken opdat mensen geen aanstoot zouden nemen. Check Schoenen, Muts over warrige haardos, tanden gepoetst, kleine hoeveelheid deodorant, geen dringende lichamelijke uitscheiding behoeften klein of groot. Check Baardje toch wat bijgeknipt. Alhoewel ik een trimmer ga afhalen in het ingebouwde postpunt bij Carrefour. Barcode Bpost op smartphone voor Coolblue. Check Niets dat op het vuur stond te pruttelen, gaskranen dicht. Check Nakijken e-mail nog eens snel. Check TV/PC/Verlichting uit. Check Sleutels / Portefeuille. Check Mondmasker. Check Een laatste keer aankooplijstje overlopen : 2 repen pure Chocolade Cote D’Or 3 of 4 (naargelang voorradig) blikjes cola zero 1 lang gesneden brood 1 middelgrote bus slagroom, voor divers gebruik, maar bedoeld voor Irish Coffee Check.   Kordaat stapte ik mijn huis uit en ging gedecideerd richting nieuw gerechtshof. Dit moest goed aflopen, geen weg naast, wat voor fysieke of mentale obstakels ik ook zou tegenkomen. Het weer werkte licht tegen maar 200 meter naar de Carrefour is zelfs in deze niet ideale omstandigheden maar een kleine afstand. Aan het einde van mijn straat, bij het nieuwe gerechtshof splitst het Zuid zich in het nieuwe en oude Zuid. Zou ik oversteken naar het nieuwe zuid waar je via het Zillionpad de poort naar deze nieuwe nog ongure wijk nemen. Ik vermande me, ik was vroeger al eens op het slechte pad geraakt en dankzij goede vrienden en uren therapie gered. Aan de Zillion waar ik vroeger sporadisch wel eens was geweest had ik geen goede herinneringen. Telkenmale was ik daar nogal hardhandig buitengewerkt.Ok, ik had niet in dat Aquarium mogen duiken tussen die zeemeerminnen, die achteraf dan ook nog eens gewoon schaars geklede meisjes bleken. Ik had ook geen badmuts op. Die andere keer was ook nogal onfair, iets te weinig bollen gepakt, een ervaren buitenwipper had dat in het snuitje. Ik viel wat uit de toon met mijn minder sobere dansstijl.   Nope ik vervolgde gewoon onverstoorbaar mijn weg via de Jan Van Gentstraat tot aan de hoek met de Pacificatiestraat. Carrefour : schuifdeuren open, mondmasker op, naar het postpuntloket. Daar sta je dan een kwartier achter een gele streep voor die toog. Hopende dat iemand aan de kassa je in de gaten krijgt en via de P.A. omroept dat er iemand het Postpunt moet bemannen of bevrouwen, maakt niet uit. De analyticus in mij maakt zich tijdens die voortschrijdende minuten niet druk maar observeert het Carrefour-markt gebeuren. Mensen die komen en gaan, sommigen nerveus, sommigen rustig, soms onhandig met zakken of dozen sleurend. Leuterend aan hun phone, vijandig naar mij kijkend, vriendelijk kijkend, nieuwsgierig kijkend. Mijn gedachteanalyse begon de romantische richting uit te gaan bij het observeren van een dame met een paar wel heel grote meloenen in haar mandje dat ze voor zich uit hield. Tot een cassiere zich losmaakte uit de buik van de supermarkt (het gedeelte voor de kassa’s).Ze nam plaats achter de Postpuntkassa en vroeg me tamelijk kortaf de barcode van de zending. Ik was nogal verstoord maar ze streelde wel mijn ijdelheid door, na mij het bewuste pakket overhandigd te hebben, om mijn handtekening te vragen.Een mand gepakt, het niet te grote pakket er in, en ik was klaar om de rest van de lijst af te werken. De indeling van de Carrefour dwong me om eerst het brood te kopen. Lang wit gesneden. Nope, was uitverkocht. Broodjes dan maar, voor de afwisseling ook. Mmm daar paste het beleg dat ik thuis had, niet lekker tussen. Jonge gesneden kaas van het huismerk, ontvette hesp van Herta, salami met look (ik ben geen pussy) preparé ,en voor misschien een smos te maken. Salade, Tomaten, Een bokaal augurken, Lichte Mayonaise (die was thuis ook op), een paar uien om te snipperen. Ondertussen moest ik mijn mand inwisselen voor zo een volwassenen kar.   Het tweede op mijn lijst was een bus slagroom, dat ging vlot maar voor alle veiligheid nam ik er toch maar twee mee. Mijn oog viel daarbij ook op een aanbieding voor fruityoghurt van Danone. Twee en één gratis, je weet wel. Een gewoon brik met room voor mijn White Russians kon ook altijd van pas komen.De rayon waar de chocolade zich bevond was de gevreesde snoep rayon maar daar hadden de uitgestalde waren geen effect op mij. Behalve de doos stroopwafels van Meli en de voordelig verpakte Melo-cakes. En nog wat Marsen.   Alleen nog maar het laatste item op mijn lijst voltooien. Enkele blikjes cola zero. Eitje. Ah ja misschien toch nog wat eieren voor die smos. De blikken waren per 6 verbonden dat vond ik dan weer handig. De toch wat volrakende kar in. Nog wat rollen Tesla-tape, kan je nooit genoeg van hebben. En ik bedacht me ook dat die Fa ananas douchegel die ik laatst gekocht had niet echt een succes was. Ondanks mijn aan de waanzin voorliefde voor alles Ananas.En waarom niet, een forse flacon appeltjesbadschuim. Om de hamsterwoede die er ongetwijfeld weer aankwam voor te zijn pakte ik ook nog snel een 24 tal rollen wc papier, 12 rollen keukenrol, en 6 dozen van die vochtige babydoekjes met aloë vera voor de gevoelige huid mee. Aan de kassa gekomen kwam ik tot de constatatie dat mijn schamele maar mooie boodschappentas niet volstond. Bruikbare kartonnen dozen waren er alweer niet dus zag ik me verplicht tassen bij te kopen. De vriendelijke cassiere verwerkte met de hulp van barcodes mijn kar, ik rekende gezwind af en stond seconden later voor de deur van het filiaal, omringd door veel te veel gevulde zakken. Dit kon ik zeker niet in één keer naar huis brengen, gelukkig was er de Antwerp Taxi app op mijn smartphone en de taxi liet niet lang op zich wachten. Oef, eind goed al goed tot de dag daarna in de krant dit verscheen en ik me verslikte in mijn broodje preparé smos. Vandaag om 11:21 Preparé uit de rekken gehaald bij meerdere supermarkten: mogelijk besmet met salmonella Het vleesverwerkend bedrijf Norenca uit Geel neemt uit voorzorg americain preparé en americain preparé martino uit de handel en roept het product terug van bij de consument wegens mogelijke aanwezigheid van salmonella. De producten werden vanaf 24 november verkocht in verschillende filialen van Makro, Metro, Spar, Carrefour, Alvo en Leaderprice. Het gaat om americain preparé, americain preparé martino en americain natuur met houdbaarheidsdata tot 30/11, 01/12 en 02/12. Ook de rund beefburger met diezelfde houdbaarheidsdata wordt teruggeroepen. Het bedrijf vraagt klanten het product niet te consumeren en terug te brengen naar het verkooppunt. De kwalijke dosis preparé snel teruggebracht en ik kreeg zonder probleem een vervang-preparé in de plaats. Thank God voor die timing, dat ik er nog niet van gegeten had. Salmonella wil je echt niet krijgen en ik spreek vanuit een Spaanse vakantie ervaring. Liever nooit meer. Dit was wel een soort teken van Karma. Ik beloof om het personeel van de Carrefour nooit meer een Mind-Fuck te geven. Ja, ik had me daar vroeger wel eens aan bezondigd en het verbaasd me nog altijd enorm dat ik niet op hun zwarte lijst stond. Éen van mijn routines was vroeger wel eens de één aankopen, één betalen routine.Ik nam demonstratief de grootste winkelkar die ik kon vinden, gooide daar een handvol shoppingbags in (tot grote tevredenheid van de winkelmanager die mij soms in de gaten hield).En dan kocht ik slechts één item. Een wortel, een tomaat, een courgette, een druif, een sneetje belegen kaas, een sneetje brood, één Nacho chip,.. je kan dit zelf, mits wat fantasie ook makkelijk aanvullen. Het vroeg soms wel wat prutswerk, vooral bij zwaar verpakte goederen. Het meest ondeugende was ik wel die keer dat ik gewapend met slechts één (wel nog verpakte) condoom me aanbood bij de kassière. Ze keek heel bedenkelijk maar die blik was nog niets vergeleken met de vuurspuwende ogen die ze op mij richtte toen ik een klein uurtje later me terug aanbood bij haar kassa met identiek dezelfde aankoop. Sorry Carrefour medewerkers, ik ga dat zeker nooit meer doen.  

The Musicbar-Dude
0 0

Lange Wapper mijn jolige vriend

Want het is dringend nodig om wat mythes rond deze Antwerpse kwelgeest te doorprikken en de waarheid te vertellen. Een paar weken geleden kreeg ik deze e-mail in mijn inbox. Het was een mail met als afzender lange.wapper@telenet.com, dus dat zag er niet direct een oplichtersmail uit. De inhoud was geen vraag om geld over te schrijven, geen smachtende dame uit Estland, geen links waarop je moest klikken om dringend je bankgegevens in orde te brengen. Dit stond erin : Beste, Ik stuur je deze mail omdat ik zag dat je bij Google hoog aangeschreven staat als “local guide”. Tevens bevalt de stijl die je etaleert in de bundels “dagelijkse kots” en “korte maar dodelijke verhalen” me wel Dat klopte wel ; mijn recensies en foto’s die op Google Maps stonden werden duchtig geliked en ik had al een paar felicitatiemails van Google persoonlijk gekregen. Vooral mijn besprekingen en beoordeling van tramhaltes zijn populair. Dat hij fan was van mijn korte verhalen deed me ook plezier ; hij had zijn huiswerk wel gemaakt.  Het wordt hoog tijd dat ik die Antwerpse sagen over mij toch een beetje in de juiste context plaats. Inderdaad ik ben lange tijd weg geweest uit Antwerpen (niet verjaagd) en heb ondertussen een slordige 400 jaar de wereld rond gereisd en tal van avonturen beleefd. De bekendste getuigenissen daarvan zijn “Gullivers Travels” en “Jack en de bonenstaak” maar er zijn nog talloze volksmythes van over heel de wereld waarin ik opduik. In deze tijd waarin superhelden zo populair zijn, zou ik geen slecht figuur staan bij bijvoorbeeld de Fantastic Four, ze hoeven voor mij zelfs geen kostelijke CGI te gebruiken. Of zelfs een eigen serie rond Antwerpse superhelden, wie weet ?Vandaar dat ik toch een beetje aan een comeback aan het denken ben. En mijn geboortestad Antwerpen lijkt me de beste plek om daaraan te beginnen.Je zal waarschijnlijk wel veel vragen en bedenkingen hebben. Begrijpelijk. Maar ik geef je de kans dat allemaal te formuleren in een gesprek onder vier ogen.Ik verblijf hier in het Hilton aan het groenkerkhof, wat jullie tegenwoordig kennen als de Groenplaats. Overigens, mijn echte naam is Thomas Crul, geboren in 1542 als jongste zoon van de Antwerpse dichter en koopman Cornelis Crul.Laat me weten of je interesse hebt. Gegroet Thomas Crul aka Lange Wapper   Hier eindigde de mail. Niet in het oud Vlaamsch maar zijn spellingchecker zal wel aangestaan hebben zeker.Was het een oplichter of gewoon een soort aandachtszoeker ?Indien niet was het wel een buitenkans om mijn Google reputatie, mijn Instagram en Facebook volgers account uit te breiden. Misschien zelfs een YouTube filmpje ? Ik mailde hem vriendelijk terug en een paar dagen later zat ik op Tram 4 richting Groenplaats. Een dictafoon app op mijn smartphone, een uitgeprinte en uitgekiende vragenlijst op zak. Smartphone volledig opgeladen en voor alle zekerheid de app ook maar op voorhand getest.De receptionist verwees me vriendelijk naar zijn hotelkamer en een lift en enkele trappen later klopte ik op de deur. Toch een beetje nerveus.Thomas Crul ? “Ik ben het, je afspraak...”“Kom maar binnen, de deur is niet op slot.” Een vriendelijke diepe stem Daar zat hij dan, en het viel me eerlijk gezegd wat tegen voor een mythische figuur. Hij was eerder een kalende onopvallende zestiger of was het misschien één van zijn beruchte metamorfoses ?Ik zette me tegenover hem, zoals het de bedoeling leek, smartphone op de tafel en Dictafoon app running. Hij knikte. We bevonden ons toepasselijk in de Groenplaats suite, niet goedkoop, maar ja als hij inderdaad was, wie hij beweerde te zijn, mocht geld voor hem geen probleem zijn. Honderden jaren rente op de bank, vastgoed, wie weet wat meer had hij als kapitaal.Hij zag me even kijken naar het raam richting Groenplaats, beneden.“Ja het Groenkerkhof is al lang verdwenen, veel van de stad die ik vroeger kende, en druk dat het hier is geworden.”“Mijnheer Crul..”“Zeg maar Thomas”“Ok, Thomas. Misschien beginnen we best bij het begin, voor zover je geheugen nog reikt”“Mijn geheugen is nog prima, maar lijkt me de meest logische aanpak”Hij schraapte zijn keel. “Ja dat verhaal dat ik tussen de kolen gevonden was bij een boer in Wilrijk is tamelijk ridicuul.Ik ben hier geboren en heb hier een heel plezierige zelfs geprivilegieerde jeugd gehad. Ik was in mijn vaders voetsporen getreden en was al een tamelijk succesvol koopman. De Spaanse furie in november 1576 besliste er echter anders over. De furie was een regelrechte inblik in de hel, onbeschrijfelijk zijn ze, de plunderingen, het sadisme, de verkrachtingen… Niemand was veilig, zelfs de stadsnotabelen niet.Mijn huis hier werd platgebrand en heel mijn gezin, mijn vrouw Godelieve en mijn twee jonge zonen, Cornelis (naar mijn vader) en Jan werden met messen afgeslacht.”Hij pauzeerde even en schonk ons beiden (nadat ik toestemmend geknikt had) een fors glas oude jenever uit.Verder ging het.“Ik werd meegevoerd voor losgeld en naar de Citadel gebracht. Mijn vader was blijkbaar onvindbaar in de chaos of misschien was het losgeld te hoog maar ik werd nooit meer vrijgelaten.Dagenlange meedogenloze martelingen waren mijn deel, en hoe langer het duurde voor ze het losgeld hadden, hoe ongenadiger mijn beulen tekeer gingen. Na een kleine week was ik zelfs voor mijn geliefde ouders onherkenbaar geworden. Al mijn beenderen waren gebroken. De beesten gooiden me achter op een kar richting grote markt, om zoals ik uit hun opgewonden gesprekken kon opmaken me te vierendelen tot groot vermaak van de plunderaars.Onder groot gejuich en gejoel werd ik met met armen en benen aan de paarden geketend. Half bewusteloos van de pijn en in doodsangst.Iemand deed nog een walgelijke speech, dat ik Thomas Crul een verrader was en dat ik als voorbeeld voor andere verraders mijn lot van vierendeling zou ondergaan. De paarden werden aangevuurd en ja hoor, dat was het gruwelijk einde van mijn menselijk bestaan.” Thomas zijn ogen leken te gloeien en een huivering trilde door zijn lichaam.“Wat erna gebeurde is me verteld door Agete, de polderheks van Beveren. Ze had op de grote markt het merendeel van mijn smartelijke lichaamsdelen bijeen gezocht en op haar hondenkar gegooid. Niemand hield haar tegen in de chaos, waarom zouden ze. Agete was een heel goede kennis van onze familie en ze had ons al veel geholpen met haar uitgebreide kennis van het kruidenrijk. Kwaaltjes, jicht, maagpijn, geboortes, spalking…Mijn vader verloonde haar altijd rijkelijk en hield haar de hand boven het hoofd als ze voor de zoveelste keer van hekserij werd beschuldigd.In een gebaar van dankbaarheid naaide ze me terug aan elkaar met draden waarover ze een oude spreuk had gesproken. Noem het voodoo, occultisme, toverij, geen idee... Enkele weken later ontwaakte ik uit mijn duisterste slaap ooit in het huis van Agete. Ze deed haar relaas en ik was het, nu ja, levend bewijs dat ze in haar opzet geslaagd was. Van mijn ouders of andere familie had ze geen nieuws.Een bijkomend gevolg van haar magie was dat ik me kon mezelf monsterlijk kon uittrekken en inkrimpen zo ver ik wilde. Niet slecht vond ik, terwijl ik me er in bekwaamde. Transformeren in een ander mens, dier of voorwerp dat me dikwijls wordt toegeschreven in de volksverhalen, kan ik niet.Ik verliet na enige weken dankbaar het huis van Agete en trok terug naar mijn thuisstad, waar de chaos toch al wat minder was en ik de rest van mijn familie wou opsporen.Ze zou niet zo lang later jammerlijk op de brandstapel eindigen.” Mijn jenever was ongemerkt door mijn keel verdwenen en Thomas vulde me bij. “Toen zijn die verhalen over mijn wedervaren begonnen”“Ja, je hebt wel wat schelmerijen uitgehaald, veel mensen aan het schrikken gebracht blijkbaar”Thomas lachte, diep uit zijn keel.“Tja, ik kon dat niet laten hé, die deugnieterij. Hoe zou je zelf zijn met mijn talenten. Dat fameus verhaal van die dronkaard die ik zogezegd achtervolgde. Dat was mijn cafévriend. We hadden de hele nacht in de Goddaert gedronken, gelachen en gedobbeld. Tegen het ochtendkrieken ben ik nog even mee naar zijn woonst gewandeld om zeker te zijn dat hij goed thuis was gekomen en me ervan te vergewissen dat hij de rammeling die hij van zijn eega ongetwijfeld zou krijgen zou overleven. Ik stond voor de deur te wachten en heb me toen even heel groot gemaakt en de slaapkamer ingekeken. Ze zijn toen allebei wel geschrokken en de ruzie was snel gedaan ja. Van de weder omstuit mocht hij nooit meer naar de kroeg. Deugnieterij met kinderen heb ik nooit uitgehaald en dat verhaal van die lichtekooi met al haar vrijers die omkwamen aan het groenkerkhof, daar zat ik echt voor niets tussen.” “Maar er zijn toch wat verhalen dat je jezelf liet krimpen tot babyformaat. Over Stans van 't Gangsken, de vondelingenschuif.” Thomas pauzeerde even en keek in de verte met zijn donkere, diepliggende ogen.“Ik moet toegeven dat ik inderdaad in die tijd ten prooi was gevallen in wat ze tegenwoordig als een seksuele fetisj geïdentificeerd hebben. Moedermelk zogen aan een borst van een vrouw was toen mijn hoogste zinnelijk genot.”Ik maakte me klein en legde me ergens op de stoep bij een vroedvrouw of een vrouw die juist een kind had, in de hoop opgepikt te worden en zo nader tot mijn wellustig doel kon komen. Het viel jammerlijk genoeg erg tegen. Ik wordt geen baby als ik krimp, ik wordt gewoon kleiner. De lelijkste baby ooit heb ik sommige vrouwen horen zeggen, meestal lieten ze me gewoon liggen. Nee, een succes was het niet.” Ik had even willen lachen, want dat was wel grappig, maar de ernstige toon in zijn stem verraadde dat ik dat beter niet deed. “Na enkele jaren van plezier beleefd te hebben in Antwerpen ben ik de weide wereld in getrokken en heb de hele wereld afgereisd met mijn ongezien talent. Maar dat zijn heel andere verhalen.”Het leek erop dat hij zijn relaas hier wilde beëindigen, ik had nog wel wat vragen maar hij had er duidelijk geen zin meer in. Ik maakte aanstalten om mijn smartphone te nemen en de opname stop te zetten maar hij hield me tegen. “Ben je niet het belangrijkste vergeten?”“Wat bedoel je, belangrijkste?”“Wel, bewijs. Bewijs dat er waarheid zit in mijn relaas”“Ik zie niet in hoe je dat kan bewijzen” Terwijl ik die woorden formuleerde ontvouwde er zich een gruwelijk schouwspel. Thomas zijn ledematen, zijn lichaam, zijn hoofd begonnen met een verontrustend gekraak en geritsel te groeien. Ik had alle moeite om mijn maag in bedwang te houden maar kon mijn ogen niet afwenden. Achterover, in mijn stoel bevroren.Heel realistisch groeiden zijn kleren niet mee maar verscheurden onder het onrustwekkende proces. Hij groeide tot tegen het plafond, tegen de muren. De tafel en ikzelf op de stoel schoven naar de achterste rand. De, toch ruime hotelkamer was al bijna 3 kwart gevuld met Thomas zijn naakte reuzenvlees. En dat verwrongen hoofd dat dichter en dichter naar mij toekwam. Een enorm oog dat mij aanstaarde benam snel mijn hele gezichtsveld. Een meter, halve meter, toen stopte het. De luchtstroom die hij veroorzaakte door zijn ademhaling waaide door de kamer. De enorme, peilloze diepte van zijn zwarte pupil was het enige wat ik zag. Ik zag niets in die zielloze zwartheid, behalve heel ver, omgekeerd gespiegeld, mijn vage weerspiegeling.“Wat denk je van dit als bewijs” Een donkere, diepe stem weerklonk. Als een oude eik zou kunnen spreken, zou het zo klinken. Ik kon niets uitbrengen, een soort betekenisloze afschuwmompel was het enige. En plots en heel snel, hield het op. Het krimpproces ging veel sneller. Na enkele seconden stond er terug een niet opvallende (behalve zijn naaktheid dan) man in de geruïneerde hotelkamer. Ik maakte me los uit mijn stoel, geplet tegen de muur en vond mijn smartphone op de grond.Inderdaad, meer bewijs had ik niet nodig, ik moest dringend weg hier, buitenlucht, helemaal ontnuchterd. Gehaast nam ik afscheid, en dat we elkaar nog gingen contacteren en toen vluchtte ik bijna het hotel uit.  Op het terras van café “de Kat”, even verder, bekomend bedacht ik me dat dit wel eens het begin kon zijn van een hoop nieuwe onwaarschijnlijke avonturen. 

The Musicbar-Dude
6 0

Vincent, de onverbeterlijke zelfmoordenaar

Ik houd wel eens van een practical joke, maar op den duur is de fun er echt af. We hebben echt wat afgelachen met de Vincent. Ik heb hem leren tijdens een zwaar nachtje in café “De Sportvrienden” op het Kiel. We geraakten wat aan de klap, dronken wat te veel pinten en amuseerden ons rot met de lokale stamgasten op stang te jagen door ze te vertellen dat we Antwerp fans waren (in een Beerschot café). Eigenlijk ben ik zo geen voetbalfan, maar het au-serieus van die hardcore voetbalfans op zich maakt de duivel (en geen rode) in me wakker. Vincent was ook in die stemming, binnengewaaid na een verkeerde tram genomen te hebben en hij had toch even een pitstop nodig, onderweg naar de juiste tram. Ikzelf was ook in dit voorgeborchte van de hel beland bij vergissing. Mijn tinderdate met een zeer knappe dame bleek niet door te gaan. Hoewel ik op voorhand betaald had.Ze kon vanavond niet maar zou zeker volgende week tijd maken, mits ik nog een klein bedrag kon storten op haar rekening. Daar moest ik toch eens even over nadenken want ik begon toch wel lichtjes onraad te ruiken. Dus samen met Vincent aan de toog en ons amuseren en pinten pakken tot in de vroege uurtjes in vooral mannelijk voetbalgezelschap. Rond halfvier schopte de cafébuis ons eruit en daar stonden we dan, tijd om naar huis te gaan. Trams reden er niet meer op dit onheuse uur en zover woonde ik nu ook niet (halfuurtje / 3 kwartier) stappen tot aan het Zuid. Vincent woonde een paar straten verder en daar gingen we, ook niet slecht om de alcohol een beetje uit het lijf te werken. Enkele zedenschendende wildplas beurten later hadden we via het kielpark en de Kolonel Silvertopstraat de brug over de ring bereikt en ik ging vrolijk op kop.   Vincent bleef wat achter en keek over de afscherming naar beneden, naar de nu schaarse auto’s die richting Nederland reden. “Zal ik eens een goede grap uithalen”, zei hij, tamelijk ernstig “Ik ga hier naar beneden springen, los voor zo’n auto” Ik was nog maar net begonnen met lachen (hoe moet je anders reageren) of hij was de leuning al overgesprongen. Splut op de rijweg, en nog een handvol auto’s erover. Chaos, klutsende auto’s, piepende remmen en even later gevloek, gehuil en getier.Ik was het nog even aan het aankijken, maar begreep toch de humor niet echt. Een beetje van de wijs toch, en ontnuchterd, bereikte ik na een kwartiertje mijn woning.Een goede roesslaap die niet echt uitmondde in een kater (goed verzorgde tapinstallatie in dat café) bracht me naar de volgende dag. Ik had die maandag de krant toch maar gekocht en er stond een klein artikel in over het incident met Vincent, geen namen, vaagweg.   Nog twee dagen gingen voorbij en ook de eerste schok, ik had buiten die paar plezierige uren ook niet echt een emotionele band met Vincent. Toch besloot ik uit nieuwsgierigheid eens langs zijn appartement te gaan. Hij had me verteld dat hij huurde op de hoek van de Gerlachekaai en de Luikstraat, bovenste verdieping. Maar misschien was dat niet waar. Ik trok mijn stoutste schoenen aan.   Onderweg naar daar nog een heel avontuur beleefd met in de hoofdrollen een sinaasappel, een parkeerwachter, een dode duif en een (helaas reeds) gebruikt condoom in het parkje naast de speeltuin aan de gedempte zuiderdokken maar dat verhaal ga ik jullie even besparen. Ik belde aan op de bovenste parlofoonbel waarop stond Vincent Van Haren. Even later een krakende, verre, doffe stem.“Hallo” “Ik ben een vriend van Vincent, en ik was er bij toen hij van de brug over de ring sprong, …” Nog voor ik mijn zin kon afmaken weerklonk een Bzzz en ging de deur open. Geen lift pff… ik maakte al bijna aanstalten om terug te draaien maar mijn nieuwsgierigheid was toch groter. Uitgeput kwam ik boven aan, de deur van het appartement stond op een kier. Ik stapte binnen en tot mijn grote schok zat hij daar doodgemoedereerd in de sofa een enorme spliff te rollen. “Helpt een beetje de pijn te verzachten”, grijnsde hij “Jeez, ik heb je zien te pletter storten, je verhakkelde lijk op de autostrade gezien.. dit is toch onmogelijk.” “Tja, wat kan ik zeggen : ik ben een freak, ik heb een soort genetische afwijking, een superkracht. Ik doe zo’n dingen, enkele uren later word ik terug wakker en genees helemaal. Naargelang de ernst van mijn verwondingen, enkele uren tot enkele dagen. Deze keer was het wel nasty, ze hadden me dan ook nog in zo’n diepvries dodenschuif gestoken.” “Pff man”, meer bracht ik niet uit, ten prooi aan verwarring. “Hier neem een trek, het helpt me de pijn te verzachten, want pijnloos is het hele proces niet, goed gelachen toch nee” De laatste keer dat ik een joint heb geweigerd was als prille tiener bij een alleenstaande oudere (toen was in de dertig al oudere natuurlijk) dame waar ik moest logeren omdat mijn ouders naar een trouwfeest moesten. dronken en serieus high bood ze me die aan terwijl ze haar weke borsten alvast ontblootte. Nope, ik had geen zin in beide dingen. Vijf minuten later viel ze ronkend in slaap. Wat blikken Jupiler en vele verheffende trekjes van het prima spul later was ik al terug helemaal de oude en kon ik er ondertussen ook al goed om lachen. Ja, ik geef toe de weken en maanden die volgden, nog veel gelachen en plezier beleefd met Vincent, die willekeurig zijn practical joke deed. Die keer in Onze Lieve Vrouwe toren, halverwege de trap had hij zich opgehangen, de boze Japanse toeristen moesten rechtsomkeer maken zonder de klokkentoren te bereiken. Lachen man.Aan de Sint Anna plage, verdrinken in de Schelde voor de ogen van tientallen goudbruin gebakken senioren. Gieren, jazeker. Onderweg in de Nationalestraat, nabij het modepaleis, onder de tram. Panikerende en ontredderde tramchauffeur en passanten. En ik maar lachen, terwijl mensen me boos aanstaarden. Toen die bende ons ‘s nachts wou overvallen aan de Scheldekaai ter hoogte van de kleine tunnel. Volgens hen moesten we ons geld aan hen afgeven en onze kredietkaart code. Die kerel met zijn mes vlakbij je neus dat je vastnam en vervolgens diep in je eigen keel stak. Die blik in zijn ogen. Hahaha. Nog nooit iemand en ook zijn kompanen zo snel zien wegrennen. Die keer dat je jezelf tussen de roltrappen van de Premetro ter hoogte van Opera had gewurmd. Lol .. Toen had je wel even langer nodig om te helen. Ja, zo zijn er wel nog een tiental “incidenten” geweest en ik vond het niet erg, altijd dezelfde grap. Herhaling kan ook grappig zijn. Maar de laatste keer ben je echt te ver gegaan.   Ik had Tinder opgegeven wegens te kostelijk maar was gewoon in mijn stamkroeg een knappe brunette tegen het aangename lichaam gelopen. Het was al een stuk in de nacht, ik was wat wazig en de “Bal Marginal” was nu ook niet direct de meest romantische stek. Ik kon haar telefoonnummer ontfutselen met het oog op een intiemer onderonsje in een gezellig restaurantje.Vincent was natuurlijk niet uitgenodigd, die stond wat verder in gedachten met zijn ogen op zijn bier gericht. Ik had nog een Bongo bon “Romantisch dineren” liggen, Annick gecontacteerd (dat was haar naam) en enkele dagen later gereserveerd. Ik keek er echt ongelofelijk naar uit. Die avond liep alles perfect. We hadden de obligate aperitief van het huis (gratis met mijn bongo bon) al achter de kiezen en waren in blije afwachting van het voorgerecht. Ik liep op wolken, wat een mooie vrouw, ze lachte veel met mijn opmerkingen en ik voelde ook een connectie. Dit kwam echt goed. En toen, toen kwam Vincent het restaurantje binnengestapt. Ik zat met mijn ogen gericht op de deur en hij slaakte een kreet van herkenning.“Ha, jij hier” riep hij Ongevraagd kwam hij erbij zitten en ondanks de tegenzin die uit mijn gelaatsuitdrukking moest blijken stelde hij zich voor als goede vriend van mij bij Annick, vroeg hij de kaart, bestelde ook een aperitief en mengde hij zich in het gesprek. Niet ok. Ik begreep niet hoe hij erachter was gekomen dat ik hier was met mijn date, maar er zijn dingen die je als je jezelf vriend noemt, gewoon niet doet. De synergie tussen mij en Annick koelde vanzelfsprekend af. Oppervlakkig keuvelend voltooiden we onze maaltijd. Misschien kon ik de avond nog redden en vragen of Annick nog even meeging naar een café in de buurt of naar mijn woonst ? Zonder Vincent, vanzelfsprekend. Ik rekende alvast een bescheiden bedrag af (viva Bongo) voor ons beiden en Vincent was toevallig ook klaar met eten. Hij ging aan de bar afrekenen en ik stond op het punt om Annick te vragen om de avond onder ons twee verder te zetten.   En dan, ik had het kunnen weten, een ijselijke gil vanachter de bar. Vincent met een vleesvork die hij van de afwasstapel had genomen, door zijn oog tot diep in zijn schedel. Gegil. Annick in alle staten huilend “Je vriend, help hem..”De vrouw achter de bar stamelend en huilend.“Hij had blijkbaar geen geld genoeg bij en was keigegeneerd…” De rest van haar relaas ging snikkend verloren.Zo zie je maar dacht ik in een flits ; bongo bons. Maar het was om zeep, deze keer lachte ik niet maar was behoorlijk pissig. Ik liet Annick daar radeloos achter. Ze begreep niet waarom ik niet naar mijn vriend omkeek. Ik probeerde haar nog te overhalen om mee te komen. Tevergeefs… Later heb ik haar nog telefonisch proberen te contacteren maar ze negeerde mijn oproepen of had me geblokkeerd.Ze zou trouwens de waarheid over Vincent nooit geloven. Niemand. Nope, Vincent is mijn vriend af, sindsdien is mijn sociale en relationele leven sterk verbeterd. Hopelijk kom ik hem nooit meer tegen.    

The Musicbar-Dude
5 0

Broodje duif

De queeste om het dagelijkse brood te versieren neemt een kwalijke bocht. Met een stadsduif in een dramatische bijrol. Nee ! Bij die mensen zet ik nooit een voet meer binnen.Onderweg naar mijn favoriete bakker was ik aan de Vlaamse Kaai toch, tegen beter weten in, binnengestapt in zo’n nieuwe trendy bakker. Het was wel een stuk dichter bij mijn appartement dan de andere, dus zou ik minder lang onderweg zijn. “Le Pain Quotidien” stond er in sierlijke letters op de raam en op de luifel boven diezelfde raam. “Broodjes en delicatessen” stond er op de raam nog bijgeschreven. Er hing ook nog een bordje bij met de gebruikelijke onzin van openingsuren en andere overbodige informatie. De koeltoog was volgestouwd met exotische en minder exotische salades, netjes in witte bakjes met een lepel erin. Ook een hoop belegbenodigdheden ; gesnipperde uien, augurkjes, mayo, salade, tomaten in schijfjes, kappertjes, boter , mosterd ... Na een kleine 10 minuten was het aan mijn beurt. “Een grof gesneden a.u.b.”, vroeg ik vriendelijk“Dat zal niet gaan mijnheer, wij hebben geen gewoon brood hier, alleen broodjes om te beleggen.”, antwoordde ze vriendelijk terug “misschien een gewoon wit gesneden”. Probeerde ik nog. “Ik kan wel een Baguette of zelfs een Chiabatta voor je regelen, maar gewoon brood nee, we zijn een broodjeszaak, niet echt een bakker”. Was de nu toch ietwat geprikkelde respons. In sommige situaties moet je gewoon beseffen dat het beste is om het zo te laten en geen hopeloze strijd, een strijd die je nooit kan winnen aan te gaan. Vriendelijk zei ik : “nog een goede dag verder, ik zal mijn klandizie ergens anders verder moeten zetten”“Dank u wel mijnheer, goede morgen nog” was de automatische respons.   Het hele voorval had me een beetje kregelig gemaakt. Toen ik in de Kloosterstraat het plein overstak met het Peter de Grote standbeeld stampte ik naar een tamelijk domme duif die was komen aanvliegen in de veronderstelling dat ik iets eetbaar had meegebracht. Groot was mijn verbazing toen het dier in tegenstelling tot zijn soortgenoten niet onmiddellijk wegfladderde. Ik stampte met links en dat is mijn beste voet, volgens mijn vroegere voetbaltrainer, alhoewel ik met mijn rechtse hand schrijf. Typen doe ik met twee handen. Dit schot was een voltreffer ; de duif spatte uiteen op mijn Dr.Martins, zonder zelfs een kik te geven. Met mijn bottin vol duivenvlees ging ik op een bankje zitten zodat ik het kon afvegen aan een stuk krant dat achteloos in de openbare vuilniscontainer was gegooid. Het is niet mijn gewoonte mijn schoenen veel te poetsen maar zo kon ik toch moeilijk de bakker binnenstappen. Terwijl ik hiermee bezig was kwam een oudere dame op me afgelopen, net het type dat dagelijks duiven komt voederen en ze allemaal koosnaampjes geeft. “Ik heb het gezien, rotzak, jij hebt Rafaël doodgetrapt, ik haal de politie erbij moordenaar !!!” “Mevrouw, het was een ongelukje, die duif zat daar en ik kreeg plots een kramp en ...” “Een ongelukje, tierde het mens, hoe kan je nu per ongeluk op een duif stampen, je hebt Rafael kapotgemaakt” Mijn kwade bui was ondertussen al volledig uitgeregend en ergens had ik al een spijtig gevoel. Ik hield van dieren en zou zelfs niet de kleinste vlieg kwaad doen, muggen zijn wel een uitzondering. Ons geanimeerd gesprek had ondertussen de aandacht van passanten getrokken die in een vage cirkelvorm rond ons waren komen staan. Ik ging verder met het reinigen van mijn linkerschoen en zij ging verder met tieren. Uit de menigte steeg af en toe een goedkeurend gemompel op. Een plaatselijk randverschijnsel moeide zich in de discussie. “Is het waar wat ze zegt, heb jij die mevrouw haar duif doodgestampt?”Nu was het al mevrouw haar duif en ik die dacht dat duiven vrije dieren waren. Niet dat het haar eigendom was. “Ik heb het al gezegd, het was een ongelukje” “Tegen duiven kan je het wel halen, vervolgde het randverschijnsel, maar kan je het tegen mij ook halen” Hij sprong in de cliché-boksershouding, voeten lichtjes uiteen en over en weer wiebelend. Ik had totaal geen zin in een vechtpartij zo tamelijk vroeg in de ochtend en zeker niet om een stadsduif. Bovendien was de ander duidelijk struiser en groter dan ik (dat was al de tweede vandaag). De mensen hadden de kring iets groter gemaakt om ons, vechters ruimte te geven, maar ik zat nog steeds op de bank en mijn linkerschoen was properder dan ooit. Ik wierp het krantenpapier terug in de vuilbak en maakte aanstalten om weg te gaan. “Wel kom op, duivenkiller.” riep de bokser. Nog altijd met gebogen armen, gebalde vuisten en wiebelend op zijn benen. “Ik heb echt geen zin om over een domme duif te vechten, als je zo nodig wilt vechten zoek dan maar iemand anders.” De oude dame was nergens meer te bespeuren, ze was opgeslokt door de menigte die nog steeds aangroeide en aanmoedigingskreten riep. Een plaatselijk ijsventer had zijn kraam al opgesteld en de caféhouders rond het pleintje zetten hun terrasstoelen en tafels buiten. Een cameraploeg van ATV was ook al beginnen filmen.Ambiance op het pleintje, het was al een tijdje geleden dat ze dat nog eens mochten meemaken. Politie viel er gelukkig, zoals gewoonlijk, nog niet te bespeuren, niet dat ik angst had van de politie maar als zij zich ermee bemoeiden zou ik mee moeten komen om een verklaring af te leggen en de politieadministratie kennende zou dat wel eens een hele tijd kunnen duren. Ik moest nog altijd de eerste politieagent tegenkomen die met meer dan één vinger tegelijk kon typen. Ondertussen was de ander nog steeds bezig zich op te peppen voor het gevecht. “Ik ga niet met je vechten, dat ligt niet in mijn aard maar misschien is er hier wel iemand anders die met jou wil vechten als je zo nodig moet” Ik richtte me tot het aandachtige publiek. “Is er iemand hier die met deze mijnheer wil vechten?”Een man maakte zich los uit de menigte en kwam op me af. “Wel, als je er niets op tegen hebt, het is al een tijdje geleden dat ik nog eens goed gevochten heb”, zei hij schuchter. “Geen probleem ik heb andere dingen te doen.” Ik liet de twee boksers en de geïmproviseerde mensenkring voor wat ze waren en vervolgde mijn weg naar de bakker. Het zonnetje scheen nog steeds even welgemutst. Bij de bakker kocht ik een grof gesneden. Hopend dat ze niet aan mijn gelaatsuitdrukking konden zien dat ik net daarvoor een duif naar de duivenhemel (die zal voor hen niet veel verschillen van de gewone aardse hemel) had gestuurd. Maar nee, geen probleem. Ik ging terug naar mijn appartement langs een andere weg, via de Nationale straat die uitkomt in de Volkstraat, de uitslag van de bokswedstrijd interesseerde me maar matig. Toen ik aan het meisje dat samen met mij de ontbijttafel deelde vertelde wat me onderweg overkomen was en waarom ik zo lang weg gebleven was, geloofde ze me niet. Ik zei haar dat ik enorm veel van haar hield, dat geloofde ze wel.

The Musicbar-Dude
0 0

Brief aan de Kerstman: "Liefste Kerstman, wil jij mijn daddy zijn?"

Dag wit bebaarde man in je iglo in het Noorden, Dag gemoedelijke papzak met je gevoerde laarzen en je jasje en muts in de huisstijl van Coca Cola, Dag koning van de Noordpool, schrik van het Arctische luchtruim, menner van rendieren, uitbuiter van elven en Amazon-personeel, Dag lieve Kerstman, Vergeef me dat ik niet weet hoe ik u begroeten moet. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat u nooit een belangrijke rol heeft gespeeld in mijn eindejaarsbeleving. Ik heb nooit echt in u geloofd, zoals ik dat wel deed in Sint-Nicolaas en Zwarte Piet. Ik weet dat, met deze bekentenis, de kans om een geschenk van u in mijn kerstkous te ontvangen bijzonder klein wordt. Ik ben echter opgevoed in het licht van het Ware Geloof en onze Schrift stelt nadrukkelijk dat liegen een zonde is. Ook al heb ik de Kerk verlaten, haar moraal werkt door in elke vezel van mijn lijf. Ik beloof u dan ook plechtig dat ik in deze brief de waarheid en niets dan de waarheid zal verkondigen. Laten we dan maar meteen van wal steken met een schuldbekentenis. Ik heb helemaal geen kerstkous, enkel een paar zweetsokken die ik na het joggen telkens vergeet in de wasmand te gooien. Toen ik nog een kind was had ik wel een paar schoenen dat ik klaarzette aan de open haard op de vooravond 6 december, wanneer uw katholieke, gemijterde evenknie over de daken reed en geschenken bracht in ruil voor een suikerklontje of een raap voor zijn paard. Overigens stelden die geschenken weinig voor. Mijn ouders zeiden dat het kwam omdat ik zo’n kleine voeten had. Het beperkte volume van mijn schoenen liet geen ruimte voor dure cadeaus. Dat heb ik de Sint nooit kwalijk genomen. Ieder arbeiderskind had immers kleine voeten. In ons dorp liep enkel Saartje – de dochter van de rijke banketbakker Gust Van Hemelen – rond met klompen waarin Zwarte Piet gemakkelijk een nieuwe fiets kwijt kon. De goedheilige man uit Spanje hechtte dan ook veel waarde aan de befaamde regels uit Matteüs 25:29: “Want aan ieder die heeft, zal gegeven worden; maar wie niet heeft, hem zal nog ontnomen worden zelfs wat hij heeft.” Liefste Kerstman, u vraagt zich waarschijnlijk af waarom deze Vlaamse, katholieke arbeiderszoon een brief schrijft aan u – die de tegenpool bent van christelijke deugdzaamheid. Uw bijdrage aan de Westerse beschaving is immers uitsluitend uit te drukken in de jaarlijkse toename van diabetes en overwicht onder jongeren. Toegegeven, op dat vlak verschilt u weinig van Sint-Nicolaas, wiens nagedachtenis weinig meer is dan een excuus om chocola en speculaas te vreten. Ook qua economische uitbuiting van de niet-witte medemensen zijn jullie aan elkaar gewaagd, al bent u zo wijs om uw toevlucht te nemen tot elven. Als Amerikaanse superster kent u immers als geen ander het belang van goede PR, iets waar onze ouderwetse Sint met zijn zwarte slaven nog een puntje aan kan zuigen. Laat mij echter ter zake komen. Al deze omwegen voeden immers de indruk dat ik iets te verbergen heb, terwijl ik enkel de waarheid wil dienen. Ik schrijf u deze brief omdat ik religieus dakloos ben. Daar ging geen lange innerlijke worsteling aan vooraf. Het was simpelweg het resultaat van stom toeval. Het zou ons te ver voeren om deze gehele geschiedenis in al zijn details uit de doeken te doen. Eerlijkheid is dan wel een deugd, oeverloos gelul is dat geenszins. Mijn excommunicatie uit de katholieke gemeenschap laat zich kort samenvatten: Ik was twaalf jaar, nam deel aan de generale repetitie voor mijn Plechtige Communie en stootte per abuis een vat met 100 liter wijwater om, wat leidde tot een plaatselijke zondvloed rondom het altaar van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Lichtaart. U moet weten, mijnheer de Kerstman, dat het wijwater gebruikt in katholieke riten een erg hoog alcoholpercentage bevat, waardoor niet enkel  de elektrische bedrading naar de kloten was, maar eveneens de communiekostuumpjes van mijn leeftijdsgenoten en de kazuifel van meneer pastoor. Uit noodzaak werd het Vormsel met enkele weken uitgesteld en de pastoor – die overtuigd was dat de Satan in mij werkzaam was – zette een procedure tot excommunicatie in gang. Zo geschiedde dat ik op dertienjarige leeftijd met toortsen en hooivorken uit de parochie werd verstoten. In mijn hart heb ik God nooit verlaten. Wel integendeel, het is de Kerk die mij de rug heeft toegekeerd. Mijn natuurlijk godsverlangen blijft echter intact. Enkel een dwaas is immers blind voor het verlangen dat hij koestert naar een sterke vaderfiguur, die veel ouder is dan hij en op tijd en stond de roede hanteert.   Daarom vraag ik u uit de diepten, o Heer, lieve Kerstman, wilt u mijn daddy zijn? Ik geef toe dat ik wat onbeholpen ben. De omgangvormen waarmee ik u dien te benaderen zijn onbekend voor mij. Vele zaken zijn me een raadsel. Hoe schrijf ik een brief aan u? Welke aanspreekvorm moet ik hanteren? Behoeven uw rendieren ook klontjes suiker en rapen, zoals het paard van Sinterklaas? Tot welk ras behoren uw elvendienaars? Zijn zij kleine groene trollen met insectenvleugels? Of eerder nobele, slank gebouwde wezens met puntoren zoals de wezens uit Lord of the Rings? Hanteren ook zij de roede, zoals de zwarte knechten van de Sint? Beste Kerstman, het zijn vragen waarop ik – arme zondaar – geen antwoord kan geven. Weet echter dat mijn hart op de juiste plaats zit. Als ik boeren laat tijdens het eten, vunzige moppen tap tijdens begrafenisplechtigheden en een dakloze uitscheldt als die in de weg loopt, dan doe ik dat steeds met de beste bedoelingen. Zoals u ongetwijfeld hebt gemerkt, ben ik een man van weinig woorden. Ik wil mijn brief dan ook eindigen met enkele korte, afsluitende opmerkingen. Ik ben een 36-jarige man, maar bevoorrechte getuigen, zoals mijn beste vriendin en mijn mama, kunnen u verzekeren, dat ik er gemakkelijk vijftien jaar jonger uit zie. Hoewel ik onderdanig en bereidwillig ben, heb ik toch een duidelijke set waarden en normen, waaraan niemand mag tornen. Eerlijkheid, openhartigheid en respect zijn heilig voor mij, evenals de bereidheid om op regelmatige basis het schaamhaar te trimmen en dagelijks de edele delen te wassen met een weinig water. Aan een stinklul heeft immers niemand iets. Ten slotte kan ik niet ontvangen, maar als het u belieft dan ben ik bereid om have en goed achter te laten en me te vestigen in uw geheime kerkers op de Noordpool. Voor mijn uitgebreide cv, evenals referenties en aanbevelingen, verwijs ik u graag door naar mijn professionele profielen op LinkedIn en Grindr. Uw bereidwillige dienaar,   Petrus Broederlam Antwerpen, 24 december 2021  

Pieter Van der Schoot
62 1

Brief aan de Sint

Musicbardude’s log :stardate 28/11/2021 – 11:45Liefste Sint,Zoals elk jaar rond deze tijd kruip ik in mijn pen om u op de hoogte te brengen van mijn wensen omtrent de spullen die je me mag bezorgen. Dit jaar ben ik extreem braaf geweest, op enkele kleine maar hevige uitspattingen na. Daar zitten de Corona pandemie en de daarbij horende maatregelen voor een groot deel tussen natuurlijk. Er zullen nu wel heel veel brave kindjes zijn, ik hoop dat je de werkdruk nog zal aankunnen en niet in een burn-out valt. Tenslotte, laten we een kat een kat noemen, je bent toch ook niet meer van de jongsten. De voorbije jaren heb je mijn brieven meestal straal genegeerd en dat deed wel pijn. Ok, ik heb die aflevering van Jiskefet waarin Hans Teeuwen je nogal onhandig portretteerde enkele tientallen keren terug gezien. Maar dat is humor dacht ik, dat moet de Sint toch zeker begrijpen. Je was waarschijnlijk ook lange tijd boos op mij omdat ik je geboorteplaats in Zuid Turkije niet bezocht heb. Ik zat inderdaad in Antalya en vanuit de All-in resort waar ikverbleef vertrokken er dagelijks toeristische bustochten naar je geboortestad.Wat kan ik zeggen. All-in resorts ; teveel goedkope rumcocktails (die plaatselijke Turkse wijn was echt niet te zuipen), een aangenaam zwembad waar ik noodgedwongen (je kent mijn huidtype) veel tijd in doorbracht. Die hilarische plaatselijke Turkse tv uitzendingen en de betaal-adult channels, in combinatie met de veel te grote hoeveelheid cannabis die ik meegesmokkeld had. Al die wereldse afleidingen hebben me ertoe gedwongen om mijn trip heel lokaal, in de buurt van het resort te houden. En de culturele maar ook achteraf wel erg vleselijke uitwisseling met die mooie Turkse receptioniste zal ook niet in mijn voordeel pleiten. Bij wijze van boetedoening ben ik wel, iets dichter bij huis, een paar keer op citytrip geweest naar Sint Niklaas in Oost-Vlaanderen. Eerlijk gezegd Sint, die stad doet je geen eer aan. Saai, saai, saai en de lokale bevolking stond ook heel vijandig tegenovermij. In menig café waar ik het controversiële onderwerp van zwarte pieten ter discussie bracht ben ik kordaat buitengewerkt. Iets met het plaatselijk en erg lelijk dialect misschien ? Jaloezie ?Maar ik wijk af. Je kent me immers van binnen en van buiten dankzij je, en dat moet ondertussen wel een erg dik, boek zijn.Graag zou ik wel wat speelgoed ontvangen, datgene waar ik enkele weken geleden tevergeefs naar Hulst ben geweest. Je weet wel.Een multigroom trimmer heb ik ondertussen zelf bij een black-friday deal via coolblue gekocht. Nee, geen Phillips deze keer.Mijn Marshall headset is ook besteld en onderweg via een andere delivery service als de jouwe. Sorry, dat ik even bij de concurrentie heb besteld, ik kon echt niet wachten tot 6 december. Geen suiker of snoepgoed a.u.b. mijn overtollige Corona kilo’s zijn er nu vlotjes aan het afgaan. Je weet dat ik een emo-eter ben, en als er van die suikerbommen binnen handbereik zijn ben ik niet in staat me te beheersen. Fruit is ok, maar geen mandarinnen, vind ik echt niet lekker.Dus buiten een goede selectie van Adult Toys, zoals ze dat tegenwoordig nogal kinderachtig noemen, mag je me ook altijd enkele Oculus Rift VR games bezorgen in mijn lievelingsgenre liefst (Nazi zombie shooters). Die VR porno hoeft niet ; die is veel te unheimlich en staat duidelijk nog in zijn kinderschoenen (no pun intended). Een mooie Vinylplaat (geen kerstmuziek van jouw concurrentie) misschien, een leukeserie of film liefst in haarscherp HDR. Een bongo bon mag ook altijd (maar niet voor een ontbijt ergens hé, oude grapjas). Een goede fles aged Rum of wijn, een nieuwe koffiegrinder, een bescheiden ijsblokjesmachine. Die plastieken zakjes voor ijsblokken hangen mijn voeten uit, bovendien zit de diepvries vol Wodka om White Russians te maken. Tot zover mijn lijstje en mijn excuses ook voor mijn slecht gedrag de vorige jaren. Ik heb je e-mail adres gevonden, was nogal voor de hand liggend (sint.niklaas@telenet.be) maar heb gezien dat je niet op facebook zit. Zuckerberg zal vast denken dat je account fake is en je eraf zwieren, is misschien al gebeurt. Nu we het toch hebben over die e-mail. Zou je iets kunnen doen aan die spam van je pietenknechten. Ik krijg de meest eigenaardige en soms storende aanbiedingen via die elektronische weg binnen.Buiten de gewone en tamelijk doorzichtige oplichtersspam, in de toch wel voor mijn leeftijd misplaatste categorie : Reclame voor uitvaartverzekeringen, pensioenfondsen, 50+tijdschriften, viagra, trapliften, van die elektrische rolstoelscooters, wellness gedoe, vitaminen tegen ouderskwalen, toestellen tegen ouderdomskwalen, infraroodlampen, enz.Ook veel mails van smachtende (meestal Russische vrouwen) die blijkbaar mijn profiel hebben nagekeken en mij plotseling dringend willen leren kennen. Sorry, hoor eerst de taal leren, want dat gebrekkige Nederlands waarin die mails opgesteld zijn is niet veelbelovend. Goede communicatie is tenslotte belangrijk in een relatie.Hier ga ik het bij houden, ik weet dat je veel lees – en ander werk hebt.Je Kapoen

The Musicbar-Dude
1 0

Expeditie Hulst

Dag één Ok, ik heb het even gehad ; de boog kan niet altijd gespannen staan.Ik vertrek vandaag naar het buitenland ; corona of geen corona.Naar een plaats waar het uberkapitalisme verwoestend heeft uitgehaald.Goedkope sterke drank, exotische streekdelicatessen, te veel sleazy bars, een permissief drugsbeleid, bizar geklede losse (vrouwen of mannen je weet het soms niet). Tussendoor ga ik op een shoppingspree langs de talloze al dan niet verboden onder 18 shops en hopelijk kom ik geen bekenden tegen zoals die gênante vorige keer. Op naar Hulst !!!En wat happens in Huls, stays in Hulst. Dag twee Jumping Jezus on a Pogo-Stick !!! Expeditie Hulst is op een fiasco uitgelopen. Mijn Oranje Ros weigerde dienst wegens kapotte batterij. De vriendelijke mensen van de depannage kregen mijn auto weer aan de praat maar de batterij moest vervangen worden. Het gaf me geen keus, ik moest naar de dichtstbijzijnde Auto 5 om dit euvel te repareren. Het was een drukke dag bij Auto 5 en ondertussen reeds tegen de middag. De auto zou zeker in orde zijn tegen de vroege avond. Eigenlijk was het de moeite niet om met het openbaar vervoer naar Antwerpen en terug te rijden dus heb ik heel de middag doorgebracht in het eerlijk gezegd toch minder exotische Wilrijk. Dit vooral in Bistro Ortolona (obligaat aquarium) in het weinig glorieuze shoppingcenter den Bist. Ik had me de middag anders voorgesteld dan met een handvol tassen koffie en een portie bitterballen (weemoed naar het Nederlandse buitenland). Gelukkig kwam "Shut your Eyes" die onwaarschijnlijk mooie song van Snow Patrol op de radio voorbij. Morgen nog eens proberen. Dag drie Hulst : Redemption Zoals iemand terecht opmerkte ; het stadje heeft wel wat aan zijn glorieuze status ingeboet. Mijn grensoverschrijdende uitspatting was toch wat teleurstellend. Te veel Belgen daar (bijna Benidormiaans van proportie) en ik heb zeker niets tegen mijn landgenoten maar ik ga naar het buitenland om eens een andere taal te horen. Daarenboven heeft de plaatselijke horeca zich daar duidelijk aan aangepast. Je kon ook overal gewoon in het Antwerps bestellen. Ook de menu's waren in onze taal. De lokale klederdracht viel me ook dik tegen ; grotendeels waren de natives (m/v/x) gekleed in die gewatteerde jassen. Die mode is zooo eind maart 2012. En allemaal hadden ze van dat normaal, saai haar. Ik zag de nieuwsgierige, soms verontwaardigde blikken van passanten over mijn Man bun glijden. Ok ; misschien was ik daar de eerste vreemdeling die in Hulst zo'n haartooi vertoonde. Het is ze vergeven. Shopping-gewijs toch nog wat kunnen scoren maar die spree kwam alweer tot een gênant en abrupt einde toen een verkoopster me, nadat ik mijn beklag gedaan had over hun productlijn, me toevertrouwde dat ik niet in den Eros was maar in den Etos. *Bloos* Misschien toch maar ‘s een bril kopen.  

The Musicbar-Dude
5 0

De eenzaamheid van de massa

Nergens ben je zo eenzaam als in de massa: waar je gedachten worden gedoofd onder het gestamp van laarzen; waar de kleine oneffenheden van je karakter worden gladgestreken onder een uniform van normen en waarden. Van de wieg tot het graf word je ingekapseld in kasten, klassen, naties en kerken. Ze kneden je een leven lang en achtervolgen je tot ver voorbij de dood, waar de verdeling verder leeft onder de namen Beloning en Verdoemenis. Nergens ben je zo eenzaam als in de massa. Waar ze samentroept, kneedt ze afgodsbeelden. Ze sticht naties, moordt volkeren uit en rooft de schatkamers van de aardkorst. Ze schept gouden kalveren, staatsieportretten en hakenkruisvlaggen om te kussen, te aanbidden, en te overladen met schuld als zijn last te groot wordt. Zijn hersenspinsels krijgen offers te vreten en bloed te drinken. Ze krijgen namen als het Collectief, het Vaderland, de Kaste, de Partij, God, Rijk, Führer. Vrij en vrank verstrikt de massa zich in zijn imaginaire spinrag. Hij eist een bovenmenselijke almacht die geen menselijke onmacht verdraagt. Hoe heerlijk is het om het uniform uit te trekken, om de drukkende stroom van de massa te ontvluchten, de ketenen van de historische noodzaak af te werpen en de deur achter je toe te werpen. Hoe heerlijk is het om de muren opgeworpen door smartphones en computerschermen uit te schakelen en een gezicht te zien en een stem te horen - een gezicht dat des te mooier is omdat het een litteken draagt, een stem die des te warmer klinkt omdat ze af en toe stottert. Hoe heerlijk is het om thuis te komen. Thuis, waar je wordt opgewacht - jij alleen. Niet door een vertegenwoordiger met een plastic naamkaartje of een bureaucraat in uniform, maar door een mens. Thuis, waar je aan geen andere norm dient te beantwoorden dan degene die is opgelegd door je hart en je rede. Thuis, een orde die je tot niets verplicht - behalve de eeuwige, universele opdracht: Wees jezelf. Pieter Van der Schoot Foto: Michael Candelori, Donald Trump Rally 10/21/2016, https://www.flickr.com/photos/bymikey/29849628404/ 

Pieter Van der Schoot
57 0

De waarheid

Dat ze niet bestaat, althans niet in de duale realiteit die wij ervaren, luidt de som van mijn doorgedreven (zelf)bevredigende contemplaties. Want hier* is elke ervaring subjectief. Elke interpretatie van het leven vindt plaats vanuit een uniek perspectief, een persoonlijk kader dat de authentieke grenzen afbakent. Objectiviteit is niet meer dan de bereidheid om daarmee rekening te houden. Aangezien niets kan bestaan zonder zijn tegengestelde, is geen enkele bewering absoluut (ook deze niet). Niets is geheel waar of onwaar. Het omgekeerde van elke uitspraak leeft evenzeer en is evenwaardig. Toch spelen wij mensen graag een spel dat Verdeeldheid heet. De ene zegt iets en de ander doet een tegenbewering. We doen alsof iemand het bij het rechte eind kan hebben. En schrijven de ene waarheid meer waarde toe dan de ander. Maar de ‘waarheid’ is dat ze niet zonder elkaar kunnen. Elke bedenking, bewering en beweging die ik maak, werpt een contrasterende schaduw. Dat hoort onlosmakelijk bij het creatieproces. Mijn handelen stamt voort uit de bron van mijn persoonlijke waarheid. Het is een kern waarop ik mijn keuzes afstel, rechtstreeks gelinkt aan mijn gevoelswereld. Sommigen zullen mijn waarheid herkennen, waardoor we elkaar zullen aanduiden als gelijkgestemd. Anderen zullen erop botsen en ze als onzin afdoen. Als de waarheid niet bestaat, dan is er niets afgebakend. Dan is werkelijk alles mogelijk. De combinaties en variaties zijn oneindig. De scheppingskracht (God, natuur, universum, …) sluit niets uit. Deze onbegrensde inclusie zouden we absolute liefde kunnen noemen. Dualiteit is zowel een overkoepelende wetmatigheid als een eigenschap van iedere schepping. Zo is iedere mens begrensd, alsook onbegrensd. Dit inzicht druppelde via verschillende (om)wegen bij mij naar binnen. Op sommige momenten werd ik er haast door overspoeld en vond ik mezelf vrolijk plenzend te midden van stralen klaarheid. Het diepgaande besef dat alles bodemloos paradoxaal is, kan anderzijds ook verlammend werken. De notie van oneindigheid heeft dat effect op onze beperkte vleselijkheid. Om succesvol te overleven, zijn hokjes handig. Net als iedereen, dien ik mezelf af te bakenen, te bepalen tot waar ik reik, doch weet ik dat ik tegelijkertijd onbegrensd doorstroom in alles rondom mij. Dit maakt dat ik geen externe schade kan toebrengen zonder daarmee ook mezelf te raken. Mijn intenties naar de buitenwereld toe weerspiegelen hoe ik met mezelf omga. Alles waarvan ik mij afscheid, zorgt ervoor dat ik mezelf (her)ken. Elke scheiding baart een verbinding, net zoals juist altijd op zoek zal gaan naar fout. De dwarsliggende waarheid van een ander, houdt de mijne overeind. * in dit universum of tot waar onze ervaring reikt. Daarbuiten kunnen er andere wetten gelden.https://www.karoliendeman.com/blog/2021/12/13/de-waarheid

KarolienDeman
10 1

Wie is bang van de Grote Boze Wolf?

Een ware held heeft nood aan een vijand, die niet zozeer zijn welvaart, maar vooral die van een ander bedreigt. Een held ben je immers nooit alleen. Die status krijg je enkel bij gratie van het volk. Sommige mensen worden held uit noodzaak of altruïsme, maar de meesten zijn gedreven door eerzucht. Misschien is het dan ook geen toeval dat zelfs in het zo rustige Limburg, waar in ’t bronsgroen eikenhout een wolvenroedel huilt, een boer zijn riek uit de mestvaalt trok en met 3.000 medestanders de straat optrok tegen de aartsvijand van het Europese platteland: de wolf. Bij gebrek aan kwaadaardige genieën, Oosterse potentaten en vreemde bezetters bevredigen moderne Europeanen hun nood aan episch heldendom door strijd te voeren tegen de sprookjesschurk met de grote oren, grote ogen en grote tanden. De Grote Boze Wolven-fakkeltocht van vrijdag 24 september ademde dan ook de feeërieke sfeer van de Hasseltse wintermarkt. Een kudde met kerstverlichting opgedirkte schapen liep door de schaarsverlichte weiden waar een massa lachende, pratende plattelanders verzameld waren. De toortsen die ze droegen waren elektrische tuinfakkels, die je kon kopen voor 2 euro per stuk. Enkele deelnemers hadden zich verkleed als wolven, schapen en varkens.  De samenkomst trok zoveel aandacht dat zelfs de burgemeester van Oudenburg zich had verwaardigd om langs te komen. Pony’s, biggetjes en een Grote Boze Wolf Hoe gemoedelijk de sfeer ook was, de spandoeken en kartonborden toonden een minder fraai plaatje. Van het krachtige ‘Weg wolf’ tot het krakkemikkige ‘Wij willen boeren, maar geen wolven voeren’, elke slogan protesteerde tegen de aanwezigheid van de illustere voorouders van onze trouwe viervoeters. De boodschap was duidelijk: Limburg is op oorlogspad. Zoals in elke oorlog was de waarheid het eerste slachtoffer. Geïnterviewde deelnemers waren overtuigd dat de wolf was ‘uitgezet’. Sommigen vonden dat wolven thuis horen in een reservaat. Een vrouw was zo overtuigd van de bovennatuurlijk krachten van een wolf, dat ze meende dat zelfs een wolvendraad geen soelaas biedt tegen zijn het verzamelde hoogspringtalent van een wolvenroedel. Een beproefde tactiek uit de oorlogspropaganda is om kinderen in het plaatje te brengen. Wat als de wolf genoeg krijgt van lamsboutjes? Wat als hij meer zin heeft in kindervlees? Schermen met de dreiging van angstige, huilende en weerloze kinderen is doorgaans voldoende om de harten te winnen. De kans dat een wolf een kind doodbijt is weliswaar kleiner dan dat er een meteoriet in je beerput valt, maar koude logica is zelden bestand tegen de verzengende hitte van een mensenmassa in beweging. Een ander typisch kenmerk van propaganda is dat de ‘dreiging’ in alle geuren en kleuren wordt benoemd, terwijl de ‘oplossing’ gehuld blijft in nevelen. Tenslotte beschouwt niemand zich graag als een moordzuchtige gek die het uitroeien van een diersoort op zijn geweten heeft. Nee, de wolf is slecht. Niet wij, gewone mensen, die vol zitten met goede bedoelingen en praktische oplossingen. Tijdens de ‘Grote Boze Wolven’-mars kwamen veel staaltjes van die ‘praktische oplossingen’ aan bod. Twee mannen in carnavalskostuum – de ene verkleed als wolf, de andere als varken – suggereerden dat ‘ze’ de wolf gewoon moeten ‘wegdoen’. Hoe dat moet gebeuren, was minder duidelijk. Misschien hoopten ze de roedel te vangen in een net en hem te droppen boven de Russische steppen? Of misschien moesten ze te rade gaan bij de vrouw die bang is dat een roedel wolven over haar wolvendraad springt. De wolf is weliswaar een prachtig dier, zei ze, maar toch hoort het dier hier niet thuis. Ze stelde dan ook voor om alle wolven op te sluiten in een reservaat afgebakend door een gigantisch hek. De wolf is een angsthaas De argumenten van de actievoerders zijn niet nieuw. Ze duiken overal op waar mensen in conflict komen met wilde dieren. Ook in de Pyreneeën en de Alpen klagen lokale bewoners over beren en wolven die met ‘te veel’ zijn en ‘hier niet thuishoren’. Ook al neemt niemand het woord uitroeiing in de mond, het is wel de logische consequentie van zo’n gedachtegang. Mensen houden van wilde dieren, zolang ze niet in de buurt komen. In een wereld gedomineerd door mensen komt die eis echter neer op een doodvonnis, een zware straf voor een schepsel dat minder gevaarlijk is dan een schoothondje. Aanvallen van wolven op mensen zijn immers extreem zeldzaam. De voorbije 50 jaar vielen wereldwijd slechts 17 slachtoffers door de aanval van een wolf. De helft van die gevallen had bovendien te maken met hondsdolheid, een ziekte die in onze contreien is uitgeroeid. Andere aanvallen hebben dan weer te maken met dieren die zich in het nauw gedreven voelen. Daarvoor bestaat echter een eenvoudige remedie: Laat die beesten met rust. Kortom, mensen lopen meer kans om verscheurd te worden door hun poedel, dan om opgepeuzeld te worden door een wolf. De mens zou nochtans een makkelijke prooi kunnen zijn, maar eeuwenlange vervolging heeft wolven bang gemaakt. Dat is een gevolg van natuurlijke selectie. Schuwe wolven maken nu eenmaal meer kans om een confrontatie met mensen te overleven, dan hun stoutmoedige soortgenoten. De kans dat jouw dochter of kreupele moeder wordt opgepeuzeld door de boze sprookjesschurk is dan ook fabelachtig klein. Wie wel moet vrezen zijn schapen, koeien, geiten, pony’s en honden. Volwassen runderen en paarden zijn zelden slachtoffers, al worden verzwakte en oude exemplaren wel eens aangevallen. Een wolvenroedel met een eigen, goed afgebakend territorium valt echter minder snel landbouwdieren aan. Gedomesticeerde dieren vormen bovendien een miniem onderdeel van een wolvendieet. Wolven jagen liever op wild, zeker als ze eenmaal begrijpen dat vee eigenlijk een lastige prooi is. Veehouders kunnen het gedrag van wolven mee sturen door het plaatsen van wolfwerende omheiningen. Een goed geïnstalleerde schrikdraad voorkomt 98% van alle aanvallen en leert wolvenroedels dat ze in de toekomst beter geen moeite doen om een sappig schapenboutje te veroveren. Een bijkomend voordeel is dat zo’n omheining ook loslopende honden op afstand houdt. Alle andere oplossingen – met de mogelijke uitzondering van kuddebeschermingshonden – zijn onrealistisch en wreed. De ‘oplossing’ om wolven op te sluiten in een reservaat gaat volledig in tegen hun sociaal gedrag. Wolven groeien op in een roedel – die in de meeste gevallen niet meer is dan een kerngezin met een vader een moeder, hun welpen en af en toe een paar oudere dieren. Van zodra een wolf groot genoeg is verlaat hij zijn familie om een partner te zoeken. Daarnaast is het territorium van een Europese wolf gemiddeld 200 km². Ze opsluiten in een afgesloten reservaat dat groot genoeg is om aan hun sociale én culinaire behoeften te voldoen is simpelweg onmogelijk. De gevolgen op het gedrag van wolven (en andere diersoorten) zou te groot zijn. Fabulerende aap Deze argumenten zijn welbekend voor wie een beetje vertrouwd is met de kwestie. Waarom zijn de ‘wolfsceptici’ dan zo standvastig in hun waanbeelden? Is het slechte wil? Zijn ze dom? Slecht geïnformeerd? Of kan het ze gewoon niet schelen? Een verklaring voor dit fenomeen is dat ook mensen typisch gedrag vertonen, dat vaak een gevolg is van hun oververhitte intelligentie. Aanhangers van ‘fake news’ worden vaak beschouwd als dom, onwetend of irrationeel. Nochtans hechten niet enkel mafketels en goedgelovigen belang aan aantoonbaar foute complottheorieën. De meest fervente verdedigers zijn vaak hooggeschoolden met een bovengemiddelde (zij het geen uitstekende) kennis van het onderwerp. De reden daarvoor is eenvoudig: Wie zichzelf en anderen via boeken, artikels of documentaires, kan overtuigen van een stelling – hoe van de pot gerukt ook – heeft daar doorgaans behoorlijk wat denkkracht voor nodig. Complottheorieën en ‘fake news’ zijn bovendien geen fenomeen uit de marge. Een recente peiling toont aan dat maar liefst 67% van de Fransen geloof hecht aan het scenario van een ‘Grand Remplacement’ – de theorie die stilt dat massamigratie een instrument is om de Franse, christelijke beschaving te vernietigen. De mens is het intelligentste dier op aarde, maar intelligentie is geen waarborg voor redelijkheid. Ook toegang tot betrouwbare kennis is geen waterdichte garantie dat mensen het licht van de rede zien. Nooit eerder heeft de mens zoveel onderwijs, wetenschap en informatie gehad. Toch tieren complottheorieën weliger dan ooit tevoren, zelfs bij mensen die zogenaamd ‘beter zouden moeten weten’. Een eerste verklaring hiervoor is dat mensen niet enkel redelijke wezens zijn. Ze zijn ook angstig, boos, verdrietig, bezorgd, beschaamd, liefdevol. Kortom, mensen zijn betrokken. Ze hebben belang bij wat er in de wereld gebeurt. Dat staat vaak haaks op de belangeloosheid die we met intelligentie en redelijkheid associëren. Intelligentie wordt door psychologen doorgaans gedefinieerd als het vermogen om informatie te verzamelen, kennis te vormen en die vervolgens te gebruiken voor het oplossen van problemen. Die probleemoplossende capaciteit heeft twee functies: het leven vergemakkelijken en ‘de waarheid’ achter dat leven achterhalen. Intelligentie is de basis van de agrarische, technische en industriële ontwikkeling van de mens, maar ook van wetenschap en filosofie. Net die intelligentie zou ons onderscheiden van andere diersoorten. Intelligentie is echter ook de voedingsbodem van de akelige kanten van de menselijke natuur. De ‘animale gevoelens’ (angst en woede) zijn slechts de eerste vonken voor geweld. Dat brengt ons bij de tweede verklaring van onze neiging tot irrationalisme. De echte dreiging komt van het verstand zelf, dat die emoties zodanig ophitst dat de vonkjes uitslaan tot een bosbrand.  De menselijke rede is immers in eerste instantie een fabulerende rede. Ze ontwikkelt zich in groep, zoals een straf verhaal dat tot stand komt op een studentenfuif, waar de deelnemers iets te kwistig van een joint trekken. Iedere trek voegt een extra detail toe aan een vertelsel, dat steeds rijker en sappiger wordt, tot het de status krijgt van een legende of een mythe. De basis van de menselijke intelligentie is creativiteit – het vermogen om nieuwe, ongewone ideeën te scheppen. Het succes van de moderne wetenschappen en technologie heeft ons hiervoor blind gemaakt, hoewel die niets zouden zijn zonder het creatieve brein van fysici, chemici, ingenieurs, biologen, architecten, ambachtslui. De waarheid is dat moderne wetenschap niet simpelweg de triomf van de menselijke intelligentie is. Het is de triomf van het verstand over zichzelf. Wetenschap is maar succesvol omdat de rede op tijd een grens trekt aan wat ze mag denken. De wetenschappelijke rede is dan ook een ascetische rede. Ze is zich voortdurend bewust van haar feilbaarheid in het achterhalen van de waarheid. Overgelaten aan zichzelf geeft de menselijke geest zich net over aan mythes, poëzie en theater. Hoe creatief ook, de menselijke verbeeldingskracht gedijt toch vooral in heel traditionele verhaalvormen, die bevrediging zoeken voor ons verlangen naar heldendom. Dat mensen zich verzamelen in een vrolijke stoet tegen een diersoort, waarvan ze de kwaadaardigheid schromelijk overschatten, is dan ook geen toeval. De wolf appelleert aan onze voorliefde voor een schurkachtige Ander (de wolf), een sympathieke held die ook een beetje slachtoffer is (de Limburgse boer), en een dramatisch voorval dat de hele epiek in beweging zet (‘wolf doodt schaap’). Alle andere personages zijn maar belangrijk voor zover ze een functie hebben in het verhaal. Het Grote Boze Wolven-epos kent een grote reeks aan nevenpersonages en figuranten: slachtoffers (pony’s, schapen, kinderen), handlangers (honden, de man of vrouw in de straat, opportunistische burgemeesters) en verraders (natuurbeschermers, politici, ‘Europa’). Empathische geest De mens is een geboren relnicht. Theatraliteit is zijn tweede natuur, maar het is niet zijn noodlot. Mensen zijn ook ascetische dieren. Ze zijn graag bereid om hun zintuigen uit te hongeren en hun geduld op de proef te stellen als ze geloven dat die lijdensweg eindigt bij de spreekwoordelijke kom rijstpap met gouden lepeltjes: een goddelijke openbaring, wetenschappelijke mijlpaal, sportieve prestatie of de catharsis op het einde van een goed boek. De grootste triomf van de mens is echter niet deze ascese, die zelfverloochening accepteert omdat een grotere beloning wacht, maar empathie: het vermogen om uit jezelf te treden, het perspectief van een medemens – of mededier? – aan te nemen – zelfs als daar géén beloning van afhangt. Empathie is geen simpele gedaanteverwisseling. Wat een ander denkt en voelt, is nooit direct waarneembaar. Het komt enkel tot de eigen ervaring via lichaamstaal, geluiden, handelingen en woorden. Wie wil begrijpen moet dus interpreteren. Empathie is dan ook de hoogste vorm van creativiteit. Het dwing mensen om uit hun eigen rol te treden en een rem te zetten op de wilde gedachten die hun geest bijna automatisch over de anderen denkt. Juist in die belangeloosheid en zelfbegrenzing ligt de ultieme menselijke vrijheid. Empathie staat goed beschouwd dichter bij wetenschap dan mensen aannemen. Inlevingsvermogen is de sleutel voor succes in onder meer de gedragsbiologie (of ethologie), de wetenschapstak die nagaat waarom een diersoort zich op een bepaalde manier gedraagt, hoe dat gedrag is ontstaan en hoe individuele dieren zich door hun leven ontwikkelen. Nodeloos te zeggen dat empathie dus ook een middel is om de verhouding tussen mensen en wolven te herdenken. Tragische mens De tragiek van een mensenleven is echter dat empathie verdomd moeilijk is voor een wezen dat met al zijn emoties en zintuigen geketend blijft aan de eisen van het bestaan. Dit verklaart waarom mensen andere diersoorten zo zelden een eigen plek onder de zon gunnen. Empathie is voor mensen zowel te moeilijk als te makkelijk. Mee leven, mee denken en mee voelen is het loodje te veel voor wie al een zware last torst. De boer die zijn schapen verliest of het gezin met een doodgebeten pony heeft weinig boodschap aan relativering door natuurbeschermers en gedragsdeskundigen. Ook vee-eigenaars verdienen empathie. Al is het maar omdat een diersoort beschermen in een wereld gedomineerd door mensen weinig zin heeft als de mensen het dier liefst zien verdwijnen. Voor andere mensen is empathie dan weer te gemakkelijk – of beter gezegd: het leert hen dat hun leven te banaal is voor de rol die ze zich graag toebedelen, namelijk die van de held. Een simpele perspectiefwissel toont immers dat mensen weinig hebben te vrezen van een wolf. In tegenstelling tot mensen hebben wolven – nou ja – een hondenleven. Ze staan bloot aan vergiftiging, verkeersongevallen en ziektes. Eeuwenlang werden ze door de mens meedogenloos vervolgd tot ze in veel contreien uitgeroeid waren. Zelfs zonder toedoen van die rechtopstaande, geklede aap leven wolven in een bijna permanente staat van uithongering. Mensen daarentegen hebben geen natuurlijke vijanden. Het grootste gevaar in hun leven is de samenleving die ze rond zich hebben gebouwd. Voor de meeste West-Europeanen is zelfs die maatschappij niet bijzonder uitdagend. De doorsnee West-Europeaan maakt zich druk om ochtendfiles, buurjongens wiens skateboards te veel lawaai maken, accijnzen op bier en tabak, een kras op de voorruit van zijn BMW X1, de fiscale aftrekbaarheid van een tweede verblijf of een burenruzie om een overhangende tak. Juist dit comfortabele leven maakt een demystifiëring van de wolf  zo onaantrekkelijk. De fabulerende diersoort homo sapiens wil immer graag de hoofdrol spelen in de verhalen die hij zich vertelt, maar wat stelt een held voor zonder vijanden? In zijn Aards Paradijs zonder goden, helden of demonen kan enkel een ouderwetse sprookjesschurk hem nog redden – ook als hij die zelf moet uitvinden. Pieter Van der Schoot

Pieter Van der Schoot
7 0

Als een elf in een trollenwereld

Als ik mij in de grote krioelende buitenwereld begeef, moet ik scheef lopen. Een beetje gebukt ook en eigenlijk zou ik afgezien van mijn mond ook mijn neus moeten bedekken. Maar dat laatste laat ik, als een stille act van rebellie, achterwege. Het meest waardevolle deel van mezelf blijft thuis en ik handel zo snel mogelijk af wat er op het programma staat. De bevoorrading gebeurt efficiënt en compact, ik laat geen vuil water insijpelen. Maar spetters of soms zelfs een douche kan ik niet vermijden. Eenmaal weer thuis, in de veilige zone, veranker ik mezelf aan de fundering. Echte ontlading is een herinnering, ik rust in tijdelijke simulaties. Ik leef als een elf in een trollenwereld. Alles is bedekt met een laagje gif en ik herken mijn eigen spiegelbeeld niet. Het is wel degelijk hier dat ik moet zijn, het constante geschraap van mijn bestaan tegen de puntige wanden van de omgeving vormt geen bewijs van een vergissing. Mijn wonden worden open gehouden, doch zijn klein genoeg om er niet van te sterven. Het lijden is met de tijd redelijker geworden, alsook ben ik mijn magische kracht steeds beter gaan beheersen. Tijd en mogelijkheden werden mij gul bedeeld, om het ontdekken en ontplooien van mijn vleugels een kans te geven. Ik kan niet zeggen dat ik het gevoel heb er alleen voor te staan, ik hoor het gejuich aan de zijlijn zachtjes rinkelen. Ontroerd door vederlichte aanmoedigende strelingen reik ik met mijn armen naar boven, waar mijn smekende blik botst op de onbewogen bevestiging dat het hier beneden is dat ik moet blijven. Hier vindt de ervaring plaats waar ik met een gedempte kreun van tegenzin en inspanning mijn kamp opsla en enkele hoeken vanuit strategische plaatsen belicht. Vanzelfsprekend, als van nature, doemt de mogelijkheid om te vluchten voor mijn zwevende voeten op. Ik manoeuvreer errond, steeds behendiger in het vermijden van een val. De duisternis is mijn huisgenoot en tevens het dichtstbijzijnde vehikel dat altijd paraat staat om mij weg te voeren. Terug naar het beginpunt, zonder mededogen mij het uitzicht op een verlossende exit ontziend. De wereld en ik, we oefenen invloed uit op elkaar. Een wisselwerking waarbij de schaalverhoudingen op de mesthoop van misleiding en ontmoediging worden gegooid. Mijn blik glijdt door een steeds groter wordend venster dat enkel op de binnenkant uitkijkt en mij alles laat zien dat ik even vergeten moest om aan te sterken. De schaamte voor mijn authentieke kleuren brokkelt verder af, ik doe zelfs geen moeite meer om het gruis onder het tapijt der betamelijkheid te vegen. Ik heb de mogelijkheid dat ik waanzinnig zou worden, steeds in mijn achterhoofd laten leven. Als een toevluchtsoord waar de spanning van rond mijn middel valt en ik schouderophalend mijn ongeschonden waarheid terugvind.   https://www.karoliendeman.com/blog/2021/11/15/als-een-elf-in-een-trollenwereld

KarolienDeman
7 0