Daphne Muylle

Gebruikersnaam Daphne Muylle

Teksten

Curieuzeneuze

                                                                                                 Kortrijk, 22 mei 2018   Dag Ingemar,   Reeds een zevental weken kruipen we allebei achter onze computer, en nog meer in ons hoofd en hart, om de opdrachten van ‘Brieven aan een onbekende’ tot een goed einde te brengen. Terwijl ik dit typ, staan alle deuren en ramen hier in huis wagenwijd open: de lente heeft intussen volop haar intrede gedaan en de zomer lonkt. Wat een contrast met die eerste brief; herinner je je het nog? Jij beschreef het toen zo mooi in die eerste alinea, waarbij je eindigde met: ‘het is lastig balanceren op die eindeloze uitlopers van de polar vortex’. Van bij het begin werd ik geïnspireerd door jouw heel poëtische, rijke taal en eigen(zinnige) kijk op de wereld. En hoe je met weinig woorden toch veel kan zeggen; iets wat voor mij dan weer een hele uitdaging is. Ging het schrijven vlot? Zo leek het jou althans wel af te gaan … De voorbije weken heb ik geprobeerd om mij een beeld te vormen van jou en van jouw leefwereld. Ik heb de ‘curieuzeneuze’ in mij bedwongen en jou niet gegoogeld of opgezocht op Facebook. Ik schat dat je een stukje jonger bent dan ik, zo eind de twintig. Dat je graag een portie cultuur meepikt en een scherp observatievermogen hebt. Dat jouw weekend pas echt begint met de weekendkrant (hier van hetzelfde)! En dat de paprika door jouw tot 'groente non grata' werd gebombardeerd. Daar heb ik dan weer smakelijk om moeten lachen, ondanks het verhaal van de algehele malaise.     Jouw derde brief heeft me het meest geraakt en vooral het laatste zinnetje is bij mij enorm binnengekomen. Het toonde jou op een andere manier, vond ik. En het deed me goed dat ook jij een herinnering omtrent jouw gezin had gedeeld, omdat dat een onderwerp is dat me na aan het hart ligt (en dan vooral mijn zus en die twee broers in het bijzonder). En tegelijk ligt het wel wat gevoelig, omwille van de complexiteit van de situatie vroeger en nu. Jij bent blijkbaar ook opgegroeid in een groot gezin: hoe heb jij dat ervaren? Heb je een goede band met jouw broers/zussen?   Wat jouw tweede brief betreft, zit ik wat op mijn ‘honger’ wie de persoon is van de ‘befaamde jambalaya’ en hoe jullie verbonden zijn met elkaar. Zal de Romereis er nog van komen en zou je dat graag hebben? Of heeft de ontmoeting met Sofie en de reis die deze zomer gepland staat dat doorkruist? Over die ontmoeting gesproken: Sofie heeft heel duidelijk een enorme indruk op jouw gemaakt. Ik gok dat je deze zomer een groepsreis zal doen (met Joker?) en dat je Sofie tijdens een kennismakingsmoment ontmoet hebt, klopt dat? Hoe stel jij je de reis voor; ben je zelf van plan om toenadering te zoeken als zij daar geen stappen in onderneemt? En vooral: wat is er in haar dat jou zo hard aanspreekt en wat raakt zij bij jou?  Spannende tijden dienen zich in ieder geval aan!   En om af te sluiten: zijn er zaken in het leven waar jij mee worstelt, waarin jij een manier zoekt om je ertoe te verhouden? Doorheen mijn schrijfsels zal je wel gemerkt hebben dat dat bij mij wel het geval is. En ontmoeten we elkaar op de schrijfdag de 2e juni? Vannacht heb ik er zelfs over gedroomd dat we elkaar ontmoetten. Ik herinner me alleen maar flarden, maar we moesten samen één of andere uitdaging aangaan (iets in de trant van ‘De Mol’) en het liep niet van een leien dakje, haha. Op een gegeven moment bevonden we ons zelfs ergens in een berglandschap. En wat later zaten we dan weer samen in een kleine rode auto op weg naar mijn werk; jij achter het stuur. Als ik het mij tenminste allemaal nog goed herinner. Welke associaties je ‘s nachts toch kan maken; dat was nog eens voer geweest voor die vierde opdracht. In elk geval, jij had blijkbaar nogal wat dromen die het daglicht niet mochten zien. Heb je intussen het hoofd van jouw collega Jozefien al op hol gebracht? Of durf je het aan om daar in jouw laatste brief een stukje van prijs te geven? Ik kijk er alvast naar uit!     Bedankt voor jouw brieven en misschien tot binnenkort, Zonnige groet,   Daphne

Daphne Muylle
0 0

Brief aan Ben

                                                                                                   Kortrijk, 15 mei 2018   Ben,   Onze eerste ontmoeting dateert al van enige tijd geleden. We schrijven eind september 2000: de eerste activiteit van de studentenvereniging. Jij nam deel als ‘peter’ van de nieuwkomers; de groep waartoe ik behoorde. Diep vanbinnen in ons allebei woedde een hevig verlangen naar een lief en naar een hechte verbondenheid. Een verlangen naar ‘thuiskomen’. We bleken niet alleen onze studiekeuze gemeenschappelijk te hebben, we deelden ook een diepe gekwetstheid en een wezenlijk gemis. Allebei wisten we maar al te goed hoe het voelde om zware verantwoordelijkheden op die frêle kinderschoudertjes mee te torsen. Verantwoordelijkheden die je op je achttiende niet zomaar even aflegt. Zo hebben we elkaar dus ontmoet: met een verzwaard hart. En niet met die onbevangenheid zo eigen aan die leeftijd. Jij was de eerste en nog altijd de enige bij wie ik echt helemaal mezelf kan zijn. Met al mijn kleuren en mijn niet-aflatende gedachten– en woordenstroom. De eerste ook bij wie ik het masker kon afleggen van het immer vrolijke meisje dat de hele wereld aankan. Sindsdien ontmoeten we elkaar telkens opnieuw: in het dagdagelijkse (samen)leven en in onze zoektocht naar dat ontbrekende stuk van onszelf. Het leverde tot nu toe een intense en best wel woelige tocht op. Eén die ons reeds in vele uithoeken van de wereld, maar ook dichter bij huis bracht. En nog meer in de diepe krochten van onze innerlijke wereld. Het tempo en de manier waarop we daar allebei betekenis en inhoud aan geven, verschilt bij momenten stevig. Soms zorgt dat voor verwijdering, andere momenten voor een diepere connectie. Onze ontmoetingen houden ons een spiegel voor en die is niet altijd even mals. Gelukkig is er ook onze humor: één welgemikte opmerking van jou kan me nog steeds op slag ontwapenen.  Reeds van bij het prille begin stimuleren we elkaar in onze ontwikkeling. En waar nodig zetten we de ander met de voeten op de grond. Zo ontdekken we steeds meer wie we zijn, als individu en als koppel. Hoe je je verhoudt tot elkaar en tot de wereld. Samen leren we het leven te leven: elke dag opnieuw is een kans om daarin te groeien. En de grootste uitdaging blijft: dicht bij onszelf blijven. En stukje bij beetje loskomen van die verwachtingen die niet de onze zijn. Intussen overstijgt onze band steeds meer die leegte die ons initieel naar elkaar toe gedreven heeft. En daarmee zijn we ook op een heel belangrijk punt in ons leven aanbeland. Een punt dat we steeds voor ons uitgeschoven hebben, maar nu kunnen we er niet meer omheen: durven we de keuze maken om onszelf en de ander te ontmoeten in die tot nog toe onbestaande rol in ons leven? Misschien wel de meest bijzondere en meest uitdagende. En daarin een nieuw wezentje te ontmoeten ...    Veel liefs,    Daphne   

Daphne Muylle
0 0

Brief aan 'de zwarte panter'

                                                                                                   Kortrijk, 4 mei 2018     Zwarte Panter,    Al heel lang ben je prominent aanwezig in mijn leefwereld. Het ‘zwarte beest’ dat niet van mijn zijde wijkt. Dat me voortstuwt en over mijn grenzen drijft. Dat me doet geloven dat ik zonder jou niets waard ben.  Ik verkeerde in de waan dat jouw aanwezigheid onontbeerlijk was; een geschenk! Dat jij me beschermt, kracht geeft en het beste in mij naar boven haalt. Ik gaf jou vrij spel en bleef jou maar voeden. Jij sloeg compleet op hol en sleepte mij steeds verder achter jou aan. Onlangs ben ik ontwaakt: jij holt me uit, drijft me weg van mezelf en maakt me kwetsbaar. Eindelijk zie ik het.  Jij donderde van jouw torenhoge voetstuk. En ik probeer recht te krabbelen. Jouw nieuwe positie bevalt jou niets. Je manifesteert je als nooit tevoren (ook nu voel ik jouw hete adem in mijn nek). Je probeert mij op alle mogelijke manieren opnieuw te verleiden tot overgave.  Ik ben echter vastberaden: het is nu aan mij! Ik neem de regie van mijn leven opnieuw in handen. En ik laat jou los; hier en nu. Ik weet dat jij mij niet zal loslaten. Dat je te pas en te onpas zal blijven opduiken. Dat ik jou nooit helemaal zal kunnen temmen.  Die illusies kan ik steeds beter laten varen. Mijn geloof groeit dat er een dag komt, waarop ik jou recht in de ogen zal kijken en overtuigd deze woorden zal uitspreken: ‘Ik ben helemaal goed zoals ik ben’.    Daphne

Daphne Muylle
0 0

Trip down memory lane

                                                                                               Kortrijk, 25 april 2018   Lieve vriendinnen,   Vannacht gingen we al op citytrip: hola Sevilla! Ruim vijf maanden te vroeg, ik weet het. Maar een mens mag al eens dromen hé. De zon deed haar best terwijl we door de pittoreske straatjes van deze zuiderse parel dwaalden. Vraag me niet hoe, maar op een bepaald moment ging ik hard onderuit op die verraderlijk gladde Spaanse trappen. Nochtans, de slippers al een hele poos geleden ingewisseld voor steviger schoeisel, om mij te wagen aan buitenlandse avonturen. Meer bepaald na het befaamde trappenincident in die hostel in Zadar, ik moet er jullie waarschijnlijk niet aan herinneren. In ieder geval, daar zat/lag ik dus. Jullie deden jullie best om bezorgd te zijn, terwijl jullie het eigenlijk niet konden houden van het lachen. Net als ik trouwens, tussen de schaamte (een beetje toch) en de pijnscheuten door. Enter de terugvlucht een dag later. Met een zwemband op zo’n veel te krap zitje op een overvol toestel van Ryanair; gênanter dan dat kan het waarschijnlijk niet worden. Wel veel minder lang onderweg dan met de bus van Kroatië naar België, dat gelukkig wel. En misschien was het ook wat overdreven om voor die korte vlucht een zwemband mee te nemen, bedenk ik me nu. Tijdens de nacht heeft men nu eenmaal de neiging om de dingen wat te overdrijven. Voor de rest was het supergezellig en verliep alles als vanouds: van ’s ochtends tot ’s avonds op schok om zoveel mogelijk te bezichtigen, intussen volop de sfeer opsnuivend. Enthousiast inkopen doen in de lokale supermarkt om daarna massa’s aperitiefhapjes te verorberen tot we er buikpijn van kregen en te moe waren om nog uit eten te gaan. En bovenal heel veel babbelen en lachen, echt heel veel! Meisjes van 36 blijven in de eerste plaats meisjes. Vooral als ze nog eens samen op pad mogen en hun (zware) rugzak met verantwoordelijkheden voor een paar dagen mogen inwisselen voor die lichte handbagage. Ik kijk er dus naar uit en ik hoop jullie ook (en ik zal extra voorzichtig zijn op de trappen). O ja, en Sarah was weer haar pyjama vergeten (ik zei het jullie toch, alles zoals vanouds ;-)).   Tot in oktober,   Abrazo,   Daphne  

Daphne Muylle
0 0

Het perfecte plaatje

                                                                                 Kortrijk, vrijdag 20 april 2018     Dag Ingemar,   Op mijn netvlies staat een foto gebrand. Een foto van vijf mensen die zich samen in een gammel motorbootje bevinden: vier kinderen, tussen de bijna achttien en bijna vier jaar, en een vader. Een ‘gezinsuitstapje’ in de grote vakantie op initiatief van de vader, zo’n achttien (slik!) jaar geleden. Ze waren te laat - dat gebeurde wel vaker - om nog de toeristenboot te nemen en net dat zorgde voor een veel leuker micro-avontuur. Zo mochten ze met zijn zessen het moerasgebied van Claire’Marais in Noord–Frankrijk zelf bevaren. De vier kinderen, met hun haren naar achteren geblazen door de wind, zitten gezellig samengepakt; de jongste daarbij dicht tegen de oudste aanleunend. De drie oudsten hebben van die oversized stevige regenjassen aan, uitgeleend door de organisatie. Zelfs dat beetje regen kon hen niet deren, integendeel, het maakte de beleving nog een tikkeltje mystieker. Het perfecte plaatje van een gezin (vijf voor en één achter de lens), of zo lijkt het toch. Zes mensen die een tijd geleden samen onder één dak (en nu in dat bootje) beland waren en heel hard probeerden om het perfecte gezin te vormen. Niet veel later zou dat zijn tol eisen en het schijnbaar perfecte plaatje zou uit elkaar vallen. De aandachtige kijker ziet de barsten al en de gebroken harten die achter ieders voorzichtige glimlach schuilgaan. Liever dan naar die foto te kijken met de bril van die rauwe realiteit, verkies ik om ernaar te kijken vanuit mijn hart. Een hart dat nog steeds overstroomt van liefde voor die twee broers en die zus. Theoretisch gezien kloppen die benamingen zelfs niet helemaal, maar dat maakt mij niets uit. Vanwaar toch die enorme drang van de mensheid om alles en iedereen in - gemakkelijk te begrijpen - vakjes te duwen? Mijn hart voelt niet in vakjes. En ook al is onze onderlinge band misschien moeilijk te definiëren, wij vieren delen een stukje geschiedenis en dat zorgt voor een levenslange connectie. En dat koester ik, net als die foto. Een registratie op de gevoelige plaat dat we ooit bij elkaar hoorden en bovendien één van de laatste keren dat we nog in die constellatie samen waren. Inmiddels zijn we alle vier volwassen (ja, ook die kleine broer!) en onze levens kunnen niet méér verschillen. Gelukkig zijn er onze smartphones met hun handige applicaties, zodat we nog een beetje op de hoogte blijven van elkaars doen en laten. Die twee stoere jongens zijn echt kinderen van hun tijd (confronterend, die generatiekloof). Zoiets als brieven schrijven of alles wat maar een beetje ruikt naar sentimentaliteit, is aan hen niet besteed. Als fervente snowboarders verblijven ze heel vaak in de bergen en zijn ze steeds op zoek naar avontuur. En binnenkort ook naar (vast) werk – reality check! De zus woont met haar gezin in een nieuwbouwwijk in het Leuvense (in jouw contreien dus Ingemar, als ik het goed voorheb tenminste). Waar de kinderen met hun vriendjes op straat kunnen spelen dat het een lieve lust is en de tijd van hun leven lijken te hebben. Getuige daarvan de stroom digitale foto’s die regelmatig op onze schermen verschijnen. En dat meisje van net geen achttien op die old school-foto? Die heeft zich met hart en ziel in het leven en haar werk gestort. Gedreven door een enorme honger om steeds haar grenzen te verleggen en ervaringen op te doen, reisde ze al flink wat af, volgde ze opleidingen, creatieve workshops … en investeerde ze in haar sociale relaties. En tegelijk bouwde ze samen met haar vriend aan een stevig(e) (t)huis. Waarvan ze hoopt dat het een veilige haven is, waar die drie anderen - met al wie bij hen hoort - tussen al dat whatsappen door graag eens komen aanmeren …       Warme groet,   Daphne

Daphne Muylle
0 0

Opladen

                                                                                               Kortrijk, 08 april 2018   Emmely,   Tot zo’n zestal maanden geleden had ik er zelfs nog niet van gehoord. En toen ik na vele omzwervingen in jouw les ‘restorative’ yoga terechtkwam, was het niet direct grote liefde. Echt alles in mij ging in weerstand. Toch bleef ik vastberaden volhouden tot de ontspanning en rust hun intrede deden. En ik me, op de tonen van jouw warme stem en dankzij jouw down to earth-aanpak, steeds meer voelde thuiskomen op de yogamat. Ik vind het wel grappig hoe jij de klinkers zo anders uitspreekt. En hoe je de vorige keer verrukt uitriep: ‘een kaartje!’, toen ik er na zo’n vijftiental lessen eindelijk in geslaagd was om mij een tienbeurtenkaart aan te schaffen. Zelf blijf ik wel hardnekkig de klemtoon van ‘restorative’ anders leggen; een laatste restantje verzet hier diep vanbinnen?    Lieve groet,   Daphne                                                                                                                                                                                                                                        Kortrijk, 10 april 2018   Emmely,   Vanavond mocht ik weer. Inmiddels betekent dat feest voor mijn hoofd en lijf. Vele nieuwe gezichten keken me aan toen ik op het allerlaatste moment de zaal op kousenvoeten betrad. Waarna je ons opnieuw zacht meevoerde in de wondere wereld van de ontspanning. Ik probeer die zachtheid in mezelf ook hierbuiten aan te spreken. En steeds authentieker in het leven te staan; een gigantische uitdaging. Is dat bij jou ook het geval? Het lijkt jou zo gemakkelijk af te gaan, maar misschien zie ik dat verkeerd. Ik laat me er in ieder geval graag door inspireren, alsook door de quote waarmee je ons telkens de nacht instuurt. Al vond ik het de laatste keer wel jammer dat we ons nog in de houding aan het installeren waren; zo kon ik de woorden niet bewust in me opnemen. Ach, niet getreurd, volgende week heb ik een nieuwe kans.    Lieve groet,   Daphne                                                                                                                                                                                                                                          Kortrijk, 15 april 2018   Emmely,   Vrijdag was er een reünie van mijn opleiding en twee dagen lang heb ik er mijn hoofd over gebroken aan wie iemand van de groep mij nu toch zo hard deed denken. Tot ik eindelijk doorhad dat het jou betrof, althans qua fysieke verschijning. Eigenlijk weet ik haast niets van jou, maar je intrigeert me wel. Een babbel bij een lekker theetje - of twee - zou ik dan ook niet afslaan. Ik heb zo’n vermoeden dat we allebei honderduit zouden praten en dat de middag voorbij zou vliegen. Om het op zijn West-Vlaams te zeggen (of althans een poging): ‘ik peis da je gy wel 'n toffe zyt’. En misschien iets helemaal anders, maar ik vind het fascinerend hoe jij jouw gestaag opkomende grijsheid gewoon zijn natuurlijke gang laat gaan. Waar ik die paar glanzende grijze haren al pure horror vind. Misschien zit jouw yogapad daar wel voor iets tussen. Zou ook ik die innerlijke rust steeds meer ervaren, als ik het mijne verder blijf bewandelen?    Lieve groet,   Daphne                                                                                                                                                                                                                                        Kortrijk, 17 april 2018   Emmely,   Vandaag heb ik thuis een halfuurtje de tijd genomen om wat oefeningen te doen en wat was dat heilzaam! Jouw input vanuit de lessen kan ik daarbij goed gebruiken. Je merkt; ik ben ermee bezig. En deze woorden (of wat ik ervan onthouden heb), weerklinken hier nog steeds bij mij van binnen: ‘Rest is not self-indulgence Rest is self-preservation Slowing down is waking up’    Namasté,   Daphne

Daphne Muylle
0 0

Die tijd van het jaar

                                                                                           ***, dinsdag 3 april 2018   Dag onbekende,   Terwijl ik deze zinnen typ, op deze troosteloze dinsdagnamiddag in de paasvakantie, bevind ik me op de eerste verdieping van ons huis. Meer bepaald in ons bureautje, of toch iets wat daarvoor moet doorgaan. Echt gezellig kan je het niet direct noemen, laat staan ‘pinterestwaardig’. Het is eerder functioneel ingericht, met een stevige en best wel mooie op maat gemaakte bureautafel, een degelijke bureaustoel en een witte boekenkast (de alom bekende ‘Expedit’ van IKEA). Wat wil een mens nog meer? Bovendien is ons kleine bureautje de voorbije periode één van mijn favoriete toevluchtsoorden geworden. Waar ik kan verdwijnen achter de laptop en waar tijd en ruimte voor even lijken te vervagen. Het is rustig in onze straat en er dringen nauwelijks geluiden van buiten ons huis binnen. Doorheen het raam rechts van mij vang ik een glimp op van de dikke grijze wolken, die traag over de daken van de huizen heen glijden. Al weken kijk ik reikhalzend uit naar de lente, naar blauwe lucht, zon en aangenamere temperaturen. Die eerste echte lentedagen, waarop je eindelijk die winterjas en sjaal aan de haak kan laten hangen, zalig toch. En waarop zelfs de belofte van de zomer al een klein beetje in de lucht hangt. Meer dan af en toe eens een teaser heeft de natuur ons tot nu toe nog niet gegund, tot mijn spijt. Mijn hoof en lijf snakken enorm naar de lente en ik vermoed dat dit niet enkel bij mij het geval is. Zelfs de statige herenhuizen in onze buurt geven een troosteloze aanblik onder die grauwe hemel. Ook zij lijken gebukt te gaan onder die eeuwigdurende kille weersomstandigheden. Enkel de prachtige Japanse kerselaar aan de overkant, met zijn zachte roze en witte bloesems, fleurt het straatbeeld op en geeft iets prijs van de aankomende lente. Telkens ik vanuit ons huis uit het raam kijk, maakt het zicht op die fantastische boom me helemaal zen. Nochtans had ik de boom niet opgemerkt toen we de eerste keer naar ons huis kwamen kijken, op een warme zomerdag in 2007. Jong en onbezonnen - en nog wat aan het bekomen van een heel korte nacht - had ik enkel oog voor die statige burgerwoning uit het jaar ’50. Ik was op slag verliefd. Dwars door de grote verbouwingsnood heen, zag ik het volle potentieel van deze woning. Dat potentieel, waar we nu, tien jaar en een veelvoud aan verbouwingswerken later, al een heel stuk dichter tegen aanleunen. Alsook tegen de realiteit. Het huis had al mijn aandacht getrokken en daardoor was de buurt me compleet ontgaan. Een buurt waar ik reeds al die tijd een haat – liefde verhouding mee heb. Prachtige en statige herenhuizen, op wandelafstand van de stad en met genoeg groen in de omliggende straten. Levendige en gezellige wijken in de nabije omgeving. En daartegenover staat onze straat, waar de burgerlijkheid en ook wel de perfecte façades (ook figuurlijk) de boventoon voeren. Veel ruimte voor diversiteit en eigenheid, of nog beter, voor een gezonde portie eigenzinnigheid, lijkt er niet te zijn. En dat heb ik pas ontdekt nadat we ons met hart en ziel in de verbouwingswerken hadden gestort. Het zal je dan waarschijnlijk ook niet verbazen dat we niet de beste contacten hebben in onze buurt. Goeiendag roepen of zwaaien naar elkaar op de momenten dat onze wegen elkaar kruisen, dat vat het sociale gebeuren in onze straat zo ongeveer samen. Op de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie na. Alhoewel, nu de zomer eraan komt, verhoogt de kans op een obligaat beleefdheidspraatje met de nabije buren. Iets waar de man des huizes toch net iets beter in is dan ikzelf. Deze week maakten we zowaar wel een grappig voorval mee. We kwamen net thuis met de wagen en Roos, de kwieke gepensioneerde buurvrouw van twee huizen verderop, stapte met een stevige tred op onze auto af. Kordaat greep ze de klink vast en nam nog net niet plaats op de achterbank … tot ze besefte dat ze zich vergist had. Ze zou opgepikt worden door vrienden, die een auto met een gelijkaardige kleur hebben. Uitvoerige verontschuldigingen kwamen onze kant op, gevolgd door hilariteit alom bij haar. Alsook bij haar vrienden, tegen wie we haar een paar minuten later het relaas van haar misser zagen doen. Ach onbekende, misschien klink ik te negatief over mijn buurt en zijn bewoners. Eigenlijk is het best wel goed zoals het is. Ik hou er ook steeds meer van om mijn huis uit te stappen en in de omliggende straten en parken te struinen. Met een open blik en met mijn oren gespitst helemaal opgaan in het moment. Een manier om meer traagheid in mijn leven toe te laten en zo telkens opnieuw de buurt te (her)ontdekken. En er bijgevolg steeds meer van te gaan houden. Hetzelfde geldt voor mijn stad. Een stad die met het verstrijken van de jaren (alsook met stevige subsidies) een pak mooier en bruisender geworden is. Met hippe koffiebars en diverse andere leuke plekjes. Waaronder de alternatieve cinema in het hart van de stad, waar we heel graag naar afzakken voor een culturele mini – break. En hoezeer kijk ik ernaar uit om binnenkort plaats te nemen op de kersverse, supergladde, nog nauwelijks betreden trappen van de verlaagde leieboorden. Om de zon op mijn gezicht te voelen, gewoon te zijn en te kijken naar de stad en de mensen die voorbij flaneren. Ik ben dus fan van mijn stad, maar dat had je wellicht al door. Dat laatste kan ik evenwel niet zeggen van de jaarlijkse foor die zo’n tweetal kilometer verderop neergestreken is. Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik ben toch altijd weer opgelucht wanneer de tijd aangebroken is dat de foorkramers hun mastodonten van toestellen afbreken, hun hele hebben en houden inpakken en zich naar de volgende plek begeven. Gelukkig bereiken het gekrijs van de enthousiaste - of ietwat paniekerige - bezoekers, alsook dat drukke gedreun van die schreeuwerige kermisattracties, onze woning niet. Al heeft het ergens, op een bepaalde manier, ook wel een heel klein beetje charme, moet ik toegeven. En voor we het goed en wel beseffen, trekt de foorkaravaan weer verder en neemt de stad opnieuw haar gewone gedaante aan. En nu we het toch over die foor hebben, hoe zou het leven eigenlijk zijn voor de foorkramers en hun gezinnen? Dat lijkt zo ver van het mijne af te staan, dat ik mer er niet direct iets kan bij voorstellen. Zou ook bij hen de sleur langzaamaan binnensluipen en de passie voor hun beroep, die ooit hoog oplaaide, stilaan doven? Of krijgt sleur geen kans door hun nomadenbestaan en die massale hoeveelheid aan mensen en indrukken die hun dagen opvullen? Zouden de verblijde gezichten van de mensen en kinderen die plaatsnemen voor het ritje van hun leven - of om het leven heel even te vergeten - het vuur voor hun beroep brandende houden? Of is het hen meer te doen om de vrijheid? Je merkt het, veel vragen en veronderstellingen en ik vermoed dat ik er niet direct een antwoord op zal krijgen. Tenzij ik in een plotse vlaag van moed en nieuwsgierigheid naar de kermis trek en hen met mijn vragen bestook. Maar dat zie ik nog niet zo gauw gebeuren. En als ik heel eerlijk ben, lig ik op dit moment eigenlijk meer wakker van de vragen die ik mezelf stel aangaande mijn beroepsleven. Aan de andere kant, misschien zou het me wel een hoop inspiratie opleveren. Met een compleet nieuw en verfrissend perspectief op werk en leven als gevolg. Je weet dus maar nooit …     Ik kijk uit naar jouw schrijven,   Groeten,  

Daphne Muylle
2 0