Dirk Jacobs

Gebruikersnaam Dirk Jacobs

Teksten

Opheldering

Dag Marijke,   Ik zal je meteen een bekentenis doen. Ook ik heb best wel veel nagedacht over mijn vorige brief aan jou, over de vragen die ik je zou stellen. Zou dat te wijten zijn aan de voorliefde voor stapsgewijze temperamentontginning?   Ik probeer je het mechanisme van de cross-streets uit te leggen. In New York heb je dusdanig lange lanen, denk kilometerslang, dat je best weet tussen welke twee kruispunten een bepaald adres ligt, bijvoorbeeld je moet op Fifth Avenue 357 zijn, dan zeg je “Fifth Avenue between 7th and 8th Street” in de veronderstelling dat nummer 357 tussen die twee kruispunten ligt, zoniet weet niemand wat je bedoelt. Het is ook handig om te weten in welk metrostation je dient uit te stappen. Klinkt dat een beetje logisch? In mijn kleine dorp heb ik hoegenaamd geen last van dat soort toestanden, ik moet al met een vergrootglas zoeken naar één kruispunt die naam waardig. Dat argument heb ik ook ingeroepen ter mijner verdediging bij die lieve vrouw die mij een lift heeft gegeven. Ze zag er de humor wel van in. En dit brengt mij naadloos bij Sue die nu weer is waar ze thuishoort, in de private collectie waar ze deel van uitmaakt. Ik vind het wel leuk dat je mij hebt doorzien! “Sue” is de naam van een kunstwerk van Robert Rauschenberg uit 1950. Het ziet er net zo uit zoals ik het beschreven heb, als een heel bijzondere röntgenfoto waardoor ik meteen geïntrigeerd was. Ik draag Sue altijd mee op mijn slimme telefoon naast een heleboel andere foto’s van kunstwerken. Misschien kan je mij een cultuurstofzuiger noemen. Ik vind het trouwens knap dat jij met je zoon naar Auschwitz bent geweest. Ik kreeg het al een beetje benauwd in het achterhuis van Anne Frank als ik denk aan wat zich daar heeft afgespeeld.   Waar ik je ongewild wel mee heb misleid, is Zele. Dat is nooit mijn woonplaats geweest, wel de plaats waar ik gewerkt heb en van waaruit ik naar Brussel spoorde na mijn werkuren. Ik kan bevestigen noch ontkennen of daar nog apen of leeuwen ronddolen, ik kan je wel zeggen dat ik geen enkel exemplaar tegen het lijf ben gelopen. Grappig en bizar dat jij ook Shrek in gedachten had. Stel je voor dat we ons stukje allebei met “Beste Shrek” waren begonnen? Een mens zou van minder achterdochtig worden in deze tijden van de lamentabele bescherming van de private gedachten.   Ik ben inderdaad best tevreden in mijn huidige job, vooral omdat ik een tweetal jaar geleden nog een dappere beslissing heb genomen: 4/5 werken om meer vrije tijd te hebben, om tijd te hebben om creatief bezig te zijn zoals het schrijven van deze brieven. Ik denk dat je gelijk hebt, dat een schrijver net die lege tijd nodig heeft om te creëren, naast het nodige talent om te schrijven uiteraard. Mag ik je aanmoedigen om te blijven schrijven, Marijke? Je zet echt mooi dingen op papier, ik heb je brieven graag gelezen, maar bovenal wens ik je veel plezier bij het schrijven.   Misschien zien we mekaar op de Schrijfdag. Fijne groeten. Dirk   PS Athos en Porthos bestaan echt!!          

Dirk Jacobs
0 0

Diepzeeduiken

Beste Marijke,   Na zes brieven richt ik mij een eerste keer rechtstreeks tot jou, een onbekende vrouw, nog steeds. Ook jij doet me ongewone dingen, maar je doet me evenzeer leuke dingen doen, deze brieven schrijven, lezen, stilstaan. De vorige opdrachten leenden er zich niet toe, een enkele keer deed een krinkel in mijn hoofd mij besluiten een omweg te maken, maar deze keer is er geen ontkomen aan, dit schrijfwerk wil in jou duiken. Maar wil jij dat wel? En wil ik zelf gaan diepzeeduiken met jou? "Ik doe liever aan stapsgewijze temperamentontginning." Dat zijn jouw woorden die ik enkel kan beamen. Ik verkies ook de weg van de geleidelijkheid, dat geeft me een veiliger gevoel. Laat ons dus eerst een eindje aan het oppervlak zwemmen. Ik ben trouwens niet zo een goede zwemmer, een korte afstand aan matige snelheid volstaat, dat even terzijde.   Jouw schrijfsels verraden een professionele pen of op zijn minst scherpe zintuigen die woorden van je hoofd naar je hand stuwen. Of zijn het jouw levenservaringen die de inkt doen vloeien? Geef jij ook de voorkeur aan de traagheid van een vulpen bij het schrijven, aan het ritueel van het beginnen, het zoeken en schrappen, het herbeginnen, aan het vinden van een handgeschreven brief 's ochtends in de brievenbus in plaats van het pinggeluid van de mailbox? Misschien word ik wel oud, of enkel maar een dagje ouder.   Ik vraag me af of je Gepetto al hebt kunnen spreken, en of hij je al goede raad heeft kunnen geven die de pijn een beetje doet milderen, de pijn van een moederhart bij het lijden van haar kind. Of overdrijf ik in mijn interpretatie van "Pijnboom"? Wat een contrast met "Ineens" dat mij ook aangreep maar dan op een andere manier, blijheid tegenover verdriet. Je verstaat alleszins de kunst om op een ludieke , ontwapenende wijze diepmenselijke gevoelens weer te geven. Nogmaals, dat is mijn interpretatie. Misschien lees ik wel dingen die er niet zijn?   En zo ben ik toch even in het diepe gedoken. Duik je mee?   Groeten. Dirk

Dirk Jacobs
0 0

Zonder titel

Meneer Flies,   Ik spreek je nog steeds aan zoals ik dat altijd heb gedaan. Ik heb je nooit bij je voornaam durven noemen, dat deed niemand. Ik ga dat ook nu niet doen. Ik heb nooit overwogen om jou nog eens een brief te schrijven, de tweede nog maar in al die jaren dat we mekaar kennen. Tot nu, toen ik de opdracht kreeg van de VZW Creatief Schrijven om een brief te schrijven over een ontmoeting die mijn levensweg mee heeft bepaald. Ondertussen moet het al meer dan tien jaar geleden zijn dat we mekaar nog gehoord hebben. Het is niet zo dat er nooit meer over jou gesproken wordt. Af en toe duikt jouw naam nog op in een gesprek. We noemen je dan Flies, niet meneer Flies of gewoon Louis.   Mijn eerste brief was een sollicitatiebrief. Ik was danig onder de indruk bij onze eerste ontmoeting. Je imposante figuur, het enorme bureaumeubel waarachter je had plaatsgenomen, de rust en de wijsheid die je uitstraalde, het was genoeg om een jonge schoolverlater nerveus te maken. Bovendien waren er de verhalen dat zowat iedereen bij jou te rade kwam voor financiëel advies. Ik herinner me nog dat je mij op het einde van mijn eerste werkdag letterlijk bij de mouw hebt getrokken opdat ik "meneer Maes", jouw adjunct-directeur, een goede avond zou wensen. Dat hoorde zo, dat was jouw manier van respect betonen.   Dat van die jonge schoolverlater is niet helemaal correct. Driemaal per week spoorde ik 's avonds van Zele naar Brussel om les te volgen aan de Fiscale Hogeschool. Ik werkte overdag, vond het niet erg om over te werken, kwam pas om halfelf 's avonds thuis van de les en tijdens het weekend studeerde ik. Ik ben gek geweest, dat moest vroeg of laat wel eens slecht aflopen. Toen mijn grootvader, die bij ons inwoonde, overleed, is de veer gebroken. Je moet weten dat enkele van zijn zes kinderen amper konden wachten op zijn dood zodat ze hun deel van de erfenis konden opstrijken. Mijn grootvader besefte dat. Hoe zou het aanvoelen om te weten dat je eigen kind op je dood zit te wachten? Voor het geld? Klootzakken!! Zes maanden heeft het geduurd vooraleer ik weer enigszins de oude was. De term burn-out bestond nog niet, het woord depressie een taboe. Je begreep het niet. Je begreep niet dat iemand ziek kon worden van teveel te werken, zelfs niet als de grens van iemands draagkracht ruim werd overschreden: "Van te werken is nog niemand gestorven." Je begreep niet dat het overlijden van mijn grootvader een invloed kon hebben, hij was "immers al een paar maanden dood". Ik begreep niet dat jij dat niet begreep.   Ondanks het feit dat je er niets van snapte, wou je mij wel nog een kans geven. Ik kreeg een andere functie en ik had nog steeds uitzicht op "een mooie carrière als ik meewerkte". Ik had, achteraf bekeken, niet door wat je daar op dat moment precies mee bedoelde. Dat werd me pas later duidelijk. Jouw strategie bestond er namelijk in om werknemers tegen mekaar op te zetten. Ik zou details van iemands doen en laten aan jou komen vertellen die jij op jouw beurt tegen die man of vrouw kon gebruiken. Verdeel en heers. Een paar mensen zijn in jouw verhaal meegestapt, je had er ook maar enkele nodig om je doel te bereiken en die beloonde je met een promotie of een loonsopslag. Voor mij was dat het moment om definitief af te haken, om geestelijk met jou te breken. Het feit dat je de schoonbroer van een aangetrouwde tante was, kon mij niet van gedacht doen veranderen. Het viel niet altijd mee om tegen de stroom in te varen, voor de familie en de buitenwereld bleef je immers de succesvolle zakenman, voor sommigen een soort van halfgod die altijd gehoor vond. Het was een gevecht dat ik nooit kon winnen maar niettemin een strijd die ik voor mezelf moest leveren. Een mens mag zichzelf niet verloochenen.   Je hebt me laten zien en voelen hoe ik niet wil behandeld worden, en dus ook hoe ikzelf andere mensen niet wil behandelen. Het is een principe dat ik steeds in mijn achterhoofd probeer te houden. Ik vergelijk je nu wel eens met een Partijlid in de oude Sovjetrepubliek. Begrijp je nu waarom ik je nog steeds met meneer Flies wens aan te spreken? Ik wil de afstand bewaren die er letterlijk en figuurlijk tussen ons is ontstaan. Dat doe ik om mezelf te beschermen. Met die loopbaan van mij is het toch nog goed gekomen. Goed genoeg. Ik heb een aversie voor het woord carrière ontwikkeld als dat ten koste gaat van andere mensen. En ik word het liefst met mijn voornaam aangesproken.   Met vriendelijke groeten.

Dirk Jacobs
0 0

Kruisweg

Dag moedige Shrek,   Ik ben weer op zoek naar jou. Dat doe ik alle dagen, dat probeer ik toch. Het lukt mij enkel als ik goed kijk en luister. Soms denk ik jou te zien en blijk je het toch niet te zijn. Dan ben ik verdrietig en ontgoocheld. Ik ben niet altijd even sterk als jou. Maar als jij het dan toch bent, ben ik altijd weer heel gelukkig. Je maakt mij altijd zo blij! Zoals de dag dat ik aankwam in New York.   Ik was verdwaald en het was al donker. Ik zag je aan de overkant van de straat, tenminste dat hoopte ik toch. Je kwam van je werk (Sinds wanneer werk jij?). Man, jij was het echt!! Waarom had je je toen als een zwarte vrouw verkleed? Je zag er wel leuk uit en je kwam erg grappig uit de hoek die dag. En sinds wanneer rij jij met een Jeep? Dat had je me wel eens mogen vertellen. Mag ik je wel een goede raad geven? Ik vond het niet erg, maar misschien kun je die rommel in je auto een beetje opruimen als je nog eens iemand een lift geeft. Ik ken je al een beetje ondertussen, ik verwacht niet dat je dat zult doen. Waarom ik dat denk? Jij wentelt jezelf veel te graag in lege tijd, net zoals een kat. Ik vind dat zelf ook een mooi geschenk, lege tijd. Schaarste moeten we koesteren.   Misschien moet je gewoon maar weer met die gekke ezel op stap gaan. Ook dan zal ik graag met je meegaan. En ik zal echt nooit meer vergeten om naar de "cross-streets" te vragen als ik nog eens de weg zoek in New York. Dat beloof ik je.   Tot nog eens, mijn dikke maat.

Dirk Jacobs
0 0

Sue

Sue,   Ik weet nog exact wanneer ik jou voor het eerst gezien heb. Het is woensdag 14 juni 2017, 10u30 in New York. Ik zit in de inkomhal van het Moma, het Museum of Modern Art, en vergaap mij aan de drukdoenerij van de museummedewerkers. Elke vijftien meter staat er wel iemand met uitgestrekte arm om uit te leggen welke kant je op moet terwijl er maar één mogelijke richting is naar de ingang. Ik wacht op Veerle die zich een weg probeert te banen door de mierennest buiten. Een halfuurtje later: Ons inkomticket is gevalideerd en we gaan de tentoonstellingsruimte van Robert Rauschenberg binnen. Het is daar dat ik jou zie, Sue! Je bent volledig wit zoals het wit op een röntgenfoto en je staat in profiel, ik zie je linkerzijde, tegen een donkerblauwe achtergrond. Jouw lichte zomerjurk wappert alsof er een zomerbries door de zaal waait. Je leunt met beide handen lichtjes voorover op een houten wandelstok met een gekromd handvat, wat best grappig is voor een jong meisje zoals jij, alsof je bang bent om achterover te vallen. Maar bang ben jij niet, dat merk ik meteen. Integendeel, je straalt! Je oogt als iemand die onbevreesd en vol zelfvertrouwen naar de toekomst kijkt, iemand die vol creatieve ideeën zit die schreeuwen om gerealiseerd te worden. Meer nog dan het Vrijheidsbeeld roep je bij mij het woord “vrijheid” op, net omwille van die ongedwongenheid. Hier, in deze stad, is alles mogelijk. Ik neem een foto van jou, enkel van jou. Ik wil niet dat iemand anders op deze foto staat. Ik blijf nog enkele ogenblikken naar jou staren.   Op een dag kom ik terug naar New York, alleen jammer dat jij er dan niet meer zal zijn.

Dirk Jacobs
0 0

AB

09/04/2018 Annelies B., Hoe kan ik jou omschrijven in één woord? Erudiet misschien, dat is een woord dat wel bij jou past. Ik gebruik met opzet een moeilijk woord want dat doe jij ook vaak. En de manier waarop jij schijnbaar moeiteloos overschakelt van het Nederlands naar het Portugees vind ik bewonderenswaardig, alsof Brazilië in België ligt.Ik heb al geprobeerd om jou te imiteren. Het lijkt dan alsof mijn onderkaak meteen de echtscheidingsprocedure wil opstarten met de rest van mijn gezicht. Nochtans hebben die twee al tientallen jaren een harmonieus huwelijk, een breuk zou niemand durven hebben voorspellen. Dirk     11/04/2018 Annelies B., Ik beken: Soms negeer ik je gewoon als je in mijn woonkamer bent. Jij kunt zo verdomd neutraal zijn om de volgende minuten te veranderen in een irritant kritisch wezentje. Je milde stemgeluid en dito blik zouden het tegendeel doen vermoeden. Op die momenten verdraag ik je, niet meer dan dat. Nochtans kan ik jou met een simpele druk op een knop wegtoveren. Waarom ik dat dan niet doe? Misschien is het de macht der gewoonte die mij aan jou bindt, of de hoop dat het hierna toch weer beter wordt, zoals vanavond toen je het heel de tijd over Viktor Orban en een gifgasaanval in Syrië had. Dirk     15/04/2018 Annelies Beck, Deze namiddag ben ik naar een dansvoorstelling gaan kijken in het Kaaitheater, een druipsteen van creativiteit midden in de stad. "Achterland", zo heette de voorstelling die gaat over de soms stroeve of onbestaande communicatie tussen mannen en vrouwen. Ik hou van de lichaamsbeheersing van hedendaagse dansers. Ik verander dan telkens in een laagjeszoeker, ik word een archeoloog van het menselijke doen en laten, net zoals jij dat bent.Zullen we volgende keer samen naar "Achterland" gaan kijken? Je zult zien, het wordt leuk. Dirk

Dirk Jacobs
0 0

Brieven aan Manon

 31 maart 2018   Lieve Manon,   Weet je nog toen je me zei dat je "met geld wel een hond kunt kopen maar dat je hem er niet mee kunt laten kwispelstaarten"? Ik denk dat dat ook voor katten geldt.   Toen ik gisteren Athos en Porthos vanachter het keukenraam de tuin in zag lopen, gelokt door een deugddoend voorjaarszonnetje, moest ik aan die woorden van jou terugdenken. Hun staarten schoten als de periscoop van een onderzeeër richting hemel, ze rekten en strekten zich zoals enkel katten dat kunnen om dan languit op de warme arduinen terrastegels te vallen en van puur kontentement de meest onmogelijke bochten te maken met hun elastieken lijf. Na dit ontwakingsritueel lonkte het avontuur. Een berg aarde is bedekt met ontluikende krokussen en narcissen, met tulpen en paasbloemen, enkel de meiklokjes laten nog op zich wachten. Langsheen de houten scheidingsmuur met de buren heb ik voor de winter appel- en perenboompjes neergepoot en er staat nu een tweede dakplataan op hangmatafstand van de andere die er al twintig jaar groeit en zonder veel zuchten een volwassen mannenlijf kan dragen. Aan een steunpaal heb ik tijdens de voorbije vriesperiode een voederkastje opgehangen. Het is nu een komen en gaan van mussen en merels, van meesjes, kwikstaartjes en heel af en toe zelfs een roodborstje. Het is alsof ze tegen mekaar gezegd hebben : "Daar moeten we zijn, daar is een feestje vandaag!". Sociale media in het dierenrijk. Net zoals bij mensen duiken ook hier profiteurs op die een graantje willen meepikken van deze nieuwe ontwikkelingen en met de noorderzon verdwijnen als het feest voorbij is. Ik geniet van al dit leven in mijn tuin. Athos en Porthos kijken er steeds weer met verwondering en, even maar, met argwaan op neer. Ze werden opgeschrikt door het gekir van Jinthe en Jolien, de buurmeisjes die nog even op de trampoline sprongen voor ze weer  naar school moesten. Ze zwaaien altijd vrolijk naar mij, gevolgd door een verlegen "hallo", meer niet. De klasjes van de lagere school zijn nog niets veranderd. Ik zie ons nog steeds tikkertje spelen en stickers van de smurfen omruilen op de speelplaats. De schoolbel klinkt nog net als toen, een uitgerokken ringtoon van een bakelieten telefoontoestel, in decibel enkel overstemd door het gebimbam van de kerktoren een beetje verderop. Het snoepwinkeltje van Joseeke van de bakker schuin tegenover de kerk is niet meer, Joseeke is nu met pensioen, en ook de kruidenierszaak van Geert en Els is inmiddels voltooid verleden tijd. Hun winkel werd na hun echtscheiding overgelaten aan de Turkse familie. Kun je je de reactie in het dorp voorstellen? "Ziede wel, die vreemdelingen nemen hier alles over, binnenkort is niets hier nog van ons!" Een kat besnuffelt en omarmt de angst voor vernieuwing, een dorpsmens denkt meteen dat hij ALLES zal kwijtspelen. De winkel is niet lang daarna opgeslokt door de pakjesdiensten van HelloFresh, Bpost en Post.NL. Vooruitgang noemen ze dat naar het schijnt, de oudjes van het dorp zitten met de gebakken peren. Athos en Porthos hadden na een halfuurtje genoeg nieuwe indrukken opgedaan en vonden van zichzelf dat ze hiermee weer minstens een halve dag slaap verdiend hadden. Ik heb nog een praatje gemaakt met Luc, je weet wel, de buurman met de twee naakthonden waarvan eentje in de zomer een roze pyjama droeg omdat hij een zonneallergie heeft. Je piste haast in je broek van het lachen toen je dat zag. Had ik al verteld dat Luc vrachtwagenchauffeur is? Ik vind het altijd een beetje lastig praten met hem. Het lijkt alsof we nooit echt verbinding maken, alsof er een muurtje tussen ons staat. In elk gesprek sluipt wel een distributieriem, een oliefilter, een bougie of een waterpomp binnen. Ik heb geen flauw idee waarvoor die dingen dienen. Als ik hem mag geloven, heeft hij al meermaals het leven van zijn camion verlengd enkel en alleen maar door goed te luisteren naar het geluid dat hij maakt (mensen zouden beter naar elkaar moeten luisteren). Zouden alle vrachtwagenchauffeurs zo zijn? Ik kan mij niet voorstellen om ganse dagen 'op de baan' te zijn. Zo zegt hij dat : "Ik ben op de baan geweest vandaag." En dan vertelt hij over zijn baas die achter zijn veren zit om zijn vracht zeker op tijd af te leveren, dag na dag, over de stress van het verkeer ("D'er rijdt wat op de baan tegenwoordig, zenne!") om dan een apart hoofdstukje te wijden aan het geluid dat zijn vrachtwagen maakte ("Hij klonk maar raar vandaag. Ik weet niet wat er scheelt."). Na die 'geluidsboodschap' ben ik altijd weer gelukkig dat ik gewoon met de fiets en de trein naar het werk kan, en op dat moment herinner ik mij doorgaans ook dat ik dringend naar binnen moet omdat er iets op het vuur staat te pruttelen.

Dirk Jacobs
0 0