Koelkastverhaal #1
“Koelkast, is dat jouw finale antwoord?” vroeg Walter laconiek. Hij verkneukelde zich, maar kon dit niet tonen. Half Vlaanderen keek live naar de buis. Jammer, want hij vond de deelneemster een vreselijke kip — en als hij zijn kijkers wat kon inschatten, vonden zij dat ook. “Ja, Walter,” kakelde het vrouwmens wiens stem van de stress oversloeg na de ‘W’. “Laten we eens kijken — is het… ‘koelkast’?” vroeg Walter met een theatraal handgebaar, waarop Aurore prompt naar de oplichtende letterborden flaneerde, ze ostentatief op de vingers van één hand telde, haar schouders ophaalde en terug naast het bord ging staan. Koelkastvrouw werd rood; de camera dronk haar gêne gretig op. Walter pletste zijn hand tegen zijn voorhoofd, rolde zijn ogen, herpakte zich toen hij merkte dat hij werd gefilmd. “Waar gaan we dat schrijven?” vroeg hij retorisch aan half Vlaanderen. “Nu, ik vind toch dat je zonet je boekje te buiten ging hoor, Walter,” kloeg Woestijnvisvrouw die naast Koelkastvrouw stond, “iedereen maakt wel eens een domme fout,” waarop Knalselderman instemmend knikte. “De enige papschoolloper hier ben jij, Walter,” zei die laatste. “Jij wordt wellicht al jaren overbetaald om ons belachelijk te maken. Kom, dames, ‘t is een schande; we zijn hier weg,” waarop ze elk een fortuin uit het prijzendecor grabbelden en met de noorderzon verdwenen.