(Opinie) Wanneer maken we werk van erkenning, inclusie en onderwijs voor dove mensen?
56 miljoen dove mensen, vooral vrouwen en meisjes in ontwikkelingslanden, ontvangen helemaal geen onderwijs, schrijft Bo Van Overstijns, kind van dove ouders. “Hoewel televisie soms een Vlaamse gebarentaaltolk toont, is er nog veel werk nodig om gebarentalen en dovencultuur te integreren in de samenleving.”
Toen ik klein was, droomde ik ervan om astronaut te worden. Ik krabbelde sterren en Saturnussen tussen de alinea's van voorleesboeken die valselijk beloofden dat je alles kunt worden en zijn wie je wilt zijn.
Deze dromen contrasteerden sterk met de realiteit en de verwachtingen van de maatschappij. Ik heb geleerd dat maandag komt zodra zondag vertrekt, dat je niet tekent in boeken, en dat men vroeg beslist wie jij zal zijn, waarna je moet conformeren.
Elke dag na school huilde het belsignaal en zwermde de ouderhorde binnen om hun kinderen te bevrijden, gewapend met de klassieke ‘Hoe was het op school?’-bom. Mijn moeder stormde resoluut de school binnen, duwde andere ouders opzij, pakte mijn arm vast, zette me op de kinderstoel van haar met plakband opgelapte fiets en reed zeven straten verder. "Alles goed? Ja? Nee?" vroeg ze, en gaf me vijf nanoseconden om te antwoorden, waarna we van een heuveltje afvlogen.
Wanneer ik mijn stoute, roze schoenen aan had getrokken, en bij de schoolpoort, nadat ik verlegen mijn blik naar de afschuwelijke, door-onkruid-omsingelde vloer wierp en mijn moeders jasmouw zes en een half rukken gaf en toch durfde een zin aan wereldrecord uit te spuwen, suste mijn moeder mij. "Ze kijken, Bo. Ze kijken", en voelde ik me plots omsingeld door de oordelende ogen en fluisterende monden: “Die mevrouw is doof.”
In mijn vroege schooljaren werd ik vaak geconfronteerd met de ongemakkelijke realiteit dat verbale communicatie de norm was, terwijl mijn thuistaal - gebarentaal - de uitzondering vormde. Voor mijn leerkrachten en medeleerlingen was mijn moeders bestaan iets wat uitleg en verklaring vereiste, en vragen.
Veel vragen, variërend van een vleugje “Kan je mijn naam zeggen in gebarentaal?” en een scheutje “Hoe zeg je ‘Jij onfortuinlijke samenvoeging van een wafelijzer en een kapotte fietspomp, met de gratie van een dronken flamingo en de charme van een uitgewrongen dweil’”, tot een snuifje “Waarom ben je niet normaal?” en een theelepeltje “Ben je niet beschaamd om jezelf?” Maar vooral veel: “Wou je dat je horend was?”, waarop je de bal “Wou je dat je doof was?” teruggekaatst mag verwachten.
Het fetisjisme rond diversiteit en inclusie, inclusief mensen met beperkingen, brengt vaak oppervlakkige bewondering met zich mee, maar zelden een diepgaand begrip van de werkelijke uitdagingen waarmee men geconfronteerd wordt.
Men prijst mensen met beperkingen snel voor diens moed, maar nemen zelden de tijd om stil te staan bij de dagelijkse barrières die men moet overwinnen. Onze samenleving boekt geen vooruitgang door mensen te vereren vanwege hun verschillen. Verandering vereist een dieper begrip, respect voor de autonomie van mensen en de vastberadenheid om structurele obstakels weg te nemen die hun volwaardige deelname aan de maatschappij belemmeren. Het is belangrijk om te erkennen dat mensen meer zijn dan enkel hun beperkingen of verschillen.
Hoewel televisie soms een Vlaamse gebarentaaltolk toont, is er nog veel werk nodig om gebarentalen en dovencultuur te integreren in de samenleving. De Vlaamse Gebarentaal is een volwaardige, erkende taal met een eigen grammatica en regionale varianten, inclusief dialecten, en is niet afgeleid van het Nederlands.
Daarnaast bestaat er ook Home Sign, een reeks niet-gestandaardiseerde gebaren die binnen een bepaald huishouden worden ontwikkeld als gemeenschappelijke taal. Helaas hebben veel dove individuen in de wereld geen toegang tot onderwijs of de mogelijkheid om gebarentaal te leren, waardoor hun communicatie beperkt blijft.
Volgens de Wereldfederatie van Doven ontvangen van de 70 miljoen dove mensen in de wereld 56 miljoen helemaal geen onderwijs. Dit geldt vooral voor dove meisjes en vrouwen in ontwikkelingslanden. Veel dove mensen lopen het risico om buitengesloten te worden door de maatschappij en kunnen gemakkelijker geïsoleerd raken.
Dove personen beheersen soms de lokale horende taal niet of slechts beperkt, waardoor ze moeilijkheden ondervinden bij schriftelijke communicatie en het begrijpen van brieven en officiële documenten. Wanneer er een brief in de postbus verschijnt, lees ik deze en vertaal ik het voor mijn moeder, omdat zij het geschreven Nederlands niet goed begrijpt.
Het weerspiegelt de kloof tussen horende en dove gemeenschappen en toont aan hoe belangrijk begrip en communicatie tussen deze werelden zijn. De dovencultuur heeft eigen normen, waarden en communicatievormen en verschilt van de horende cultuur. Dit betekent niet dat ze elkaar niet kunnen omarmen en van elkaar kunnen leren.
Er is een dringende noodzaak voor meer bewustwording en actie om de kloof tussen deze werelden te overbruggen en ervoor te zorgen dat iedereen, ongeacht hun beperkingen of verschillen, volwaardig kan deelnemen aan de samenleving. Dit vraagt om inspanningen op verschillende niveaus, van infrastructuur en onderwijs tot sociale inclusie en culturele erkenning. Alleen door samen te werken en begrip te tonen, kunnen we een samenleving creëren waarin diversiteit echt wordt omarmd en iedereen zich thuis kan voelen.
© 2024 StampMedia / Bo Van Overstijns