Over Vera's Column

Ik ben geboren en getogen in Nederland, maar woon al zo'n 17 jaar in België waar ik als vertaalster werk. In mijn vrije tijd schrijf ik o.a. humoristische blogs. Die vind je op https://www.facebook.com/mamasleukste/ en op https://www.mamabaas.be/onze-mamas/vera
Ook schrijf ik kinderverhalen, kortverhalen en gedichten.

Teksten

Eerst even de wereld redden

De ochtend zit er alweer bijna op. Zoonlief heeft nog maar twee van zijn vijf schooltaken voor vandaag gemaakt. Maar al wel flink zijn (echte) juf voorgelezen via videochat. Dus laat ik het maar even zo. En gaan we eerst onze boterhammen opeten en een wandelingetje maken. Als we langs de velden achter onze wijk lopen, roept zoonlief ineens enthousiast: “Kijk, echte oude stenen! Van heel vroeger!” Echtgenoot en ik kijken naar de grond. Het lijkt erop dat een boer een lading oude stenen en tegels heeft gestort om de inrit naar zijn weide te verstevigen. Onze archeoloog in de dop stopt zijn broekzakken vol. Ondertussen bedenk ik hoe we hem hier weer weg krijgen zónder uitgescheurde broekzakken. Of voor hij bedenkt dat papa en mama óók broekzakken hebben. Na wat tegensputteren van onze schatzoeker, lopen we terug naar huis. Papa en ik een paar calorieën lichter en zoonlief een paar kilo zwaarder. Onderweg bukt hij om nog wat stenen op te rapen. Ineens begint hij sneller te lopen. Verbaasd vraag ik hem waarom hij plots zo’n haast heeft.“Ik moet heel belangrijk onderzoek doen,” luidt het antwoord.“Zie je deze stenen?” Hij doet voorzichtig zijn hand een beetje open.“Die moet ik onderzoeken. Ze hebben verschillende kleuren en kunnen misschien wel ontploffen. En dan ontploft de hele wereld, hè!” zegt hij met een ernstig gezicht. Er volgt nog een hele uitleg waarom hij nu absoluut niet zijn schoolwerk kan doen. Het komt erop neer dat hij eerst de wereld moet redden. Tja, daar kan ik toch moeilijk bezwaar tegen maken. En dus ruil ik mijn pet van juf tijdelijk in  voor de pet van sidekick van mijn kleine superheld. Tegen de tijd dat deze coronatoestanden voorbij zijn, heb ik een curriculum vitae van jewelste! Terug thuis laat ik hem even heerlijk in zijn fantasiewereld opgaan. Het wordt zelfs nog even echt spannend! Uit een van de stenen komen luchtbelletjes zodra deze in contact met water komt.“Mama, hou je oor er eens vlakbij,” zegt mijn zoon geheimzinnig. En inderdaad, ik hoor iets borrelen. Snel werkt hij me de berging uit, waar het onderzoek plaatsvindt. “Hij gaat ontploffen!” roept hij merkwaardig enthousiast. Als de kust veilig blijkt te zijn, mogen we terug naar binnen. Hij gaat weer bij zijn stenen zitten en vraagt om een doekje.“Om mijn oude stenen te poetsen. Want dat is wat een archeoloog doet.” Zoonlief schakelt van het ene op het andere moment moeiteloos over van ontmijner naar archeoloog. Blijkbaar zijn wij papa’s en mama’s niet de enige die nogal eens van pet wisselen. Het enige verschil is dat hij geen leerling heeft. De bofkont.  

Vera's Column
5 0

Moederskindje in coronatijd

Kinderen die hun vriendjes en klasgenootjes vreselijk missen. Kleintjes die niet begrijpen waarom ze opa en oma niet mogen knuffelen. Kinderen die bang zijn voor het enge virus dat hun - en onze - wereld zo plots op zijn kop heeft gezet. Het is nogal wat om te behappen voor ons kroost. Van de ene op de andere dag is hun vertrouwde leventje overhoop gegooid. Hoezo mag ik niet naar school? Mama die ineens mijn juf is? Waarom mag ik niet met mijn vriendje spelen, ik ben toch braaf geweest? Ze kunnen het niet plaatsen. Wij volwassenen kunnen het al amper bevatten. Kun je nagaan. De broodnodige structuur die voor een veilig gevoel zorgt bij kinderen is plotsklaps weggevallen. De voorspelbaarheid heeft plaatsgemaakt voor onzekerheid. Best heftig voor onze kleintjes! Er zullen deze zes weken van verplicht thuisblijven ongetwijfeld al de nodige kindertraantjes gevloeid zijn. Zo niet bij mijn 6-jarige zoon. Om eerlijk te zijn: hij vindt het heerlijk thuis. De hele dag bij mama rondhangen is zo'n beetje zijn ultieme droom. Ons gevoelige mannetje heeft er altijd al moeite mee gehad om zijn mama (tijdelijk) los te laten. Waar zijn klasgenootjes hun papa of mama vrolijk aan de schoolpoort gedag zeiden, liep ik de eerste kleuterjaren regelmatig als een piraat met zijn houten been in een wielklem over het schoolplein. Tot de bel ging en de juf hem van mij overnam. Logeren? Daar kun je mijn zoon echt geen plezier mee doen. Behalve als mama meegaat, dan vindt hij het prima. Papa mag natuurlijk ook mee. Maar alleen papa is niet voldoende. "Mama moet het doen" is hier in huis niet voor niets de meest gehoorde uitspraak. Op voetballen, naar de jeugdbeweging of andere clubjes? Hetzelfde verhaal. Hij voetbalt liever met mama of papa in de tuin. Of op het schoolplein met zijn vriendjes. Thuis trakteert hij ons regelmatig op een heuse breakdanceshow. Dan gaat hij helemaal los. Maar kerstliedjes zingen met de hele klas op de kerstmarkt? No way. Hij staat liever naast zijn mama in het publiek naar het optreden te kijken. Carnaval. Nog zoiets. Thuis zet zoonlief gerust zijn zwembroek op zijn hoofd en doet hij twee verschillende sokken aan. Een rode en een groene. Of een dikke wintersok met antislipnopjes aan één voet en een vrolijk gestreepte zomersok aan de andere. Het kan hem niet gek genoeg zijn. Maar hij wil absoluut niet verkleed naar school. Zijn pyjamahelden- en andere kostuums draagt hij enkel binnen de vertrouwde muren van zijn eigen huis. Onder moeders vleugels voelt hij zich het best. Daar is het veilig en durft hij volledig zichzelf te zijn. Blijf in uw kot? Geen enkel probleem voor onze held. Op sokken. Liefst twee verschillende.    

Vera's Column
8 0

Daar liggen we dan, boven op Emma

Mijn echtgenoot heeft een vriendinnetje. Emma heet ze. Tja, het zat eraan te komen. Het is ook wel een beetje mijn eigen schuld. Hij heeft me vaak genoeg benaderd en keer op keer wees ik hem af. Ik had er gewoon écht geen zin in. Sterker nog: ik voel er de laatste jaren geen enkele behoefte meer toe. In het begin van onze relatie trouwens nog wel, hoor. Toen ging ik er nog flink tegenaan. Meerdere keren per week. Nu kan ik me daar niets meer bij voorstellen. Maar ja, die beginjaren, hè. Dan doe je nog zotte dingen. Maar nu dus nog maar zelden. En zeker niet meer zo gepassioneerd. En dan kun je er natuurlijk de donder op zeggen dat je man het ergens anders gaat zoeken. Zó klassiek. Hij heeft haar tijdens een vergadering ontmoet. Ze hadden meteen een klik. En van het een kwam het ander. Voor hij het goed en wel besefte, bevonden ze zich samen in één ruimte. De fitnessruimte. O, had ik dat nog niet gezegd? Ze is zijn sportmaatje. Ik ben niet (meer) zo voor sport te porren. Zeker niet voor krachttraining. En dat is nu juist wat mijn echtgenoot en zijn sportvriendinnetje zo leuk vinden. Gelukkig vindt het contact vooral digitaal plaats – ze woont een paar landen verderop.Ze sturen elkaar hun trainingsschema’s en -resultaten door. Eerlijk gezegd moest ik er wel aan wennen, hoor. Mijn echtgenoot die zo intensief met een andere vrouw berichten uitwisselt. Als je zo onzeker bent als ik – iets met de hele lagereschooltijd gepest zijn – kan er wel eens wat lichte jaloezie de kop opsteken. En nu zijn we net een nieuw bed gaan uitzoeken. Er stond van alles in de showroom: bedden met een groot leren hoofdbord, luxe boxsprings, maar ook van die heerlijk ouderwetse metalen frames. Wij gingen echter voor een houten bed. Eigenlijk was er maar eentje bij waar we allebei enthousiast over waren. En dus is die het geworden. Er zit echter één nadeel aan: het bed heet Emma. Dat geloof je toch niet! Waarom moeten ze het bed dat ik mooi vind, nu uitgerekend Emma noemen, grr. Maar ik heb een oplossing bedacht, hoor. Om te voorkomen dat ik nare dromen krijg over de combinatie Emma-bed-mijn echtgenoot, heb ik besloten ons bed te herdopen. Ik twijfel nog tussen Brad (rijmt wel lekker op ‘bed’) en Thor.  

Vera's Column
16 0

Deze uitvinding socks

De (af)wasmachine, de televisie, internet, … Allemaal uitvindingen die de meesten van ons alleen maar zullen toejuichen. Maar zo af en toe kom je een uitvinding tegen, waarvan je je afvraagt: waarom in hemelsnaam?! De avocadosock is er wat mij betreft zo een. Nee, beste mensen, het is geen 1 aprilgrap. Hij bestaat echt. En nee, de sok is niet uitgevonden omdat de avocado het te koud zou hebben in ons frisse noordelijke klimaat. Het werkt zo: je doet een onrijpe avocado in de sok en binnen 24 uur zou hij dan perfect rijp moeten zijn om te eten. Iets met de warmte van de wol in combinatie met het natuurlijk wolvet (lanoline dus). Een schaap kan de was doen. Zoiets. Om maar even binnen het thema te blijven: ik werd van mijn sokken geblazen toen ik de prijs zag. Achttien euro! En dat niet voor een páár sokken, maar voor slechts één enkele sok! Noem me ouderwets – een ouwe sok als je wil – maar kun je niet gewoon een eetklare avocado kopen? In de supermarkt liggen die tegenwoordig toch allemaal mooi uitgedost met een stickertje ‘eetrijp’ erop? Achttien euro, zeg… Daar kun je toch al snel een stuk of twaalf avocado’s van kopen. Ik leef weliswaar op grote voet, maar dan wel alleen letterlijk. Dat doet me aan iets denken: stel je voor dat ik ’s morgens vroeg nog half slaapdronken per ongeluk met mijn maat 42 in de avocadosock stap? Tegen dat ik erachter ben gekomen, zit ik misschien ineens al met een maat 43. En dat dan aan één kant! Aan de andere kant: wat als ik geld in de magische sok zou steken? Zou tien euro na een dagje rijpen tot, pak ‘m beet, veertien euro? Kijk, dan wordt het pas een interessante uitvinding. Brengt het toch nog wat op, geld in een sok bewaren.       

Vera's Column
15 0

Het handtassenmysterie

Eens in de zoveel tijd breng ik een bezoekje aan de Kringloopwinkel. Ditmaal vergezeld door mijn 14-jarige petekind. Terwijl zij er een sport van lijkt te maken om het meest spuuglelijke voorwerp op te sporen, snuister ik tussen het porselein. Ik heb een voorliefde voor romantisch gebloemde borden en kopjes en moet me inhouden om niet met wéér een stapel servies thuis te komen. Dan valt mijn oog op een mooie schaal met lieflijke roosjes. O, wat is ie leuk! En nog helemaal gaaf. Ik spreek mezelf echter streng toe en ga op zoek naar mijn petekind dat ergens tussen de rekken ronddwaalt. Samen vergapen we ons aan de meest uiteenlopende voorwerpen. Vintage blikken dozen, asbakken in de vreemdste vormen, voorwerpen waarvan het doel niet duidelijk is, en nog veel meer. Als we weer langs het rek met serviesgoed komen, kan ik niet langer weerstand bieden. De gebloemde schaal blinkt me smekend tegemoet. Ach, die tweeënhalve euro kan ik nog wel missen, zeker? Er is vast wel een plaatsje over in de kast. Ik weet nog niet wat ik in de schaal zal serveren, maar ik bedenk wel iets. Hij gaat hoe dan ook mee. Blij als een kind loop ik met de felbegeerde schaal in mijn handen met mijn petekindje richting kassa. We komen langs de handtassen en ik blijf met open mond staan. De hoeveelheid handtassen die er is uitgestald, is niet te bevatten. Leren exemplaren, handtassen van kunststof, maar ook volledig stoffen tassen. En dat in de meest uiteenlopende kleuren. Met of zonder gesp, met korte handvaten of juist een lange riem. Met of zonder rits, franjes, veel of juist weinig vakken. Ik kijk mijn ogen uit. Sommige zien er nog als nieuw uit. Ongelofelijk dat mensen die allemaal wegdoen. En zo veel, zo ontzettend veel! Ik pak een mooie bruinleren handtas van het rek en bekijk hem van alle kanten. Ziet er nog prima uit en ruikt naar echt leer. Ik kom serieus in de verleiding. Maar ik heb thuis al een handtas en voorlopig nog geen nieuwe nodig. Hm, dat kleine hippe handtasje is ook wel erg leuk. En met veel handige vakjes. O, wacht, die rode is ook fijn. Zou mooi staan bij mijn retrojurkje. En is een zwarte handtas niet eigenlijk een onmisbare basic in een vrouwengarderobe? Ineens begint het me te dagen waarom er zo veel handtassen in omloop zijn. Ik heb zo’n vermoeden dat er hier ergens ook bijzonder veel vrouwenschoenen zullen liggen…

Vera's Column
3 0

Uit de biecht geklapt

Het is zomervakantie en we zijn op de terugweg van een weekje Center Parcs. Nog voor we weer thuis zijn, vraagt onze zesjarige zoon of er een vriendje mag komen spelen. Prima, gezellig voor hem – hij is enig kind – en eerlijk gezegd ook wel gemakkelijk voor ons. Want we komen uiteraard met een berg was terug en in een tuin waar het onkruid een hele week naar hartenlust heeft mogen groeien en bloeien. En dan zijn er nog hopen klusjes die we altijd, naïef als we zijn, denken in de vakantie te gaan wegwerken. Dus ja, laat dat vriendje maar komen. Er zijn een aantal op vakantie dus gooi ik maar een algemene oproep in de klassenapp. Onze zoon zegt tot mijn verbazing: “Ik hoop dat het een meisje is.” En jawel hoor, een meisje uit zijn klas komt graag spelen. Hij blij. Wij blij. Na een oriëntatieronde langs het speelgoed van zoonlief, besluiten ze al snel te gaan knutselen. Gekleurd papier, stickers, Prittstift, schaar en plakband op tafel en dan gaan ze los. Zalig om te zien. Maar het wordt nog leuker. Ik kijk naar hun knutselbezigheden en zeg: “Mooi hoor, jongens.” Vervolgens vertrek ik naar de keuken om wat eten en drinken voor ze klaar te maken. Zij: “Zegt je mama altijd ‘jongens’?”Hij: “Ja, mijn mama is een verstrooide professor.” Dan gaat hij op iets zachtere toon verder: “En mijn papa zit altijd op de wc.”Waarschijnlijk kijkt ze hem ietwat ongelovig aan, want hij vervolgt: “Echt waar, de héle dag.”Heerlijk, die kindergesprekken. Wat ben ik blij dat we een open keuken hebben. En een dichte wc.

Vera's Column
5 0

IJskoud afgeserveerd

Er is een eerste keer voor alles. Zo ook voor deelname aan de scholenveldloop. Onze 6-jarige zoon heeft er veel zin in. Mama moet natuurlijk komen supporteren en krijgt de opdracht om bij de finish te gaan staan. Hij heeft namelijk nogal hoge verwachtingen van hoe zo’n finish eruitziet. Hij hoopt op minstens een boog. Een rode loper mag natuurlijk ook. Op de valreep moet ook zijn – momentje, waar ligt het meetlint ook alweer – 50 cm grote knuffelpinguïn mee om hem aan te moedigen. Dat probeer ik op mijn beurt dan weer te óntmoedigen want het betekent dat ik met een halve meter grote pluche beest moet gaan rondsjouwen. Maar zoonlief wil het echt hééééél graag en dus gaat deze (te?) gekke mama akkoord. Met pinguïn in mijn fietszitje (zoonlief is er al te groot voor maar dat ding is superhandig voor mijn zware laptoptas, een rugzak vol boodschappen, etc. dus ik laat ‘m er lekker op zitten) en een opgetogen zoon in mijn kielzog fietsen we naar school. Iets na negen uur gaan ze al van start dus ik fiets direct door naar het parcours dat vlak achter de school gelegen is. Even overweeg ik om de pinguïn in het zitje te laten en met de fiets aan de hand langs de route te gaan staan, maar dat lijkt me toch wat omslachtig. En minder leuk voor zoonlief. Dus zet ik de fiets in de nabijgelegen fietsenstalling en neem het grote knuffelbeest in mijn armen. Als zoonlief met zijn klasje arriveert, voelt deze emo-mama al een brok in haar keel. En dan moet de veldloop nog beginnen, dat belooft. Hij ziet me staan en ik zwaai enthousiast met pinguïns vleugel. Hij trekt even een grimas voordat hij terugzwaait en ik vraag me onwillekeurig af of hij zich alsnog schaamt. Nog even zwaaien en springen als opwarming en dan klinkt het startsein. En ja hoor, daar gaat hij, mijn kleine ‘grote’ jongen (of moet ik onderhand die ‘kleine’ tussen aanhalingstekens zetten?). Hij loopt niet in de voorhoede, maar dat hoeft ook niet. Ik ben al blij als hij niet over zijn of andermans benen struikelt en vooral: als hij zich amuseert. En dat doet hij overduidelijk.   Als hij over de finish komt – een simpele witte kalkstreep op het gras – ben ik dan ook apetrots op hem. Ze krijgen een flesje water en trekken hun jassen weer aan. Terwijl hij staat te drinken, krijgt hij mij in het oog. Hij komt met een gelukzalige glimlach op zijn gezicht naar me toe met zijn armen wijd open. Met pinguïn onder één arm geklemd, open ik mijn armen om zijn uitnodiging tot knuffelen met veel liefde te beantwoorden. Maar in plaats daarvan grijpt hij zijn pinguïn en knuffelt hem hartstochtelijk. Daar sta je dan met je goede gedrag. IJskoud afgeserveerd.

Vera's Column
0 0

Het dak eraf

Rond half vijf ’s nachts schrik ik wakker van een geluid. Het klinkt alsof er iemand de trap opkomt. Mijn hart gaat als een razende tekeer. Met ingehouden adem en gespitste oren - bij wijze van spreken dan - zit ik rechtop in bed. Dan hoor ik het weer …   Het goede nieuws is dat er niemand de trap opgekomen is. Het minder goede nieuws is dat we weer een marter onder ons dak hebben. Slapen deed ik evenwel niet meer, ik stond stijf van de adrenaline.   Op internet lezen we dat marters overdag slapen en niet van lawaai houden. Dus pak ik resoluut een paar pannendeksels en vraag onze vijfjarige zoon of hij zin heeft om veel lawaai te maken. Welnu, dat hoef je een kleuter natuurlijk geen twee keer te vragen. Hij mag zich eens goed uitleven op de bovenverdieping, net onder het dak.   Papa komt met een nog beter (?) idee op de proppen: opgetogen haalt hij zijn versterker en elektrische gitaar vanonder het stof en laat zich eens goed gaan. Man, man, wat een oorverdovende herrie komt er uit zo’n ding. Als de marter daar niet van gaat lopen … dan ik wel. Nu maar hopen dat dat beest niet van heavy metal houdt; het is niet de bedoeling dat hij lekker uit zijn dak gaat. Hij moet uit óns dak!   Maar eerlijk is eerlijk, die nacht hoor ik niets meer (kan natuurlijk ook aan zeer recente gehoorschade liggen). Als ik mijn echtgenoot dat de volgende morgen vertel, meen ik een zweem van teleurstelling op zijn gezicht te zien. Ook de dagen erna blijft het aangenaam stil ’s nachts. Maar nog geen week later kondigt mijn man aan dat hij toch nog eens gitaar gaat spelen boven. ‘Om zeker te zijn dat de marter niet terugkomt.’ De volumeknop gaat open, het dak gaat eraf. Probleem opgelost.

Vera's Column
8 0

Aanmodderen

Zoonlief wil na schooltijd nog even in de tuin spelen. Ik vind het prima, het is lekker weer en ik kan dan mooi nog wat onkruid wegwerken. Hij zit wat in de moestuin te rommelen, net om de hoek van het huis. En dus nét uit mijn gezichtsveld. Meestal is dat niet toevallig.   “Wat ben je aan het doen?” roep ik na een tijdje. Heel even blijft het stil en dan antwoordt hij: “Alles gaat goed!” Hm, dat is niet helemaal wat ik gevraagd had. Moeizaam kom ik overeind (sinds ik de veertig gepasseerd ben, gaat het allemaal niet meer zo soepel) om toch maar eens polshoogte te nemen. Om het hoekje tref ik mijn zesjarige aan met zijn armen tot zijn ellebogen in een zwarte modderpoel. Vaag herinner ik me dat hij op een gegeven moment de gieter kwam halen. Blijkt hij een put in de moestuin te hebben gegraven en daar met water een modderpapje in te hebben gemaakt. En nu was meneer druk bezig ons huis te bepleisteren (lees: de muur met een dikke laag zwarte modder aan het insmeren). Ach, dat spoelt er met de regen wel weer af, dacht ik nog. Maar toen besloot de kleine smeerpoets zijn van de modder druipende armen eens uit te schudden. Hadden we toch wel zomaar een gratis moddermaskertje gewonnen! En het gezichtsmasker bleek ook nog eens wonderbaarlijk goed te werken, want toen ik zag hoe mijn pas gewassen ramen eruitzagen, voelde ik mijn gezicht toch lichtjes verstrakken.     Tja, soms is het moederschap een kwestie van maar wat aanmodderen. Meestal figuurlijk, soms wat letterlijker.

Vera's Column
0 0

Opleiding

economisch-linguïstisch en vertaalopleiding (beide HBO)

Publicaties

Prijzen

gedichten in een aantal dichtbundels