Je wou dat je een hond had. Liefst eentje met een staart, een kwispelende staart nog wel. Want kwispelende staarten wijzen op blijdschap. En blijdschap kun je godverdomme goed verdragen.
Je zou met de hond gaan wandelen, joggen, marathons lopen.
Jullie beiden met het tongetje uit de muil: zou dat geen mooie foto opleveren?
Je zou je hond een schouderklopje en een kommetje water geven: alweer een Ethiopiër geklopt in de sprint.
Je zou hem knuffelen (de hond, niet de Ethiopiër), en zeggen dat je hem graag ziet. Hij zou blaffen en jij zult smelten.
Maar je hebt geen hond, je zal nooit een hond hebben.
Je hebt schrik.
Schrik dat hij zal doodgaan.
En dat enkel de foto van jullie beiden met het tongetje uit de muil zal overblijven.
En dat wil je jezelf niet aandoen.