Als ‘s morgens de wekker gaat, ben ik best een blije vogel.
Een ochtendmens zeg maar.
Tenminste… In de zomer.
Dan spring ik ‘s morgens mijn bed uit om fluitend aan de dag te beginnen.
In de winter is het een heel ander verhaal…
Als de wekker gaat, duurt het enige tijd voordat ik in de gaten heb dat dat geluid toch echt niet in mijn droom thuis hoort.
Langzaam proberen mijn hersenen, die onder invloed van de nacht-illusie nog ernstig druk zijn met het aanmaken van Melatonine, wakker te worden.
Nog langzamer begint het tot me door te dringen dat het piepende ding op een actie van mij wacht.
Bestaan er nog irritantere geluiden dan die van de wekker?
Waarom nu? Waarom?
Waarom hebben wij mensen geen winterslaap?
Het hele idee van een winterslaap is tenslotte het overleven van de winter, zonder energie te hoeven besteden aan nutteloze zaken zoals het opstaan in de kou en in het donker. Deze energie kunnen we in de zomer vast ergens anders voor gebruiken.
Waarom kunnen we niet gewoon de dag pas beginnen als het licht is?
Gezien het feit dat ons biologisch systeem zo is ingesteld.
Waar zijn de fluitende vogeltjes en het warme zonnetje als we ze nodig hebben? Het is veel te koud om te douchen en aan te kleden.
Rillend en bedekt met kippenvel met het liefst mijn ogen nog dicht, ga ik die eerste uitdaging van de dag aan.
Of dan alleen een winteruur in plaats van een winterslaap.
Wat zou het toch mooi zijn als we dat eerste winteruur van de dag konden overslaan.