Lezen

Leve de democratie ! Aan de slag: verplichte regeringsvorming.

Aan Zijne Koninklijke Hoogheid Monseigneur Prins Laurent van België Monseigneur Daar U als broer van Zijne Majesteit de Koning zich voorzeker de durf en moed aan de dag wil leggen om hem mijn advies te overhandigen in zijn moeilijke taak als organisator van de regeringsvorming. In het verleden heeft U, Monseigneur, reeds getoond dat U het lef heeft om de platgetreden koninklijke paden te verlaten. Misschien moet U in deze monarchale crisis Uw grote broer toch maar terzijde staan; steunen en stutten. Op hoop van zegen; de wanhoop voorbij met dit, mijn, ons mooie landje. Hop met de monarchie ! Hup, hup met de democratie ! Mijn plan is klaar en eenvoudig uit te voeren. Het is een preventief plan om na de volgende verkiezingen gelijkaardige werkonwilligheid te voorkomen. . Monseigneur, hopelijk kan u Zijn Majesteit de Koning, uw grote broer, er toe aanzetten om mijn voorstel ter harte te nemen. Ik wens hem hierbij goede moed om zijn / onze politici hiermee écht aan het werk te krijgen. Voorzeker kan humor hierbij behulpzaam zijn om uw broer te overtuigen :) . ( ZAZA-cartoon dd 16.01.2020 ) Van harte, uw onderdaan Theo Loog De Stille TheoLoog.DeStille@gmail.com Bijlagen: Essay – Probeersel – Advies tot Verplichte Regeringsvorming. In conclaaf ! NU ! AANVULLING – OVERZICHT procedure Bijlage: 1.       Essay – Probeersel – Advies tot Verplichte Regeringsvorming Essay – Probeersel – Advies tot Verplichte Regeringsvorming van door ons verplicht - democratisch verkozen – parlementariërs; die zich al (bijna) negen maand lang werkonwillig opstellen. Laat ons het effenaf een werkstaking of lock-out van de democratische werking van ons land noemen. Deze moedwillige werkweigering, dit bewust ontlopen van hun verantwoordelijkheid, die ze zelf wensten op te nemen door zich verkiesbaar te stellen, moet dringend gestopt worden. De verkozenen zetelend in het parlement dienen verplicht te worden om onmiddellijk hun werk te hervatten. Deze zelfde politici of hun partijgenoten voorgangers hebben nog niet zo lang geleden een wet gestemd om een staking van werknemers te kunnen breken door een minimum dienstverlening te voorzien. Zo dwingen ze de werknemers om vooraf een verplichte keuze te maken: staken of werken? Voor het breken van andere stakingen hebben ze de werkgevers de mogelijkheid geboden om werknemers op te eisen, om stakingspiketten gerechtelijk te laten verwijderen, om werknemers te verplichten, ongeacht de omstandigheden, hoe moeilijk, hoe onmogelijk, hoe stressvol ook toch hun werk op te nemen en uit te voeren. En zo nodig moeten ze berecht worden en met fikse bedragen beboet worden. Maar zoals zo vaak zorgen ze er voor dat deze werkwetten niet gelden voor hénzelf. Zij mogen alle onzinnige excuses blijven herhalen en rond echoën: “Het water is te diep. Er moet nog verder gepraat worden. We willen eerst nog rond de tafel gaan zitten.” Welke ondernemer zal ooit dit geduld opbrengen om zijn werknemers volle pot te betalen – (bijna) negen maanden lang om zonder resultaat te blijven bazelen met elkaar, zonder ook maar één meter te vorderen, terwijl het werk zich blijft opstapelen, de problemen blijven aangroeien. Voor parlementsleden kan dit wel, kan dit steeds weer. Herinner u ook de pensioenhervorming van de vorige pas geïnstalleerde Vlaamse regering. Het stond in geen enkel regeerprogramma tijdens de verkiezingsrush. Maar zodra de regering gevormd was werd er onmiddellijk ‘werk’ van gemaakt: alle werknemers – zonder onderscheid van leeftijd of werktijd - zouden langer moeten blijven werken, minder pensioen gaan ontvangen – maar niet zo voor de reeds aan de macht zijnde meute politici. Zij zouden hun pensioengeld, hun jonge pensioengerechtigde leeftijd wél behouden. Rechtgeaarde politici moeten het voorbeeld geven, nu, altijd ! Dus heren, dames, niet-werkende maar toch zeer goed betaalde politici, ga NU aan de slag: vorm een regering – welke ook, hoe dan ook.   Zo niet zal ik u via de rechtbank hiertoe moeten opeisen, alle 150 ! Majesteit, sta mij toe u te smeken de verkozenen des volks, politici, te verzoeken mijn advies ten zeerste ter harte te nemen. Mocht u er niet in slagen de politici tot rede te brengen, dan zie ik me genoodzaakt mijn advies aan alle burgers van dit land en aan het gehele middenveld over te maken. Hopelijk moet de bevolking van dit land niet overgaan tot een gedwongen werkopvordering van zijn verkozenen om tot regeerwerk over te gaan. Want dan moeten we hen misschien wel als kardinalen in conclaaf samenroepen en opsluiten in volledige afzondering. Dit betekent: zonder gsm of enig ander communicatiemiddel. Zonder mogelijkheid te overleggen met wie ook, tenzij onderling met de 150 verkozenen. Zonder contact met familie, kennissen, vrienden, partner(s) of sexgenoot(e) hoe ook – tot dat de witte rook opstijgt en u onder elkaar een regering gevormd heeft; een regering mét een plan, een regeerakkoord (akkoord of niet) wel te verstaan. Om een snelle regeringsvorming na verkiezingen in de toekomst afdwingbaar te maken wil ik volgende preventieve maatregel voorstellen ter voorkoming van werkwegering door politici.  Best wordt deze maatregel zelfs in de grondwet opgenomen. Deze maatregel zou door gewone meerderheid misschien al in de Senaat geagendeerd en in bespreking kunnen genomen worden en ingediend als gewoon wetsvoorstel in het parlement. Financiële maatregel werkonwillige parlementariërs – niet aanstelling van een ministerraad die de gestemde wetten ook uitvoert. Wat is de zin van een parlement als de gestemde wetten niet kunnen (willen) uitgevoerd worden door de onwil van deze parlementairen om onderling ministers aan te stellen? Zolang er na een verkiezing door de verkozenen géén regering is gevormd zal het loon van de parlementariërs elke maand met 10% verminderd worden, zodat na 10 maand de teller op nul euro loon staat. En vanaf de tweede maand kan er geen enkele onkostenvergoeding (waarvoor zou men onkosten gemaakt hebben als men niet wenst te werken?) ingediend worden. Ook nadien niet met terugwerkende kracht ! Alle poorten dicht a.u.b. . “Teken samen met ons de TWEEDE burgerwet: politici: aan het werk NU: Regeer !” Ondertussen onderneem ik de nodige stappen om Zijne Majesteit de Koning bij te staan door mijn oproep ook kenbaar te maken aan alle Belgen met alle mogelijke middelen. En bovendien lanceer ik een oproep aan alle Belgen om de politici met een burgerwet te dwingen om een regering te vormen; net zoals zij werkgevers de macht gaven via wetten om werknemers te kunnen dwingen tot werken bij staking van werk. Net zo zullen wij, de ‘werkgevers’ van de politici, onze werknemers in politiek, dwingen tot werken. Een oproep naar het voorbeeld van PvdA : “ TEKEN SAMEN MET ONS DE EERSTE BURGERWET 1.500 euro minimum-pensioen”, aan alle burgers om onze politici te dwingen om voor alle burgers een degelijk pensioen te voorzien en niet alleen voor zichzelf; inspireert mij om ook 150.00 handtekeningen te verzamelen: Van harte, uw onderdaan Theo Loog De Stille TheoLoog.DeStille@gmail.com   Bijlage: 2.                                                                      In conclaaf ! NU ! Setting. De verkozenen des volks, politici, worden als kardinalen in conclaaf samengeroepen en opgesloten in volledige afzondering. Dit betekent: zonder gsm of enig ander communicatiemiddel. Zonder mogelijkheid te overleggen met wie ook, tenzij onderling met de 150 verkozenen. Zonder contact met familie, kennissen, vrienden, partner(s) of sexgenoot(e) hoe ook – tot dat de witte rook opstijgt en u onder elkaar een regering gevormd heeft; een regering mét een plan, een regeerakkoord (akkoord of niet) wel te verstaan. Doel. Rechtstreekse gedwongen verkiezing door het parlement van 150 van: ten hoogste 15 ministers. De eerste minister eventueel uitgezonderd, is de federale regering samengesteld uit evenveel Nederlandstaligen als Franstaligen. Daar kunnen ook nog staatssecretarissen aan toegevoegd worden. Elk van de HUIDIG verkozen parlementsleden kan zijn/haar kandidatuur indienen tot minister mét één ,twee, max drie voorkeuren van ministerposten (zie huidige verdeling posten). Na de stemming kan er onderling nog met unanimiteit van de hele regering en na bevestiging van het parlement met eenvoudige meerderheid nog van bevoegdheden geheel of gedeeltelijk geruild worden. De stemming kan in één of twee ronden georganiseerd worden. Indien alle 15 ministers elk 10 stemmen hebben in er maar één stemming nodig. Maar waarschijnlijk is een tweede (of mogelijk derde of … ) ronde nodig om tot een volledige regeringsaanduiding van ministers te kunnen komen. Eerste ronde. In de eerste ronde worden alle kandidaten die zich aandienden verkiesbaar opgenomen in alfabetische volgorde. Bij de eerste ronde worden de kandidaten reeds uitgeselecteerd die over minimaal 10 stemmen beschikken. De overige kandidaten worden overgeheveld naar de volgende ronde. Tweede ronde (en volgende) In elke volgende kiesronde worden slechts een beperkt aantal kandidaten opgenomen ten belope van het nog resterende aantal benodigde ministers. Zo bv indien in de eerste ronde reeds 5 ministers werden verkozen (min. 10 stemmen) dan kunnen in de tweede ronde slechts de eerste 7 kandidaten met de meeste stemmen toegelaten worden. In geval van exequos op de 7de plaats worden deze samen toegelaten. Zo worden er eventueel extra rondes georganiseerd totdat alle 15 ministers zijn geselecteerd. Eerste minister. Deze pas verkozen ministerraad zal voltallig met eenvoudige meerderheid een eerste minister uitkiezen als ook maximaal 3 vice-eerste-ministers. Deze eerste minister zal de eerste ministerraad voorzitten, nog tijdens het conclaaf achter gesloten deuren. Tijdens deze ministerraad worden de bevoegdheden onderling definitief toegewezen. Hierna zal deze eerste minister de pers te woord staan en de ministers en ministerbevoegdheden bekend maken. Dan pas wordt het conclaaf beëindigd en mogen de ministers en de 135 andere parlementsleden de afgeslotenheid van het conclaaf doorbreken. Veel succes ! En een spoedig herstel van de democratie gewenst ! Van harte, uw onderdaan Theo Loog De Stille TheoLoog.DeStille@gmail.com P.S. Elke partij met minder dan 10 zetels zal zich benadeeld voelen. Maar ook zij kunnen hun stem in het conclaaf laten gelden. Men spele het slim? 9 sp.as    8 GROEN   5 CDH   2 DéFI- samen met de reststemmen boven 10 of boven 20 (NVA) om ook deze stemmen te gelde te kunnen maken. AANVULLING – OVERZICHT PROCEDURE stap 1 Door interne selectie verkiezing van 15 ministers (inclusief éérste minister) stap 2 Na de interne selectie door verkiezing van 15 ministers is de volgende stap om de bevoegdheden vast te leggen voor elk van de 15 ministerdepartementen. stap 3 Definitieve toewijzing van de 15 geselecteerde ministers aan één van de 15 departementen. stap 4 Bekendmaking aan de koning van de resultaten. Eedaflegging bij de koning + voorstelling aan de pers.   Leve de democratie !  

Theo De Haes
1 1

Seksuele gezondheid LGBTQ anno 2019

Volgens onderzoek van Sciensano (https://www.sciensano.be/nl/pershoek/minder-hiv-diagnoses-maar-hiv-treft-diverser-publiek), daalde in 2018 het aantal hiv-diagnoses met 2% in vergelijking met 2017. PrEP lijkt daarbij positief bij te dragen aan de preventie van hiv en de daling van het aantal gevallen. (PrEP is een preventieve behandeling van mensen die geen hiv hebben maar wel een groot risico lopen op besmetting). Bij mannen die seks hebben met andere mannen zien we dezelfde neerwaartse trend, hoewel deze daling vandaag nog te miniem is om al te spreken van een serieuze ommekeer. Hoe kunnen we nu als gemeenschap verder nadenken en concreet pistes uitwerken om die daling van het aantal nieuw geïnfecteerde mannen die seks hebben met andere mannen (msm) verder te zetten, de juiste uitdagingen aan te gaan in een lange termijnvisie en onze gezondheid niet louter te minimaliseren tot hoe veilig of minder veilig we seks hebben. Homomannen hebben in het verleden zwaar met hun levens betaald in de strijd tegen aids. Niet alleen door het aidsvirus zelf; ook discriminatie en stigma hebben veel negativiteit in handen gewerkt en doen dat vandaag nog verder. Nog steeds blijven mensen bezorgd om over hun positieve status te communiceren. En nog steeds worden mensen op een negatieve manier op hun homoseksualiteit en homoaffiniteit gewezen. Wanneer we kijken naar de geschiedenis van aidspreventie in België en in het buitenland, stel ik vast dat we vandaag in een post aidstijdperk leven waarbij combinatiepreventie werkt (https://www.sensoa.be/hiv-belgie-feiten-en-cijfers). We komen van ver. Van heel ver, ook al lijken we meer en meer grip te hebben op hiv en aids, achter de term post aidstijdperk schuilt helaas ook weinig investering in de strijd tegen aids door de huidige jongere generaties. Wat heeft de strijd tegen aids ons voor, tijdens en na het ‘aidstijdperk’ bijgebracht? Wat deden we toen en wat doen we vandaag? Voor welke uitdagingen staan jonge holebi’s vandaag? Seksboeken van Goedele Liekens of Belle Barbé gaan dat niet veranderen, zij zetten meer in op seks als glamoureus modeverschijnsel dat je in alle kleuren en geuren overkomt. Ook al bulken deze boeken van geluk en genot en is hun positieve benadering een verademing in het landschap van boeken over seks, in se brengt hun literatuur niets nieuw bij aan het debat van iedere homoman en zijn (seksuele) gezondheid. De bibliotheek van heteroseks is meer dan compleet en is altijd al toegankelijk geweest in de leeshoek van iedere supermarkt. Ook hun schrijfsels over het lichaam vinden we terug in iedere medische encyclopedie. Elke heteroseksueel vindt wel zijn of haar antwoorden. Voor een jonge seropositieve homo is het vandaag nog steeds zoeken naar antwoorden die niet in de heterobibliotheek staan. Waarom is seksuele gezondheid voor homomannen vandaag nog zo belangrijk in de strijd tegen aids? Seksuele gezondheid specifiek voor mannen die seks hebben met andere mannen rust op het principe dat wanneer je aan aidspreventie doet, de aanpak en de visie ervan op een holistische manier benaderd wordt en dat gezondheid voor deze populatie niet enkel en alleen berust op hiv of aids. In dit post aidstijdperk waarvan ik in mijn denkpistes in het verleden al gewag over heb gemaakt, zijn we als groep, als gemeenschap uit een crisis geraakt die ons vandaag toelaat op lange termijn na te denken over die toekomst. Deze aanpak heeft gewerkt. Aan die dynamiek die de homogemeenschap toen aan de dag heeft weten te brengen moet vandaag een nieuw elan gegeven worden. Een nieuwe benadering in een holistische benadering van seksuele – en bij uitstek ook fysieke, psychologische, sociale en emotionele gezondheid, kan niet meer enkel en alleen gefocaliseerd zijn op negatieve benadering die msm zouden hebben in hun gedrag of hun psychologie (zoals : homo’s zijn niet in staat om…, homo’s kunnen niet…); we moeten veeleer verder bouwen op de positieve successen en de expertise die een hele gemeenschap doorheen maatschappelijke en ook politieke stormen heeft weten op te bouwen. Het collectieve binnenin de holebigemeenschap en de sociale verbintenis vindt zijn oorsprong niet bij ouders of familie. Het deel van iemands identiteit dat homo is, komt van de sterkste, meest pure menselijke drift : verlangen. De holebigemeenschap is geen gesloten of op zichzelf geplooide gemeenschap. Het is een gemeenschap die haar gelijke vindt in seksuele, amoureuze, sociale en recreatieve praktijken en die een eigen positieve identiteit opbouwt. Fierheid is in onze gemeenschap van groot belang. En ook al is onze gemeenschap doorheen de jaren veranderd en geëvolueerd (homo’s uit de jaren 70 zijn niet dezelfde homo’s als homo’s uit de volgende decennia), je kan geen publiek gezondheidsbeleid voeren dat stigmatiserend werkt, waarbij je bepaalde (seksuele) praktijken en (seksuele) contexten of specifieke identiteiten gaat veroordelen en moreel gaat verwerpen. Ook de huidige normalisatie tot stand gekomen door het homohuwelijk en adoptie staat een eigen identiteit niet in de weg. Integendeel. De holebi-gemeenschap is vandaag een erg diverse gemeenschap met specifieke noden, eigen belevenissen en benaderingen, ten spijt van gevaarlijke politiek waarbij nog steeds het oubollige traditionele man-vrouw schema als hoeksteen van de maatschappij geldt. Ook al roepen deze vaandeldragers van de moraal heel luid niet tegen holebi’s te zijn, het blijft negatieve politiek die de meest kwetsbare binnenin de maatschappij en de gemeenschap grote schade berokkent. Onze gemeenschap kent ook individuen met migratieachtergrond, er zijn mannen die zonet naar België zijn gekomen, in trauma leven en voor wie hiv/aids nog steeds een groot taboe is. Ook deze groep verdient speciale aandacht binnen een seksueel gezondheidsprogramma. De homogemeenschap gaat doorheen alle culturen. Seksuele gezondheid voor LGBTQ+ behelst de veelvoud en de culturele diversiteit van de manier waarop gays hun seksualiteit beleven en het is ook in hun belang om binnenin een globale visie rekening te houden met verschillende vormen van sociabiliteit, van plezier, van kennis en van hun capaciteit voor zichzelf te zorgen. Seksuele gezondheid is er veelzijdig en kan niet gericht worden op een unitaire – meestal medische – aanpak of heteroseksueel georiënteerde benadering. Een denkpiste is hier niet op zichzelf terugvallen, als groep of als individu maar om de pijlen van de toekomst te richten op beleid en politiek die de mensen en de meest kwetsbare van ons in hokjes duwt en het welzijn van holebi’s ondermijnt. Het is ook denken aan een seksueel gezondheid centrum voor holebi’s, het versterken van het contact met de arts en onze gezondheid steeds in het licht van onze eigen belevenissen te houden. Het is aan onze gemeenschap om hier de dynamiek te brengen en het werk niet over te laten aan zogenaamde professionelen die het wel goed voor holebi’s hebben maar seksualiteit uniformiseren en reduceren tot een klassiek man-vrouw patroon. Het werk moet opnieuw van binnenuit komen, vanuit onze eigen gemeenschap. Seksualiteit bij msm is niet dezelfde seksualiteit als bij hetero’s. Punt aan de lijn. Tenslotte moeten we als homogemeenschap waakzaam blijven over onze eigen gezondheid en wanneer we spreken over seksualiteit bij homomannen, moeten we het niet altijd enkel en alleen hebben over het aantal infecties te vinden bij msm maar we moeten ook andere vragen die ons bezighouden durven stellen. We moeten blijven werken aan onze toekomst en de beste bewakers blijven van onze levenskwaliteit, met of zonder hiv. We moeten alert blijven dat een hele maatschappij, politiek en sociaal, onze praktijken niet veroordeelt en ons reduceert tot oneliners als “Ja maar, ze hebben het zelf gezocht”. Laat ons positief blijven, fier ook, op hoe we na bijna 40 jaar strijd tegen aids ons eigen leven verder zelf bepalen, in onze seksualiteit, in onze affiniteit, in onze homoseksualiteit. Seropositief of seronegatief. Ik schrijf voor Zizo Magazine, ik ben sexpert in lgbt issues en ik studeer seksuologie. Ik ben ruim 30 jaar werkervaren in (seksuele) gezondheid bij holebi’s en ik pleit voor positieve (seksuele) gezondheid bij holebi’s, voor en door holebi’s.

Erwin Abbeloos
37 0

De ui

Als alles altijd leeg was zou er ook geen nood zijn aan een omhulsel. Zo efficiënt is de natuur wel. Omhulsels vervullen verschillende functies: ze beschermen iets essentieels (bv. onze ribben, een zaaddoosje van een klaproos of het omhulsel van een kokosnoot). Wie een ui pelt komt uiteindelijk uit op zijn groeipunt. Alle lagen er rond vormen reservevoedsel. Als je die lagen verwijdert, kan de ui echter niet meer uitgroeien tot een sterke plant. Als we onze eigen lagen afpellen komen we ook zoiets tegen. Moeten we wel iets proberen afpellen dat op zijn eigen tijd wel zal ontluiken?   Niet vanbuitenuit, maar van binnenuit komen groei-impulsen. Wie een rups ontleedt, zal daar geen vlinder vinden. De kern van alles is niet niets, maar is evenmin tastbaar. Toch kan leegte nuttig zijn - leegte voorkomt verstopping, en zorgt er voor dat iets kan stromen. In onze geest zorgt leegte er voor dat creativiteit kan stromen. In ons hart zorgt leegte er voor dat Liefde zich er kan nestelen.   Liefde heeft heel ons hart nodig en wil het zelf kunnen inrichten. Waar vooropgestelde voorwaarden zijn zal zij niet kunnen blijven. Liefde is volkomen vrij en gehoorzaamt geen enkele meester. Doch eenmaal zij zich in ons hart genesteld heeft zal zij nooit meer vertrekken. Van binnenuit kan zij ons leven en de wereld veranderen. Zij gebruikt hiervoor ons hele wezen - maar enkel als wij ons aan haar kunnen overgeven. Daar waar weerstand is, kan zij niet stromen. Leegte is dus heel belangrijk - en in de meeste gevallen de beste keuze. Maar niet alles is leegte.   Leegte is slechts een voorwaarde om het onvoorwaardelijke te kunnen ontvangen - en weer doorgeven.

Anupana
0 1

Nil Desperandum

Voor mijn vrienden, wier leven in gevaar is   Zij wonen op en in de bermen langsheen de N49, 1 van de laatste plekken waar zij nog kunnen overleven in een landschap dat voor hen als een woestijn geworden is. In de laatste 100 jaar zijn zij hun grootste vrienden en bondgenoten kwijtgeraakt – de laatsten onder de mensen die in onze streken nog in de natuur leefden. In hun velden, hooilanden, houtkanten, poelen, bosjes en akkers was het nog veilig en goed leven.   De komst van de agro-industriële landbouw heeft hun leven echter enorm veranderd. Velen redden het niet. Talloze boeren moesten met lede ogen toezien hoe hun levenswijze opeens onmogelijk geworden was. Met pijn in het hart verbraken zij de eeuwenoude overeenkomst met Gors, Leeuwerik, Putter, Hooibeestje en Bunzing. Korenbloem en Klaproos waren niet langer welkom in de graanakkers. Parelmoervlinders en Dambordjes verdwenen voorgoed uit de hooilanden. Het leven op het land werd vermoord, en de boeren waren in stille rouw. Zij waren gedoemd om voortaan door het leven te gaan als de beulen van de moderne tijd, die vele onschuldige levende wezens de dood injoegen, onder luid gejuich van de vooruitgangspredikers, die het in de coulissen op een akkoordje gegooid hadden met de grootindustrie.   Met dezelfde pijn zag ik de lievelingsboom van de Ijsvogel boven de Ede plaats maken voor steen en beton. Netjes opgeruimd en kil, zoals het hoort. Hoe de laatste leefgebiedjes van een vrolijk maar vergeten oranje vlindertje werden verkaveld. Nog steeds ga ik gebukt onder het schuldgevoel de enige vriend te zijn geweest die zij hadden, terwijl ik niets heb ondernomen om hun ondergang te voorkomen. Hopelijk vlieg je toch nog ergens rond in een vergeten bremstruweel, liefste Oranje bremspanner. Hoe 1 van de leefgebieden langs het Leopoldskanaal van enkele van mijn dierbare vrienden na jarenlang goed beheer aan zijn lot werd overgelaten, waardoor de braamstruwelen oprukten en zij er niet langer konden overleven, zonder dat er een andere plaats was voor hen om naartoe te gaan. Zij waren met vele duizenden: vuurvlinders, dagpauwogen, atalanta’s, sint-janskruidspanners, bruine blauwtjes, argusvlinders, zandoogjes en zoveel meer. Zij waren mijn beste vrienden in die tijd, en ook hen liet ik in de steek.   Deze vrienden zijn herinneringen aan de wortels van onze cultuur. Zij vertellen elk hun eigen verhaal – verhalen waar echter niet meer naar geluisterd wordt, door de enorme ruis die onze gejaagde samenleving voortbrengt. Nietsvermoedende automobilisten razen me verbaasd voorbij wanneer ik bij mijn vrienden langs de Expresweg op bezoek ben. Voor hen bestaan zij al niet meer – zij hebben geen plaats meer in hun leven, laat staan dat zij hen ‘vrienden’ zouden noemen. De berm is een plaats waar automobilisten niet willen terecht komen, het is hoogstens een plek waar zij hun afval denken kwijt te kunnen of snel even een plasje kunnen doen alvorens weer verder te reizen, als onrustige nomaden op zoek naar een oase van geluk, die echter keer op keer een luchtspiegeling blijkt te zijn.   Dit is een pleidooi voor mijn vrienden, die ook recht van leven hebben. De meest prominente onder hen is de Vijfvlek-sint-jansvlinder. Met vele honderden leven zij langs het korte stukje wegberm tussen de Expresweg en de Rapenbrugstraat Noord, samen met enkele tientallen vuurvlinders, bruine blauwtjes en icarusblauwtjes. Ook nu weer zijn zij in gevaar door de nakende uitbreiding van de nomadenroute. Hun overleving staat op het spel, en weer ben ik hun enige vriend. Dit hoeft echter niet zo te blijven. Misschien wil jij hen ook wel wat beter leren kennen, en klikt het wel als je hen ontmoet. Ze wonen misschien ook nog in jouw buurt. Ze kunnen in elk geval meer vrienden gebruiken – zij zitten immers niet op facebook.    

Anupana
9 0

Huiswerkopdracht: Bloemlezing

Boek ‘Bloemlezing uit de gedichten van Piet Hannes (1902-1969)’ door Lode Certonck (Brussel 1947)   Lode Certonck is met dit boek niet aan zijn proefstuk toe. Eerder schreef hij al een bloemlezing uit de gedichten van Cor C de Kloten (1890-1941) en becommentarieerde hij het werk van Paul Snoek (1933-1981). Deze bloemlezing, voorzien van een voorwoord, is het eerste belangrijk naslagwerk van de twintigste-eeuwse dichter Piet Hannes. Het is de derde herziene druk. Prof. Certonck doceert Duitse en Nederlandse filologie aan de universiteit van Nijmegen en is in zijn vrije tijd hobbykok.   Gedicht uit 1914   Pwook pwook Tok tok toaak Kukkelekuu uuh uuh Tok tok tok toaak Kukkelekuu Pwooak pwooak Tok tok tok tooak Kukkelekuu   Dit gedicht dat de heer Hannes op twaalfjarige leeftijd schreef, bewijst zijn genie. We kunnen Piet gerust een wonderkind noemen en we zijn blij dat men zijn eerste opstellen en gedichten bewaard heeft. Ze bevatten een schat aan informatie. Piet Hannes had als kind een zwakke gezondheid. Door het feit dat hij vaak ziek is, raakt hij verslingerd aan lezen. We kunnen bij dit gedicht analogieën zien met het fameuze ‘kikker-gedicht’ van zijn collega dichter Paul Snoek. Er is echter wel één groot verschil: Piet had een voorkeur voor kippen en ander pluimvee; Paul voor insecten en al wat in en rond water leeft. Op de boerderij bij opa Sooi liepen er genoeg kippen rond en dit moet op Piet grote indruk hebben gemaakt. De literaire analyse is eerder eenvoudig: het zijn kippengeluiden met drie maal de ‘kukkelekuu’ van een haan. Uit de dagboeken en memoires van oma ‘boerin Jeanine’, de vrouw van Sooi, weten we ook dat grootvader feilloos een Mechelse koekoek kon imiteren. Zo goed dat het moeilijk te onderscheiden was van het werkelijke dier. Ook dit moet grote indruk hebben gemaakt op de jonge dichter. Deze biografische gegevens leiden tot nog meer literaire inzichten. De keuze van de dichter voor kippen is hier o.a. mee verklaard. De dichter heeft ook dankzij dit mooie gedicht een trauma kunnen verwerken en het heeft hoogstwaarschijnlijk veel moed gevergd om het te schrijven. Op de leeftijd van vier heeft Piet namelijk gezien dat een kip een tijdje blijft rondlopen ook zonder kop. Boer Sooi slachtte nl. van tijd tot tijd een dier. Overbodig te melden dat ook deze schokkende gebeurtenis op Piet een zeer grote indruk moet hebben gemaakt. Aanvankelijk noemde Piet zijn gedicht: ‘Die de kleinste eieren leggen, kakelen het hardst.’, ondertussen, na grondig onderzoek, weten we dat deze titel is weggevallen. De verwijzing naar Pasen vond Piet iets té katholiek. Dit werd hem niet in dank afgenomen.   Het boek is uitgegeven door uitgeverij Zondag en verkrijgbaar in de betere boekhandel. 341 pagina’s, 17,50 euro genomineerd voor de Jules Deelder prijs voor beste bloemlezing in het Nederlandstalig gebied.    

Hubert Grimmelt
30 0

Dietjes en datjes

Vult u, in gedachten, even volgende zin aan:‘De man, die het meisje mishandeld had, kreeg van de rechter ***’Mogelijke antwoorden waren: een ongenadig verdict, een levenslange gevangenisstraf, of … een emotionele schadevergoeding. Het onderwerp van bovenstaande zin valt immers onmogelijk af te leiden. Waarde taalgenoten, wat een gat in onze grammatica! Laten wij deze gapende leegte vullen met enkele gepaste achtervoegsels, indien het woord voorafgaand aan de bijvoeglijke bijzin een voorwerp is. Voor mannelijke woorden: die -> dieno.Voor vrouwelijke woorden: die -> dieva. Indien de man dus de agressor in onze voorbeeldzin is, blijft het betrekkelijk bijwoord ‘die’. Indien hij het slachtoffer is, ‘dieno’. Einfach einfach, zou ik zo zeggen. Ah! Ik hoor de moderne 21ste-eeuwse medeburger reeds kreunen. Man versus vrouw, het achterhaalde onderscheid. Hoe zit het met transgenders? Hoe zit het met uniseks namen zoals Chris en Yentl? Welk woord kiezen we voor gemengde groepen? Pakken we het aan zoals de Fransen, voor wie één man in een stadion vol vrouwen volstaat om het genus voor de hele groep te veranderen? Neen, neen en nog eens neen. Voor gemengde groepen, het onzijdig meervoud en geslachtstwijfelgevallen gebruiken wij voortaan een apart woord: die wordt dieto. Dit probleem doet zich niet voor bij het enkelvoud van onzijdige woorden. Als zij een voorwerp in de zin zijn, geldt: dat -> datyf. Inderdaad, een zeldzaam nuttige modificatie! Ik ben er zelf ook bijzonder trots op, dat mijn intellectueel vernuft voor maar liefst 24 miljoen mensen dagelijks een meerwaarde zal mogen betekenen.De met stomheid geslagen lezer wenst nu ongetwijfeld een nieuw Groen Boekje aan te schaffen. Wel, deze mogelijkheid wordt u vriendelijk aangeboden. Met de code !R0N!3 krijgt u 20% korting op uw aankoop, waarvan de auteur van dit artikel slechts hetzelfde percentage winst opstrijkt. En dat allemaal, u raadt het reeds, uit liefde voor onze voortaan nog mooiere Nederlandse taal.  

Amaryllis
0 0

Vooroordelen en darts

Vooroordelen. Ik heb ze. Ik lijd eraan. Nog steeds. Zelfs na 39 jaar ervaringen opdoen op dit bolletje sterrenstof en na 15 jaar lesgeven aan nieuwkomers van alle pluimage. Vooroordelen werken als darts: je gooit negen keer tevergeefs richting roos en wanneer de tiende keer raak is, onthoud je enkel die ene worp. Vooroordeel 1: Mispoes Een moslima uit Pakistan zit tijdens een spreektest van top tot teen gesluierd in haar zwarte bijna-boerka. Dat uitzicht werkt blijkbaar nog steeds op me in. Op de vraag waarom ze naar België is gekomen, antwoordt ze: omdat de vrouwen in mijn land minder kansen krijgen. Hier in België is het modern en mag ik werken. Vooroordeel 2: Mispoes Een man uit Bosnië is al de ganse cursusperiode opvallend stil. Niet echt handig voor een mondelinge module. Zijn houterige houding en bloeddoorlopen ogen interpreteerde ik -redelijk onbewust- als desinteresse of erger.Bij dezelfde spreektest over de komst naar België blijkt dat hij hier al 28 jaar woont (en nu pas in niveau 2.2 zit! Hoe kan dat in godsnaam? … vooroordeel 3: Mispoes) Daarna gaf hij eerst toe dat hij enorm gesloten is en deed vervolgens in verrassend goed Nederlands zijn verhaal. Zijn teruggetrokken attitude en vermoeide blik kregen voor mij gaandeweg een totaal andere invulling toen hij vertelde over hoeveel vrienden en familieleden hij in de Joegoslavische oorlog had verloren, over zijn scheiding, zijn depressies, over de overuren die hij jarenlang aan de Antwerpse haven deed om zijn zonen te laten studeren. ‘Ik was vòòr de oorlog helemaal niet zo gesloten.’ Het stuwmeer van zijn stilzwijgen was zodanig doorheen de dam gebroken, dat hij de vijf minuten spreektijd fel overschreed en andere cursisten pas volgende les aan bod konden komen. Vooroordeel 4: Mispoes Vraag nu aan honderd FB-vrienden om een moslimterrorist te tekenen en je krijgt ongeveer een afbeelding van mijn Afghaanse cursist. Toen ik polste naar zijn welbevinden in België, was hij uitermate positief. Enkel miste hij zijn familie, vooral zijn mama want die lag chronisch ziek in bed. Hoe moet ik dit zeggen? Zijn bedroefde ogen in combinatie met de uitspraak van het woord ‘mama’ deden mijn pijltje zo fel afwijken, dat het naast het dartsbord terecht kwam. Vooroordeel 5: Raak Vraag nu aan honderd FB-vrienden om een oudere bibliothecaris te tekenen en je krijgt ongeveer een afbeelding van mijn Syrische cursist. Wat blijkt nu? Hij was gewoon écht bibliothecaris! En nog wel in de grote nationale bibliotheek in Damascus. Hij beheerde tienduizenden oude manuscripten op 500m van het paleis van Assad die soms op officieel bezoek kwam. Wat een volstrekt ander leven heb je, als je je een paar jaar later in een klas in Borgerhout bevindt tussen mensen van de hele wereld met allen slechts één en hetzelfde boek voor hun neus. Vooroordelen: laten we vooral wat minder pijltjes proberen gooien.

Joachim Stoop
46 0

Glimlach van de dag

  Om de zon in volle glorie van achter de wolken te lokken, gaf ik in mijn NT2-klas de opdracht om een positief verhaal te schrijven rond een verrassende ontmoeting, een grappig toeval, een hoopvolle boodschap. Er was hierbij slechts één doel: de leraar doen lachen -met glim of schater. En de taal moest natuurlijk ook wel een beetje kloppen. Het is tenslotte les Nederlands.Het verhaal van een Afghaanse cursist ging zwaar en zenuwslopend van start: na zijn eerste twee weken in België te hebben doorgebracht in een gesloten asielcentrum in Brussel, werd hij met een treinticketje enkel richting open asielcentrum van Kapellen gezonden. Nu laten we je los, Samir. Van hieraf moet je gaan.Op het briefje las hij zonder enig begrip: Kazerneweg 35, 2950 Kapellen of stel dat jij in Afghanistan bent en enkel Nederlands begrijpt: کازنیویوګ 35، 2950 کاپیلین Met het adres in de hand ging hij koortsachtig op zoek naar hulp van medereizigers op perrons en in treinen. Tenslotte kwam hij opgelucht aan in het station van Kapellen. Oké, en wat nu? Sommige mensen waren behulpzaam, anderen lieten hem links liggen. Hoopvol wandelde hij in de vermeende goede richting en stopte een auto met een heel vriendelijke man die hem vroeg waar hij naartoe moest. ‘Stap in!’ Hij gaf het briefje aan de man. ‘Ik rijd je erheen’ moet hij gezegd hebben in die taal van Mars. Met gebaren vroeg de man of hij kleren nodig had. Wou hij een stuk chocolade? Ja, dat wel. Hij zou de man nooit vergeten. Zo vriendelijk, en wat is het woord … gastvrij.Ik vroeg of hij de man ooit nog heeft teruggezien.‘Nee, nooit meer. Maar ik had in de auto zijn telefoonnummer gevraagd en ben diezelfde dag nog als een gek Nederlands beginnen leren om hem na een paar maanden in een perfecte sms te kunnen bedanken. En dat heb ik gedaan. ’ De glimlach.De zon.

Joachim Stoop
35 1

Eerste brief aan mijn zoon

Eerste brief van Joachimus aan Louie Stopius.   Toen ik je daar zag liggen terwijl de verpleegsters je zoals bij een pitstop tijdens Formule 1 proper maakten, je reflexen testten en me de schaar aanreikten om het meest wonderlijke der wonderen door te knippen, kon ik enkel denken: Wat maak je enge bewegingen? En wat een grote voeten heb je? Hebben we een monstertje gecreëerd? Wist ik veel dat baby's net op het allereerste moment dat ze een teken van leven uitstralen, op hun lelijkste zijn. Wist ik veel dat die eerste reflexen raar ogen en bij alle nieuwkomertjes de voeten buitensporig groot lijken omdat ze nog zo dun en wit zijn in vergelijking met de rest. Wist ik veel dat je weldra zo ontzettend mooi ging worden. De bevreemding die ik de eerste momenten voelde, werd helemaal gedicht toen men je in mijn armen legde. Nabijheid van lichaam overbrugt mentale afstanden. Apetrots stapte ik naar je mama en toonde ik je met verbale opluchting: ‘alles is goed met hem, alles is goed.’ Cum laude op je eerste rapport.   Je bent nu een weekje oud en ik kan niet geloven dat je met je kleine lijfje al zo’n grote plaats in ons universum inneemt. Papa was een gewaarschuwd man: mijn leven ging hélemaal veranderen, de aarde zou plots omgekeerd draaien, links wordt rechts, onder wordt boven. In alle eerlijkheid: dat valt wel mee. Je zit volkomen in het verlengde van wat mijn leven vóór je komst was. Je bent de vlinder die als een uitgedragen cocon uit de liefde tussen je papa en je mama komt. Je bent gemaakt van het overschot van genegenheid tussen je ouders, alsof we van onze overlopende hartstocht een nieuw leven konden kneden die op zijn beurt hopelijk ooit zal overvloeien van liefde. Je aanwezigheid voelt zo natuurlijk en organisch aan. Zo logisch ook. Het meest vreemd vind ik dat het helemaal niet zo vreemd is. Ik ben dus geen compleet ander mens geworden, maar ik voel me wel een stuk rijker. Rijker in zijn eenvoud. Papa heeft namelijk nogal de neiging om met het ene been op planeet hier en het andere op planeet ginds te staan. Jij houdt me hier en nu in het hier en nu. De rust die ik voel wanneer onze hartslagen een duet spelen als je op mijn borst ligt, is voor mij zo’n openbaring. Nooit verwacht! Spoedcursus mindfullness gratis aangeboden door een manneke van één week oud.   Ik ben heel lang bang geweest om een kindje te krijgen en mijn vrijheid in te wisselen voor verantwoordelijkheid. Ik had schrik om overal waar ik zou lopen een elastiek te voelen die altijd naar mijn kind zou leiden. Angst om niet langer geheel als individu te mogen ontsporen, verdwalen. Een kans tot escapisme die ik niet per se zou benutten, maar wel de aanwezigheid ervan zou blijven koesteren. Noem me voorbarig, maar ik ervaar het niet zo. Als er al een elastiek is, is die uit liefde gefabriceerd. Dat die liefde verantwoordelijkheid met zich meebrengt zal nog ongetwijfeld meermaals blijken. Ik weet intussen wat de bovenhand zal nemen en behouden. Love is all.   Zoals ik onder al die lagen mens-zijn blijkbaar ook een dik laagje papa in me heb, heb jij nog alle lagen in je. Je kan worden wie je wilt worden. Of nog liever -in de woorden van die maffe Duitser met zijn snor (nee, niet die, gekkie. Die andere)- ‘word wie je bent’. We zullen je vrij laten en helpen waar nodig om op deze maffe aardbol te beseffen dat cowboys de slechterikken en indianen de goeien zijn; dat niet iedereen met evenveel kansen aan de start vertrekt en dat liefde altijd en overal koning hoort te zijn. Ik herhaal me: Love is all.   Het vonkje waaruit jij bijna 8 jaar later bent gevormd, ontstond toen ik met je lieve mama Fien op een feestje in de zetel belandde. Steek het op het bier (of was het Heineken?) maar we lieten van in den beginne de pionnen voor wat ze waren en grepen meteen naar de koning en de koningin. Thema van een spontane eerste date: hoe we allebei apart ontdekten dat de zoektocht naar liefde en de queeste naar vrijheid geen afzonderlijke verhaallijnen hoeven zijn, maar met wat geluk samen komen. Los van elkaar hadden we zoals velen liefde als iets van mensen samen en vrijheid als een individueel pad gezien. Ik gaf mama het beeld dat niks weerhoudt om het wandelpad richting vrijheid te zien als een weg waarop je samen loopt. Je kan ook met z’n tweetjes vrij zijn. Dat papa daaraan het geleende woord ‘tweezaamheid’ plakte en deed alsof het copyright Stoop was om je mama in te palmen, kan je me hopelijk vergeven. Ik en mama lopen nu nog steeds op dat pad. Jij kwam ons sinds vorige week vergezellen. Eerst in de draaidoek, dan in je buggy, op je stepje, driewieler, fiets met en zonder extra wieltjes, op de scooter die je stiekem achter onze rug hebt aangeschaft, in je elektrische, computer gestuurde auto en tenslotte misschien met je eigen vonkje, overvloeiende liefde en cocon. Geen haast hoor. Je bent tenslotte nog maar zeven dagen oud.    

Joachim Stoop
75 0

Tweede brief aan mijn zoon

Tweede brief van Joachimus aan Louie Stopius. Psalmen 1:42 tot 3:14   Je mama vroeg me vandaag wat ik het leukste vind aan papa zijn. Na even nadenken, zonder echt te twijfelen, noemde ik de aanraking, het voelen, jouw lichaamswarmte. De manier waarop je met de cadans van aanspoelende golven op een zomerdag met je mond tegen mijn wang ademt. Elke dag wordt de (her)ontdekking aangescherpt dat tastzin de puurste vorm van ervaren is. Reuk, gehoor en beeld creëren interpretaties die als omwegen de werkelijkheid verbuigen. Aanraking is aanraking: de meest basale, pure vorm van in de wereld staan. Je zal het later nog aan je huid merken als je diep geraakt wordt door een reeks woorden die je hand grijpen en je vingers leggen op wat je zelf net niet kunt uitdrukken; als je je favoriete liedje uit je puberteit na twintig jaar onverwacht terughoort; als je over een heuvel rent en op de top bijna opstijgt van geluk bij het goddelijke landschap tot de horizon en terug. Kippenvel is het uithangbord van de ziel. Je huid is je huis.   Als we over een paar jaar in de natuur lopen, zal ik je vertellen hoe je een bos zowel kunt zien als bos op zich maar evenzeer als som van bomen, en bomen als som van bladeren en takken, en bladeren als som van nerven. Een mens is een machtig wezen met een aangeboren vrijheid van inzoomen en uitzoomen. Je ogen, oren, neus en mond zijn sleutels waarmee je schatkisten opent. Met je huid de boomschors aaien is wonderlijk aarden. We zullen onze ogen sluiten, onze geest volledig vullen met aanraken en de wereld als een verdwaalde strandbal loslaten. Daarna pas zullen we de warme leegte volgieten met onze verbeelding. Ik zal je zeggen dat het grootste wonder op aarde de aarde zelf is. Dat de boom voor onze neus ringen in zijn stam draagt die stroken met onze planeet één keer rond de zon. Dat hier hon-der-den jaren geleden net als wij een andere papa en zijn zoontje stonden met handen vol schors en koppen even zonder kopzorgen. Jij zal me zeggen wanneer dat beloofde ijsje er nu eindelijk aankomt.   Omdat ik enorm van taal hou, vreesde ik vóór jouw blije intrede dat ik je eerste maanden maar niks ging vinden. Veel ellendige nachten, plus een beperkte improvisatie op grondtonen als slapen, kakken, huilen als hij niet kan slapen, huilen omdat ie onder de kak zit (of poep zoals ze in je raar thuisland zeggen). Bij enkele vaders komt hierdoor de echte klik pas bij eerste herkenning of woordjes. Bij mij in tegendeel. Vanaf dag één communiceren onze huiden als twee aparte golven die lang genoeg over elkaar vloeien om te beseffen dat ze uit hetzelfde water bestaan. We klikken, Louie. Als magneten. Jij de plus, ik te min. Onze huid is een tactiel kijkgaatje naar het heelal wat ons in oorverdovende stilte omringt, omarmt, omsluit. Wang tegen wang is de snelste route naar de sterren. Mijn binnenweg richting geluk.   Later zullen je eerste woordjes komen. dada, mama, papa, kaka. Trotse woordjes na je eerste schooldag: maan, vuur, roos. En nog later komen je eerste vragen. Waarom is de lucht blauw? Omdat God stiekem van smurfen houdt. Waarom zijn meisjes zo stom? Om puisterige slungels op afstand te houden. Waarom zijn jij en mama een koppel? Omdat mama uiteindelijk toch op een puisterige slungel is gevallen. En dan komen ongetwijfeld ook de vragen waarvoor ik bang ben: Waarom wordt er gepest op school? In begin kan ik je nog iets wijsmaken: de ergste pester van de school wordt later als hij groot is sowieso een mislukkeling. Bullies schoppen het nooit tot bedrijfsdirecteurs, populitici (geen taalfout) of president van de Verenigde Staten. Nog later, nog moeilijker: waarom is er oorlog? Waarom hebben jullie niet méér gedaan voor het klimaat en tegen ongelijkheid? Waarom zijn zoveel mensen boos op het Westen? Hoe zal ik je in vredesnaam kunnen uitleggen dat er op jouw geboortedag ouders aanspoelden aan de voorspoedige oevers van Europa, misleid door Verlichting uitstralende vuurtorens, denkend eindelijk veilig voet aan wal te zetten om meteen weg te zakken in een moeras van kille tentenkampen en dito onthaal, met kindjes in ontrafelde draagdoeken negen maanden daarvoor verwekt in donkere schuilkelders waar mama en papa hun huiden lieten dansen en zingen tegen de donderslagen van de hel daarbuiten. Geboren als een speldenprikje hoop, een restantje warmte, een middenvinger naar dood en verderf. Hadden die mensen dan iets fout gedaan? Konden jullie niet meer doen voor hen? Mijn mond vol tanden zal boekdelen spreken. Ik weet niet wat er lastiger wordt: die keerzijde van de wereld verdragen, of ze verklaren.   En dat laatste, lieve Louie, is nu juist waar ik even niet aan denk als je ligt te knikkebollen tegen mijn warhoofd. Ik wentel me gaarne in jouw onwetendheid, in de zalige zuiverheid van je zijn. Later kan je nog genoeg aan bomen aaien, over heuvels rennen, pesters op hun plaats zetten, de wereld proberen plaatsen en leren hoe je met mama’s humor papa’s gefilosofiepieker kunt compenseren. Maar geen haast hoor. Je bent tenslotte nog maar een dik maandje oud.        

Joachim Stoop
0 0

Derde brief aan mijn zoon

Ik heb hier een brief voor je moeder (en voor jou): de derde brief aan Louie Stopius. Uittreksel uit het evangelie volgens Johannes de Stoper 3:14 tot 6:08   Lieve Louie, het wordt hoog tijd dat we het even uitvoerig over jouw mama hebben. Je zou denken dat je papa de gekste van je twee ouders is, gezien de momenten waarop hij met zijn grotesk gezicht veel te dicht over je komt hangen en met sopraanstem de vreemdste koosnaampjes op je loslaat. Maar laat je door die lawine aan Koekiemonsters, Kleine Freggels, Dikkie Diks en Chewie Chewbakkas niet in de maling nemen… het is je mama (ter stond door mij liefkozend met albinokonijn, Samson, ijsbeer, lastige Trees en Bossche Bol ... betiteld) die werkelijk de zotste is ten huize Stoop-Huige. Louie, schrik niet als je later een boodschappenlijstje vraagt en van pokerface-mama een papiertje ter grootte van een postzegel krijgt met de etenswaren in microscopisch kleine letters. Verschiet niet als je ‘s avonds rustig op het toilet met boekje in de hand je ding doet, wanneer plots het licht uitgaat en je in het donker enkel witte tanden en gegrinnik opmerkt. Wees niet verbaasd als je na een monoloog waarbij je tot je eigen verbazing ein-de-lijk de zin van het leven verbaal benaderde, van je mama hoort: ‘Wacht! Kan je opnieuw beginnen? Ik heb niet geluisterd!’ Ja Louie, een verwittigde Chewie Chewbacca is er twee waard. Maar je mama is niet alleen de grappigste vrouw in de Lage Landen, ze is een bodemloze schatkist aan kwaliteiten. Zoals een dobbelsteen geheel per toeval honderdachtendertig keer op rij telkens met één stipje boven komt te liggen, heb je het als zoontje getroffen met de unieke speling van de natuur, Fien Huige genaamd. Je mama is zowel lady als gaga, the voice of Holland (bij de deaf auditions), lowbrow met een knipoog, highbrow als ze er zin in heeft, alles wat je nodig hebt op een onbewoond eiland, de druppel die mijn oceaan doet overlopen en zo golven verwekt die aanspoelen op een voorheen ongekende kust van rust met daarop een enkele bloem die elke lente exact genoeg blaadjes telt om van me te houden. Dit alles kon ik niet vermoeden toen ik haar voor het eerst zag op het Amsterdams antikraakfeestje (je weet wel, met die Heineken). Ik was als een gehaaide tortelduif met arendsogen op zoek naar een vrouwelijke versie van mezelf die urenlang over de katten en opwindvogels van Murakami kon praten, over Jimi Hendrix met The Experience of toch liever met The Band of Gypsys, en over Nietzsche en diens eeuwige terugkeer van hetzelfde – wat bij je mama veeleer als de perfecte voorzet van een grap zou dienen ‘Weet je wat de eeuwige terugkeer van hetzelfde is? Wat er uit jouw mond komt! En dan keihard lachen om haar eigen grap. Denk hierdoor niet dat ik de slimste in huis ben. Ik ben weliswaar meer belezen, maar je mama’s emotionele voelsprieten en psychologisch vernuft zijn zo hoog dat haar IQ dichtbij de warmte van haar EQ is gekropen om samen te groeien als kool. Ik vernoemde het al in mijn trouwspeech toen jij nog enkel uit sterrenstof en een vaag idee bestond: er reageert niemand ter wereld enthousiaster op leuk nieuws en niemand zal je meer begripvol, streng maar rechtvaardig ontvangen als je met een nota van de directeur thuiskomt omdat je stiekem lijm op de leraarsstoel hebt gegoten. Je mama's luisterend oor werkt als een geöliede tandem samen met haar adviserende mond. Ze wordt ongetwijfeld jouw zorgzame gids die weet wanneer ze achter de schermen moet blijven als jouw souffleur van goede raad, en wanneer ze je los moet laten. Nee, een wetenschappelijke studie of dating-site gebaseerd op gemeenschappelijke interesses had Vlaamse reus en het Hollands albinokonijn niet bepaald gekoppeld, maar geen handboek of expert kon me meer over liefde en mezelf leren dan je mama. Niet liefde, maar verliefheid is blind. Liefde is met de ogen wagenwijd open elkaars gebreken ontzien. Liefde is lief zijn, open staan voor uiteenlopende interesses, allebei weg stappen van het eigen gelijk om in het midden te kruisen, verbouwereerd zijn over hetzelfde onrecht, genieten van het ene moment, loslaten van het andere, verwondering delen, vragen stellen, frustratie uiten, luisteren, zorgen, klieren, ruzie maken, uitpraten, zingen, lachen, kletsen en morgen weer doorgaan. Eeuwige terugkeer... Louie, later als je (met of zonder Augmented Reality-lenzen) hoopt de vrouw (of man) van je dromen te strikken, weet dan dat liefde méér gaat over overeenkomen dan over overeenkomsten. Maar geen haast hoor. Je bent tenslotte nog maar acht weken oud.

Joachim Stoop
0 0

Vierde brief aan mijn zoon

Vierde brief aan Louie Leviticus 6.57 tot 9.23   Terwijl je wel al kunt communiceren, kan je nog niet praten. Geen paniek, dat kan nog niemand op jouw leeftijd. Sterker nog: jullie negen weken oude monstertjes, missen nog een algeheel taalbesef. Ik vraag me dus oprecht af wat er dan wel in je hoofdje omgaat. Zijn je gedachten wazige droombeelden; je gevoelens de meest pure gewaarwordingen? Als je naar me lacht, spreek je dan bij gebrek aan letters, woorden en zinnen de enige echte taal der liefde of mag ik mezelf als papa nog niet zoveel eer toedichten? Er staat je nog wat te wachten jongen. Taal is immers al te vaak frustrerende onmacht om ladingen te dekken, maar evengoed zalig buiten de lijntjes van de realiteit kleuren. Taal is harten veroveren en geesten betoveren; het is alles tussen aartsgevaarlijk en pure schoonheid. Dromen bijvoorbeeld, waarover gaan die op jouw leeftijd in jouw taalloos universum? Ik gok op een vage mengelmoes van mensen die je de hele tijd liefkozend aanspreken met Chewie Chewbacca, eeuwig propere kleren met sokjes van dezelfde kleur die gewoon wél allebei urenlang blijven zitten, in woonkamers boordevol overvolle borsten. Nu ik er zo bij stilsta: minimaal verschil met halfmannelijke dromen tussen je twaalfde en je achttiende.   Taal kan trachten de werkelijkheid als in een worsteling stabiel te houden om ze lamgelegd te vereeuwigen in formules en definities. Toch bewandelen werkelijkheid en taal veel vaker aparte paden en omwegen. Zo zit onze vocabulaire volgepropt met zegswijzen, spreekwoorden en metaforen die we vaak onbewust gebruiken. Wolkenkrabbers zijn gebouwen zo hoog dat ze aan de wolken krabben. Huismussen, pechvogels, proefkonijnen, kippen zonder kop zijn warempel geen dieren maar mensen. Het gaat ver hoor, Louie! Bomenknuffelaars en geitenwollenssokkendragers die in komkommertijd muggenziften en mierrenneuken over huisjesmelkers zeggen dat het vijf voor twaalf is maar botsen op een dovemansgesprek en struisvogelpolitiek omdat ze van een mug een olifant zouden maken.   Taal is dus een onophoudelijk feest! In het Shakespeareaanse dialect van mijn geboortedorp Beveren, zegt men bijvoorbeeld: ‘Keenders: asse joonk zin zudde ze willen opfretten, a se our woure krigde spijt dagget nie gedoun et.’ Vrij vertaald: ‘ Kinderen: als ze jong zijn zou je ze willen opeten, als ze ouder worden, krijg je spijt dat je ‘t niet gedaan hebt.’ Zo’n ogenblikken van ‘willen opvreten’ zijn trouwens niet zeldzaam. De lastigste situatie om te vermijden dat ik mijn vertedering letterlijk zou verteren, is wanneer je eigenlijk moet slapen maar aan de geluidjes en bewegingen vanuit de wieg te horen, daar even geen zin in heeft. De fopspeen (nog zo’n woord waarbij ik nooit echt bij heb stilgestaan dat je de baby daar daadwerkelijk mee ‘fopt’) moet dan door een sluipende ouder tot in zijn mond gebracht worden. Geruisloos als een paracommando begeef ik me dan richting wieg, gluur ik van achteren net over je rieten dakje, steek zorgvuldig mijn hand uit zoals een spin haar vlieg benadert en doe de speen in je mondje. Zo goed als elke keer mislukt dit. Je opent dan net op tijd jouw ogen om mijn terugtrekkend gezicht te fixeren en me met zo’n gulzige lach te verwelkomen dat ik je wil… opeten is het niet echt. Ook hierin schiet taal tekort. Ik wil zoiets als de vage grenzen van de menselijke huid opheffen en op atomair niveau versmelten. Ik wil één worden, met je samenvallen, samen vallen doorheen era’s en lichtjaren en zwarte gaten tot we de historische ballast afwerpen, de onvermijdelijke onmenselijkheid van mensen en de zorgen over de toekomst kunnen uitbannen. Louie, met taal ridderlijk aan onze zijde, wil ik de korrels uit zandlopers onvindbaar leeggieten in verloren gewaande woestijnen, Pietje de dood omkopen om Vadertje Tijd om te leggen en de wereldklok pauzeren om voor eeuwig van ons momentje te genieten. Ik wil het heelal met ezelsoren op in de hoek zetten en geschiedenis herschrijven tot één enkele zin waarin mijn liefde voor jou als een dikke laag graffiti de ganse aardbol verfraait. Maar telkens wanneer we eventjes voor altijd in dit liefdevol vacuüm vertoeven, klopt de werkelijkheid onverbiddelijk aan -gebukt onder een historische erfenis van tekortschieten staat ze voor de deur met in haar vermoeide armen de onvervulde droom waarin alle kinderen met evenveel welvaart, vrede en liefde omringd worden als jij.   Ik wil je alles en meer geven, Louie, maar wat ik je het allerliefst had willen bieden, is niet voorhanden: geboren worden in een wereld waarin kansarmoede kansloos is, alle bloedvergieten voorgoed vergoten en slechts eén uitgestorven diersoort, de geldwolf. Ik kan wel pogen je via taal over een wereld te vertellen waarin Vladimir, Kim Jung, Recep, Bashar, en Donald onderbetaalde poetsmannen zijn, waarin natuur koningin is met mensen als onderdanen, maar na dit talig uitstapje moeten we onverbiddelijk terug naar de onverbloemde werkelijkheid. Ja, kleintje, papa houdt van grootspraak, maar dat is waarschijnlijk om zijn eigen beperktheid te camoufleren.   Louie, hoewel je nog aan de borst hangt, krijg je al veel op je bord. Je bent nog te jong om te jongleren met woorden en alle metaforen te tellen in bovenstaande brief. Dus geen haast hoor. Je bent tenslotte nog maar negen weken oud.

Joachim Stoop
0 0

Vijfde brief aan mijn zoon

Lieve Louie, je hebt nu al vier brieven achter je nog onbestaande kiezen. De eerste ging natuurlijk over je geboorte, jouw eerste levensweek en de start van mijn tweede leven. In de volgende had ik het over zintuigen, meer bepaald de kracht van aanraking. In de derde stond mama Fien centraal en de vierde zwoegde met de macht en onmacht van taal. Genoeg verstoppertje gespeeld dus: tijd om eindelijk te tonen wie je papa is. Je papa is rustig, warmbloedig, en toch heetgebakerd. Ik kan me moeilijk verzoenen met sterfelijkheid en onomkeerbaarheid. Ik ben trots, met een grote angst om pretentieus of arrogant over te komen. Ik ben slordig in wat me koud laat en perfectionist in mijn passies. Mijn zelfzekerheid en onzekerheid organiseren dagdagelijks een wedstrijdje worstelen.  Wacht, nu maak ik het mezelf veel te gemakkelijk. Laat ik enkele aspecten feller belichten: Ik ben een typische voorgerechtenman. Ruim de tijd nemend overschouw ik de mogelijkheden, breng mijn associatieve geest aan de kook en experimenteer met passende combinaties. Vaak is het lekker, soms mislukt het. Maar who cares? De weg is belangrijker dan de bestemming; vrijheid essentiëler dan juistheid; het samenstellen crucialer dan het smakken en smaken. Je mama daarentegen is een dessertvrouw. Met het kookboek opengeslagen, gewogen ingrediënten en afgestreken lepeltjes verzilvert ze het gerecht dankzij haar goede zorg en precisie. Indien dit koud klinkt, zie het dan als roomijs na een middagje speeltuin: verfrissend en toch zoet. Soms durft ze er wel eens een snufje zout , een blaadje basilicum of een chilipeper toe te voegen, want uiteindelijk is zij wilder, creatiever en gekker dan papa. Ik ben een geheugenman. Ik heb sowieso een waanzinnig waterdicht geheugen. Ik ken de naam nog van het Franse dorpje dat ik op mijn tiende in Frankrijk met mijn ouders bezocht én wat we daar aten én welke chateau’s we bezochten. Van een totaal andere dimensie zijn mijn herinneringen over twee dingen: de leeservaring op mijn dertiende van Tolkien’s In de ban van de ring en mijn eerste Indiareis tien jaar geleden. Ik kan de rest van mijn leven blijven vertellen over het belang hiervan voor mijn essentie én over de intensiteit van de gewaarwording van het her-inner-en: het opnieuw naar binnen loodsen van wat ooit was. Zie het als stokpaardjes die in eeuwig groene grassen grazen als evergreens op grijs gedraaide groeven van LP's op zolderkamers. We hebben voor dit soort diepe en scherpe herinneringen andere begrippen nodig. Hetzelfde met woorden als liefde en verdriet, rouw en geluk die verre van ver genoeg kunnen grijpen omdat ze al te vaak hun stempel hebben gedrukt in meer dagdagelijkse context. Het kussentje inkt is dus al opgedroogd. Sommige gevoelens en verlangens vergen verf. Ik ben en blijf jeugdig enthousiast en dankbaar. Druppelsgewijs kan ik van dingen blijven genieten: dat tomaat totaal anders smaakt dan aardbei, hoe ons appartement uitkijkt op een park, over hoe Booksounds mijn twee grootste passies verzoenen, over het schrijven voor het tijdschrift waarvoor ik vroeger elke donderdagochtend met mijn zus om vocht om het als eerste te pakken te krijgen; over het feit dat ik van mijn ouders een opvoeding heb genoten met een onevenaarbare balans tussen warmte en verwachtingen, vrijheid en grenzen. Over die ene dag waarop ik de trein heb genomen richting Amsterdam om uiteindelijk totaal onverwacht in de zetel naast de vrouw van mijn leven te belanden, over dat jij er bent en dat we leven… Ik ben hypocriet. Als hypocrisie betekent dat wat je doet omgekeerd evenredig is met wat je weet en zegt, dan fiets ik vooraan in het peloton der schijnheiligen, in achtervolging van een nooit meer in te halen kopgroep van Brusselse politici die geld voor daklozen in eigen zak steken, priesters die met de ene hand naar de hemel wijzen terwijl ze met het andere geniepige handelingen onder het altaar doen en zowat elke regeringsleider die de vinger wijst naar corrupte regimes terwijl ze met het ander hand er stiekem geld van aanneemt voor wapendeals. Die Oxfam-medewerkers met hun minderjarige sexfeestjes in het zwaar getroffen Haïti bevinden zich al lang over de finishlijn.  Maar ik ben dus hypocriet. Dat ik wellicht tot de meest hypocriete generatie ooit hoor, verzacht dit slechts gedeeltelijk. Wij zijn het vol in de zon badende, globetrottende, benzine tankende, vlees verslindende, huizen bouwende volkje dat de laatste 10 jaar stuiterend tegen zowat alle lampen en muren is gelopen. Wij, plastic people, kwamen, zagen, overwonnen … en lieten een berg smerigheid achter. Wellicht zijn we ook de meest welvarende, gefortuneerde generatie ooit, maar hebben te laat ontdekt dat je het nooit massaal goed kunt hebben in een moreel en ecologisch vacuüm. Welvaart bestaat niet zonder bloederige vertakkingen en doornige wortels in vreemde gronden. We hebben met mondjesmaat geleerd dat zowat voor elke lach hier een zweetdruppel of traan elders neerdaalt; dat mijn hoera bij een geslaagde shopping dag andermans tragische werkdag kan betekenen; dat mijn hedonistisch leventje een ecologische prijs kent. Zoals de eerste wet van theormodynamica stelt dat geen energie ooit verloren gaat of uit niets kan ontstaan, is er ook op mensenmaat geen actie zonder repercussie. Als er al sprake is van yin en yang is het dit wel: voor wat je neemt, wordt meestal ergens wel een offer gebracht door natuur of onzichtbare medemens. Ondanks dat ik dit allemaal weet en al jaren opschrijf, blijf ik gretig nemen. Ik bestel online kleren; ik mijd niet consequent genoeg plastieken verpakkingen; als het regent en ik moet veel boodschappen tillen, neem ik soms de auto; als ik merk dat mijn vliegticket naar Engeland minder dan de helft kost van een treinticket smelten mijn principes als sneeuw voor de zon. Blijkbaar is de hardnekkige aanlokkelijkheid van consumptie sterker dan mijn wilskracht. Het is zo moeilijk om dit patroon te doorprikken, zelfs nu jij hier bent. Het is dus afkicken hoor, dat grenzeloze kapitalisme! We hebben onze aardbol dermate dolgedraaid dat de natuur de kluts kwijt is en de mens duizelig ronddwaalt. Ik heb hier een vies vuil steentje aan bijgedragen, terwijl jij en je (klein)kinderen de boel moeten zien op te kuisen. Pompen of verzuipen. Daarvoor is geen verontschuldiging doortastend genoeg. Ik ben papa Joachim. Hoe wonderlijk te merken hoe mijn liefde voor jou nog dagelijks kan toenemen. Dubbel wonderlijk omdat dit merkbaar groeit tot iets onvergelijkbaar met mijn liefde voor je mama. Liefde heeft meer gezichten dan ik dacht en het jouwe geeft me levensvreugde. In je gezicht begin ik ook meer fysieke gelijkenissen tussen ons te zien. Hoe je blik angstig verfrommelt als je in een warm badje wordt ondergedompeld en hoe het erna traag opklaart bij gewenning. Dezelfde smoel die we trekken als jij die vieze vitamine K ingelepeld krijgt en ik op pakweg zondagochtend een vies bruistablet naar binnen giet. En niet te vergeten: de groei van je voetjes zit boven de curve. Als je nu over mijn hypocrisie terecht denkt dat het niet te laat is om te veranderen, zeg dan niet: ‘geen haast hoor’, want ik ben tenslotte al negenendertig jaartjes oud.  

Joachim Stoop
0 0

Zesde brief aan mijn zoon

Lieve Louie,   wanneer jouw uitbundige lach me vanuit de wieg tegemoet komt, zie ik wat vele volwassene najagen: volledig ontdaan van het eigen ik naar hogere sferen opstijgen en zichzelf eventjes vergeten. De beoogde terugkeer naar dit oergevoel kent vele gezichten: de roes van alcohol, de shanti van meditatie, de hitte van passie, de magie van muziek, de knal van kunst, de zzzing van drugs, de steun van religie, de troost van schoonheid en de schoonheid van al deze troost. Overal op deze aardbol liggen dingen verspreid die je de vaste grond van alledag kunnen doen ontstijgen. Als eenmaal je venster op de wereld wat meer samenvalt met de brede horizon, zal je beeldige gebouwen, schitterende schilderijen en ware woorden aantreffen. Van de metamorfosen door Ovidius, Kafka, Philip Glass tot een rups die zich geduldig tot vlinder ontpopt: de wereld is zo rijk, Louie, vol met schatten waarvan je zegt: ‘enkel en alleen al dit muziekstuk, deze voorstelling, dit kunstwerk maakt mijn leven het leven waard.’ Toen ik bijvoorbeeld de laatste bladzijde van Richard Powers’ epische roman ‘Het zingen van de tijd’ had gelezen, was ik een tikkeltje teleurgesteld. Dit had immers voor mij het boek der boeken kunnen worden indien de auteur op het eind was teruggekomen op een bepaalde scène van eerder in zijn roman. Toen ik achteloos een pagina verder bladerde, zag ik pas de epiloog. Met mijn gezicht doorweekt met tranen las ik de verwerkelijking van het door mij gesmeekte slotstuk en bedacht ik voor de zoveelste keer: ‘een goed boek lezen is gelijk aan een extra gewonnen leven.’ Ook de mmm van muziek, musea en voor sommigen van een misviering (met één ‘s’) kunnen deze rijkdom aanstippen. Het is vreemd hoor: je hele leven zal je worden gevraagd hoe het op school gaat of wat voor werk je doet, terwijl de dingen die er écht toe doen amper de moeite van het polsen waard Blijken. We hebben onze baan, status, positie tot platgetreden hoofdweg gepromoveerd terwijl we uiteindelijk allen hunkeren naar zijpaden waarin we mogen verdwalen. Als je ooit op een afgelegen camping met je beste vrienden naar de sterrenhemel tuurt en nageniet van een zomerdag waarop je in een autorit vergezeld van Pink Floyd tussen kerkjes en musea leek te dwarrelen, zal je begrijpen wat papa bedoelt. Geloof me, het licht wat tijdens die roadtrip invalt op de glooiende heuvels en samenvalt met een specifieke geur van bloemen, zal je langer bijblijven dan eender welk schoolrapport (waarmee je vader niet wil zeggen dat je daar je best niet voor hoeft te doen ;-) Alle wegen leiden niet naar Rome, maar naar boven. Het is de zwaarte, de kracht, de zwaartekracht van alledag die ons in het hier en nu houdt. Ik denk dat we allen een onweerstaanbare drang meedragen om te versmelten met wat groter is dan onszelf. Dit opgaan in het geheel sijpelt door in patriottisme, winkelcentra, bedevaartsoorden, wereldkampioenschappen. Oh, wat vormen we graag een -liefst onmisbaar- puzzelstuk van een geheel wat we bewonderen of waarin we ons thuis voelen.   Dit klinkt wellicht allemaal heel ingewikkeld voor je. Sommige dingen zijn gelukkig ook verbazend eenvoudig. Je mama vroeg me vandaag bijvoorbeeld wat ik het leukste vind aan papa zijn. Na even nadenken, zonder echt te twijfelen, noemde ik de aanraking en jouw lichaamswarmte. De manier waarop je, zoals de cadans van aanspoelende golven, met je mond tegen mijn wang ademt. Elke dag wordt de (her)ontdekking aangescherpt dat tastzin de puurste vorm van ervaren is. Je zal het later nog aan je huid merken als je diep geraakt wordt wanneer je je favoriete liedje uit je puberteit onverwacht terughoort of als je over een heuvel rent en op de top bijna opstijgt van geluk bij het goddelijke landschap rondom je. Kippenvel is het uithangbord van de ziel. Je huid is je huis. Vanaf dag één communiceren onze huiden als twee aparte golven die lang genoeg over elkaar vloeien om te beseffen dat ze uit hetzelfde water bestaan. We klikken, Louie. Als magneten. Jij de plus, ik te min. Louie, als we later in de natuur lopen, zal ik je vertellen hoe je een bos zowel kunt zien als bos op zich, maar ook als som van bomen, en bomen als som van bladeren en takken, en bladeren als som van nerven. Een bos is kunst van de hoogste orde en de mens is een machtig wezen met een aangeboren vrijheid van in- en uitzoomen op deze kunst. Je ogen, oren, neus en mond zijn sleutels waarmee je schatkisten opent. Met je huid de boomschors aaien is aarden. We zullen onze ogen sluiten en de wereld als een verdwaalde strandbal loslaten. Ik zal je zeggen dat het grootste wonder op aarde de aarde zelf is. Dat de boom voor onze neus ringen in haar stam draagt die stroken met onze planeet één keer rond de zon. Dat hier honderden jaarringen geleden net als wij een andere vader en zijn zoontje stonden met handen vol schors en koppen even zonder kopzorgen. En jij ...jij zal me vragen wanneer dat beloofde ijsje er nu eindelijk aankomt. Je bent een mens; een druppel in de mensenzee. Mensen zijn onderling uniek, maar ook als soort zijn we onvergelijkbaar. We zijn de enige dieren die werkelijk beseffen dat ze leven en dat er zoiets als tijd bestaat, hoewel ook wij moeten roeien met de riemen die we hebben. Zo las ik in De werkelijkheid is niet wat ze lijkt van fysicus Carlo Rovelli dat we ‘tijd’ enkel ervaren omdat ons brein te beperkt is. Met hersenen die honderd procent compatibel zouden zijn met natuurwetten en universum, zouden vroeger, nu en later gewoonweg niet bestaan. Tijd tikt dankzij -niet ondanks- ons. Tijd voelt soms aan alsof ik de godganse -tja- tijd een heel zacht, quasi onmerkbaar duwtje in mijn rug krijg. Steeds maar vooruit. Ik kan wel achterom kijken, maar nooit rechtsomkeer maken. Tik tik tik duw duw duw stap stap stap… Even stilstaan bij het hier en nu is dus ironisch genoeg juist halt houden bij het besef dat we vooruitgaan. In het moment leven is het traag voorbij zien gaan. Zo is de mens de maat van alle dingen. Met uurwerk, beitel, pen(seel), dirigeerstokje in de ene hand en jammer genoeg met wapens in de andere geeft hij door de geschiedenis heen de maat aan. De Homo Sapiens schept Goldberg-Variaties en goelags, Guernica als slachtpartij en als schilderij, machtig grote piramides en de slavenarbeid die hun bouw moest bewerkstelligen. Louie, geloof me: er is niks mooier en er is niks lelijker dan de mens. Ik hoop, dat je met jouw leventje de mooie kant op kruipt, stapt, loopt.   Indien je me later vraagt: ‘Papa, waarom leven wij?’ heb ik geen idee. Jouw zoektocht naar wijsheden zal sowieso wijzer zijn dan je bestemming. Daarin zal ik je proberen loslaten. Waar ik je iets nadrukkelijker in de juiste richting wil sturen, is bij de vraag: ‘Papa, hóe moeten we dan leven?’ Kunst, religie, filosofie staan hoog, maar ethiek staat er wat mij betreft boven. Er is niks mooier dan iets moois doen voor een ander. Ook dat is kunst. Maar ik moet toegeven dat ik deze levenskunst zelf te weinig toepas. Het is ook voor mij moeilijk om geen kind van mijn tijd te zijn. Een tijd die te fel wordt overschaduwd door zelfzucht en een hartvochtigheid die hartelijkheid als naïef bestempelt. Alsof onze blik op de medemens standaard op selfie staat. Hoe zal ik je kunnen uitleggen dat er op jouw geboortedag ouders aanspoelden aan de voorspoedige oevers van Europa -misleid door vuurtorens die wereldwijd Verlichting uitstralen. Vluchtelingen die denken eindelijk veilig voet aan wal te zetten om meteen weg te zakken in een moeras van kille tentenkampen en dito onthaal, met baby’s in ontrafelde draagdoeken negen maanden daarvoor verwekt in schuilkelders waar mama en papa hun huiden lieten dansen en zingen tegen de donderslagen van de hel daarbuiten. Kinderen geboren als een speldenprikje hoop, een restant warmte, een middelvinger naar dood en verderf. ‘Hadden die mensen dan iets fout gedaan?’ zal je me vragen. ‘Konden jullie niet meer doen voor hen?’ Mijn mond vol tanden zal boekdelen spreken. Ik weet niet wat er lastiger wordt: die keerzijde van de wereld verdragen ... of ze je verklaren. Ik wil je alles en meer geven, Louie, maar wat ik je het allerliefst had willen bieden, is niet voorhanden: geboren worden in een wereld waarin kansarmoede kansloos is, alle bloedvergieten voorgoed vergoten en slechts één uitgestorven diersoort: de geldwolf. Ik kan wel pogen je via taal over een wereld te vertellen waarin Vladimir, Kim Jung, Bashar en Donald onderbetaalde poetsmannen zijn, waarin natuur koningin is met mensen als onderdanen, maar na dit talig uitstapje moeten we onverbiddelijk terug naar de onverbloemde werkelijkheid. Ja, kleintje, je vader houdt van grootspraak, maar dat is ongetwijfeld om zijn eigen beperktheid te camoufleren.   Ik heb het gevoel dat ik je met deze brief alles en niks heb verteld. Ik weet zelf niet goed wat je uit deze woordenbrij kunt opvissen. Wat ik je vooral wil zeggen is dat het leven de moeite waard is, dat kunst overal is, Vadertje Tijd relatief en Moeder Natuur absoluut. En dat je op je schattenjacht het goede moet proberen doen voor andere schattenjagers. Terwijl je nu nog hooguit pap drinkt, krijg je hier wel al een hele boterham op je bord. Neem dus rustig de tijd om lekker te zoeken, verdwalen, schatten delven. Geen haast hoor, je bent tenslotte nog maar zes maandjes oud.   Veel liefs, je vader Joachim   Ps. Volgende keer schrijf ik over liefde. Dat is véél eenvoudiger.

Joachim Stoop
0 0