De taal van warmte #novembervers
Er is een spreken zonder klank,een wetendat zich vleit tussen huid en lucht.
Het begintwaar adem overvloeit in zucht,waar stilte niet leeg is,maar vol —van aanwezigheid.
Ik leer de taal van warmte,het luisteren naar lijnen van licht,de lome kromming van een rugdie zich rondtom nabijheid te bewaren.
Adem haalt, houdt,vervloeit traag —wanneer vertrouwenzwaarder weegt dan angst.
Haar vacht herhaalthet geheugen van licht,van handendie ooit aarzelden,en nu wetenhoe zacht een grens kan zijn.
Tussen huid en vachtis geen verschil,alleen trilling —het fluisteren van levendat herkent.
En wanneer zij zich oprolttegen mijn ribben,voel ik hoe stilte luistert,hoe warmte blijft.
Dan weet ik:
liefde is somsniet meer dan temperatuur,een woordeloos blijvendat zegt —ik ben hier.