Lezen

my story

Hoera een meisje. 2 mensen die stonden te springen om ouder te worden. Hey Patrick en Tanja. Dag Mieke en Erik wat brengt jullie naar ons ??? Ja we wouden jullie persoonlijk iets laten weten en jullie iets vragen. Wij zijn zwanger en wouden jullie iets vragen! Ja vraag maar. Awel we zijn nog opzoek naar een meter en peter voor ons kindje en we zouden graag willen dat dat een koppel is. Zouden jullie graag meter en peter willen zijn van ons kindje ??? Ja tuurlijk willen we dat !! En wat is het geslacht van men metekindje??? Het is een meisje Tanja. En hoe ver ben je al met de zwangerschap Mieke??? Ik ben uit de gevarenzone dus er kan niks meer fout lopen. Maar als jullie het niet erg vinden gaan we nu naar huis want ik ben moe van te werken. Ja nee geen probleem. We horen en zien jullie nog wel voor de bevalling?? Ja geen probleem. (telefoon van papa rinkelt) Hallo met Erik?? Aaah dag mama seg kunnen wij even langs komen we moeten je iets vertellen??? Ja dan zie je ons vanavond bij het avondeten. Ja we blijven eten. Geen probleem mama tot straks. Wat was dat allemaal. Ja ons mama belde voor te vragen of we kwamen eten vanavond. Maar Erik ik heb juist gezegd dat ik moe ben. Ja maar het is vanavond pas eh dus we gaan nu naar huis en dn kunt ge nog wat rusten en vanavond gaan we naar mijn moeder. Dan kunnen we het ineens zeggen dat ze oma word. Ja zeker. Maar ze moet niet beginnen met zagen eh want ik kan dat mens niet uitstaan. Nee het is al goed we zullen niet te lang blijven. Ik doe alles voor men 2 meiden. Ja kom breng me maar naar huis.(ding dong) Hallo ??? Ja mama we staan voor de deur. Ahja kom maar binnen eh jonge. Ga maar zitten het eten komt direct. Seg mama. Ja jongen??? Ik allee wij eigenlijk moeten u en Bob iets vertellen. Ja zeg maar. Jullie worden oma en opa. Dat meen je niet jonge??? Jawel moeder je word voor de derde keer oma en het is een meisje. (Erika vliegt Erik rond de nek vol ongeloof) En weet de papa en onze peter het al??? Nee mama dat komt nog. Gelieve nog even te zwijgen a.u.b. Ja geen probleem jongen. En wanneer zijn jullie uitgerekend?? Rond 2 november zou ze geboren worden. Maar volgens de dokter en gynaecoloog is de zwangerschap niet zonder problemen. Mieke zou na ons dochtertje geen kinderen meer mogen krijgen. Weten jullie al een naam voor haar??? Neen Erika we hebben nog geen naam voor dat kind. Seg wat dachten jullie van Elke??? Ja geen slecht idee. Dat spreekt gemakkelijk en schrijft niet moeilijk. Ja lijkt ook een beetje op mijne naam eh jonge en natuurlijk ook die van u eh. Zeg Mieke even terug naar dat je geen kinderen meer moogt na ons Elke. Ja Erika wat is daar mee. Zou ge u beter dan niet laten steriliseren ofzo?? Zijt ge zot ofzo Erika. Ik wil graag nog kinderen hoor. Dat Erik dat is doet. Diene doet toch alles wat gezegd word door u. Maar Mieke denkt toch eens na. Wat als ge voor nog kinderen gaat en ons Elke verliest haar moeder wat dan?? Dat interesseert me niet Erika. Ik laat me niet knippen. Begrepen alle 2?? En trouwens waar moeit ge u mee? Dit is mijn leven en niet dat van u. Maar Mieke ge hebt toch een gezond kindje is dat niet voldoende? Nee Erika en zwijg er nu over. Erik kom jong we zijn naar huis. Het is genoeg geweest. Ja schat ik kom. Dag moeder. Dag jonge veel plezier. Ja moeder bedankt voor het etentje. Het was lekker. Uhm schat ik ga even naar ons papa bellen en vragen wanneer we er terecht kunnen voor het goede nieuws. Is dat goed en nadien onze Peter effe bellen . Ja zeker ge doet maar. Ja seg vader wanneer kunnen ik en die van ons eens langs komen? Ja we moeten u iets zeggen. Morgen middag? Ja dat is goed voor ons. Bedankt vader. Tot morgen. (Erik belt naar zijn broer) Hallo Peter ja met mij. Seg ik had eens een vraagje. Wanneer zouden Mieke en ik eens kunnen langs komen het is voor iets te zeggen? Aaah ge passeert subiet effe bij ons? Ja dat is goed. Dan vertrekken we nu van bij ons moeder naar ons thuis. tot zo Peter. Seg moet dat met Peter echt nu nog ? Ja schat hij heeft anders deze week gene tijd meer. Maar hij kan niet lang blijven. Hij heeft nachtdienst bij de politie en hij wilt thuis nog wat gaan rusten. Ja oké zeker.  Maar stapt in dan kunnen we naar huis. Dan laat ik een badje vollopen voor jullie 2. Terwijl dat ik met onze Peter praat. Is dat goed? Ja allemaal goed. Ze rijden op hun gemakje naar huis. Eindelijk thuis stappen ze uit de auto en gaan naar binnen. Mieke haalt de post en Erik laat het badje voor Mieke vullen. Terwijl dat Mieke in bad gaat, gaat de bel. (Ding dong) Erik gaat open doen. Dag Peter kom binnen. Dag Erik bedankt. Wat was er nu zo dringend dan niet een week kon wachten. Uhm ja zet u. Moet je iets drinken? Ja is goed een colaatje a.u.b. Ja komt eraan. Waar is Marcella. Aaah die zit in bad die had wat ontspanning nodig. Uhm waarom dat ik u heb laten komen Peter. Wij zijn zwanger van een mooi meisje ze noemt Elke. Aaah proficiat dan Erik. Danku Peter. Maar Erik als ge het niet erg vind ga ik nu naar huis. Ik zou graag nog wat slapen voor de kids thuis zijn en nog even tijd met het vrouwke willen doorbrengen. Ja geen probleem Peter. tot snel. Ja tot snel en doe de groeten aan Marcella eh. Ja is goed tot de volgende. Marcella komt uit bad, droogt haar af en gaat naar beneden. En wat zei Peter? Ahja hij was blij voor ons en ik moest u de groeten doen. Ahja oké en is er nog iets gezegd geweest? Nee alleen dat hij blij was voor ons meer niet. Oké als ge het niet erg vind Erik dan ga ik slapen nu. Ja geen probleem. Ik ga nog wat tv kijken en dan kom ik ook. Uiteindelijk gaat Erik ook slapen. Marcella bespringt hem en begint in zijn ballen te stampen en kloppen. Erik roept het uit van de pijn. Hij duwt Marcella weg en gaat naar de badkamer. Marcella komt achter hem aan. Waarom hebt ge dat nu gedaan? Awel nu moeten we geen geld uitgeven voor een operatie. Maar nu kan ik geen kinderen meer krijgen. Ja en dan ge wilt er toch maar eentje hebt ge gezegd. Ja voorlopig omdat ik de enige ben die werkt en geld binnen brengt maar wie zegt dat dat zo gaat blijven. Als het financieel beter ging wou ik nog voor een 2de gaan. Ja Erik dat ga nu niet meer eh. Zou ge niet beter naar het spoed gaan eh. Ja het is al goed belt ge een ambulance a.u.b.? Ja is goed en niks zeggen eh. Nee geen paniek. Marcella belt de ambulance. Ja mevrouw wat is er gebeurd? Mijne man is gevallen op het rand van het bad en nu bloedt hij tijdens het plassen en het doet enorm veel pijn. Ja mevrouw we komen er zo snel mogelijk aan. Zeg tegen meneer dat hij er ijs oplegt en gaat plat liggen a.u.b. Oké meneer bedankt voor u hulp.  

Elke Geurts
4 1

Kerkhof-aan-de-Demer (9)

  Sommige formuleringen in mijn Vergunning voor een Private Begraafplaats voor Kleine Creaturen moeten van de hand van burgemeester Schimmelryck zijn. Want wie gebruikt nu de term 'creatuur'? Dat moet uit een geïmpregneerde geest komen. Ignace knikt. Onze nepprofessor weet dat allemaal. Een Australisch Droomtijd kan het zijn. Ook een hindoe, boeddhist, islamiet denkt zo krampachtig. Helemaal van de pot gerukt zijn de scheppingssprookjes van de joden en de christenen. Alles in een dag of zeven, voor wie geen geduld had en graag snel een mens zag komen die de boel verkloten zou. Die Hemelryck is bij de CD&V. Een echte christenhond dus. Zijn ganse jeugd doordrenkt met christelijk kutsap. 'Wezens' ware beter geweest. Dat zou dan wel die akelige mensapen omvatten. Ja. Die worden vanzelfsprekend uitgesloten. Zoiets wil ik niet op mijn Kerkhof voor de Onschuld. En wat met kabouters?, vraagt Ignace die als een schijngeleerde mijn vergunning las. Alfred brengt onze dubbele portie Stoverij op de Wijze van een Stokoude Kok. Ik ben niet van plan te sterven, zegt Alfred  Je gelijkt toch te veel op een kleuter, stel ik hem gerust. Voor een gnoom met menselijke eetgewoontes zal er toch geen plaatsje zijn op mijn kleine grafakker. We proeven onze stoverij en weten het. een dag zonder poëzie eindigt altijd wreed  sinds mijn ontbijt kwam elke stap te vroeg ofwel te laat ik dronk thee, ik mompelde, ik stormpelde over de sporen van een weggelopen trein straks sleept het zijn mij mee omdat ik leven moet de geit die gisteren de nek uitstak terwijl een dolle wind op wielen ons verlegen dorp doortrok zij is niet meer, de laatste druppels melk en bloed die stromen nu niet meer, ik hoop dat ik een plaatsje vind ergens op de achtergrond, liefst in dat zacht langharig zand   - IX - uit de reeks 'Duivelsverzen'

Bernd Vanderbilt
0 0

Tommy, het draakje dat geen vuur kan spuwen.

Morgen is het zover. Dan moet Tommy voor het eerst naar school. De vuurspuwschool.Eigenlijk heeft hij daar niet zoveel zin in. Mama en papa Draak kunnen heel goed vuurspuwen, maar als Tommy het probeert komt er alleen maar rook tevoorschijn."Geen zorgen, jongen," zegt papa Draak dan. "Je zal het wel leren." Tommy gelooft er niets van. Papa heeft hem al zoveel trucjes geleerd, maar het lukt hem toch niet. Tommy ligt in bed. Hij is heel moe, maar zijn buik doet zo'n pijn. Hij wil helemaal niet naar school! Als Tommy de volgende ochtend wakker wordt, staat zijn boekentas al klaar. "Ben je klaar voor je eerste dag op school?" vraagt mama Draak. Tommy zucht. "Het zal wel moeten," zegt hij terwijl hij zijn schouders optrekt. Papa Draak wandelt met hem mee tot aan de schoolpoort en geeft hem daar een afscheidszoen. "Tot vanavond," zegt papa. Tommy zwaait nog een keer naar papa Draak en wandelt dan met zijn hoofd naar beneden de schoolpoort binnen.Tommy zit in de klas bij Juf Katrien. Zij is de allerbeste vuurspuwer die er bestaat en ze begint de dag onmiddellijk met het tonen van haar kunstjes.  Alle kinderen zitten met open mond naar haar te kijken. Dat ga ik nooit kunnen, denkt Tommy. "Zo kleine draakjes, nu is het aan jullie," zegt Juf Katrien. "We gaan de kring rond en dan mogen jullie eens laten zien wat jullie al kunnen." Tommy wordt een beetje zenuwachtig en krijgt weer pijn in zijn buik. Hij hoopt dat er nog draakjes zijn die alleen maar rook blazen.Jana mag beginnen. Zij kan al een klein vlammetje spuwen en heel de klas klapt in haar pootjes. Daarna is het de beurt aan Bent. Zijn vlam komt bijna tot aan de andere kant van de kring. "Wauw," zegt Juul. "Zo cool!"  Eén voor één laten alle draakjes zien wat ze al kunnen. En één voor één is er bij iedereen een vlammetje te zien. Nu is het de beurt aan Tommy. Hij haalt diep adem, zoals papa Draak hem heeft geleerd, sluit zijn ogen en spuwt zo hard hij kan. “Wraah, kuch kuch.” Behalve wat rook is er niets te zien. Geen vuur, zelfs geen klein vlammetje. "Hahaha," Bent begint luid te lachen. "Wat een sukkel, hij kan niet eens een vlammetje maken." Tommy kijkt naar de grond en begint te huilen. Hij wilt niet dat Bent het ziet, want dan gaat hij nog harder met hem lachen. “We lachen hier niemand uit Bent,” zegt juf Katrien streng. “Tommy moet gewoon nog wat oefenen.” Ik ga dat nooit kunnen, denkt Tommy. Bent heeft gelijk, ik ben een sukkel. Tommy ziet papa al aan de schoolpoort staan en krijgt tranen in zijn ogen. Hij wilt morgen niet terug komen naar die stomme school. De andere draakjes lachen hem uit omdat hij de enige is die nog geen vlammetje kan spuwen. “Hé Tommy, dat is niet erg,” zegt papa Draak terwijl hij Tommy in zijn armen neemt. “Je zal wel zien dat je binnenkort hele mooie vlammen kan spuwen.” Tommy huilt. “Ik ga dat nooit kunnen,” snikt hij.  Die avond is Tommy heel stil en als hij naar bed moet, begint hij te huilen. “Ik wil niet meer terug naar school,” zegt hij tegen mama Draak. “Zo erg zal het niet zijn,” zegt mama Draak. “Morgen is alles wel beter.” Die avond heeft Tommy weer buikpijn en wilt hij niet gaan slapen. Er gaat een hele poos voorbij en alle draakjes in de klas worden steeds beter in het vuurspuwen. Alle draakjes behalve Tommy. Hoe hard hij ook probeert, het lukt hem niet.Tijdens de speeltijd blijft Tommy bij Juf Katrien in de klas. Ze legt hem stapje per stapje uit hoe hij vuur moet spuwen. "Zonder vuur is er geen rook, Tommy," zegt Juf Katrien. "Dus ergens diep vanbinnen brandt er een vlammetje in jou.” Tommy bloost. Hij oefent en oefent tot zelfs zijn rook bijna op is. De volgende dag zitten alle draakjes weer in de kring. Bent gaat als eerste. Zijn vlam is nog groter dan vorige keer. Ook bij de anderen is hun vlammetje groter geworden. Dan is het aan Tommy. “Wraah, kuch kuch.” Hij probeert nog een keer en nog een keer. “Wraah, kuch kuch.” Maar het lukt niet. "Hahaha," Bent rolt over de grond van het lachen.  "Ik ben het beu!" brult Tommy naar Bent. "Je bent een gemene pestkop, wraah." Plots is daar een grote vlam. De hoorn op Bent zijn neus staat er zelfs een beetje van in brand. Snel blaast juf Katrien hem uit, alsof het een kaarsje is. Alle draakjes en juf Katrien zijn stomverbaasd. "Wauw Tommy," gilt Jana. "Zo een geweldige vlam heb ik nog nooit gezien." De draakjes juichen en klappen in hun pootjes. Tommy bloost een beetje en stapt naar Bent. "Sorry dat ik zo boos werd," zegt Tommy stilletjes. "Sorry dat ik zo met je heb gelachen," antwoordt Bent. Ze geven elkaar een pootje en besluiten dat ze nooit nog met een ander draakje zullen lachen. Zeker niet als hij geen vuur kan spuwen.  

Joni Motmans
0 0

Campingkwellingen

De ene dag sta je zelf te klooien met het opzetten van de caravan, luifel en het inslaan van piketten. De week nadien zit je zichtbaar te genieten van het gesukkel van anderen. Het opzetten van een tent brengt hoorbaar meer gevloek met zich mee dan het waterpas zetten van de caravan, maar dan hangt die verdomde voortent er nog niet aan. Honderden franse en nederlandse scheldwoorden passeren in een uur tijd de revue. Ouders krijgen korte lontjes, kinderen worden ongeduldig en zweetdruppels vloeien rijkelijk. En dan gaat het plots allemaal heel snel, alles is opgesteld, tafels en stoelen worden van een plaatsje voorzien en ouders vinden de rust waar ze naar op zoek waren. Na een uur of twee is het schouwspel voorbij en keert de rust op de camping terug. De kinderen amuseren zich in de speeltuin die ze toevallig tegenkwamen terwijl ze op zoek waren naar het toilet, ouders gaan de camping ontdekken terwijl ze nadenken over wat hun maaltijd van vanavond zal worden. Stilaan wordt het geluid van bierblikjes die geopend worden hoorbaar en komen de wijnglazen tevoorschijn.Net als mama en papa denken te kunnen genieten van hun langverwachte vakantie, komen de kinderen met hun volgende vraag: "wanneer gaan we zwemmen?" Alsof alle ouders hetzelfde idee koesteren, klinkt het overal "vandaag niet. Morgen misschien." De nadruk op 'misschien' is voor de ouders kristalhelder, maar ze zijn er zich terdege van bewust dat dezelfde vraag de komende zes dagen zich dagelijks meermaals zal herhalen?  

Joni Motmans
3 0