Lezen

Hoe "The Karate Kid 2" visionair werd

Eigenlijk ben ik een cynicus van vaste relaties. Wanneer mensen relatieadvies aan me vragen, dan kom ik niet verder dan: “Zoudt ge niet gelukkiger zijn zonder lief?” Ik meen dat ook. Zelfs wanneer ik koppels zie die hun eenheid nog niet in twijfel trekken, is het vooral medelijden dat mij overvalt, bij heel dat complexe rekening houden met elkaar. En ja, bij nieuw gevormde koppels kan ik de bijgedachte niet onderdrukken dat het allemaal gaat eindigen in rampspoed en ellende. Kortstondige verbintenissen, daar geloof ik nog in. Maar als ik zie hoe mensen zichzelf wijsmaken dat ze de ware hebben gevonden, dan heb ik de bijna onbedwingbare neiging om hen op het hart te drukken dat het allemaal net zo snel kan overwaaien als het gekomen is. Kwestie van reeds relatieadvies te geven voor het probleem zich stelt. Je kan maar voorbereid zijn.   Hoe is dat zo gekomen? Nou, voor een deel is het realisme. Levenservaring en weten dat mensen veranderen. Of dat de tijd zorgt dat je dingen aan je partner ontdekt die je steeds meer tegen de borst beginnen te stuiten. Ook het besef dat verliefdheid niet eeuwig is en bij minstens één van de twee van object kan veranderen. Dat is de rationele kant van de zaak. Dat ik emotioneel geen nood heb aan een relatie, zou dat komen door een paar keer gekwetst te zijn? Het zou zomaar kunnen. De keren dat iemand het uitmaakte met mij, dat zal Kirsten geweest zijn in de prille jeugd en Nephastie zoveel jaren later, dat hakte er toen toch in. Dus ja, misschien zit er mezelf indekken tegen mogelijk verlies in. Langs de andere kant voelt het niet zo, het komt op mij meer over alsof ik geen tijd heb én geen behoefte om me te binden aan iemand, en al helemaal niet om dat exclusief met één persoon te doen. Ik ervaar het gemis gewoon niet. ’t Is raar: ik zou zelfs kunnen meedoen aan datingtoestanden, voor het spannende en het leren kennen van nieuw volk en wie weet voor een onverwachte scharrel. Maar tegelijk zou ik daarbij altijd de angst hebben dat er een bleef plakken, die echt iets wil met mij en die ik dan moet kwetsen wanneer ik uitleg dat ik liever lekker op mijn eentje blijf.   Soit, ik kwam op heel die redenering door recent Karate Kid 2 te hebben teruggezien. De eerste keer dat zal decennia geleden geweest zijn in de cinema, in kader van het filmforum, ergens halfweg de middelbare school. Waar ik toen nog in geloofde (ja, nog nooit een lief gehad), was in het vinden van de ware en dat was dan voor altijd. Daardoor voelde ik mij indertijd eerst verrast en daarna bekocht door te zien dat Daniel in de tijd tussen de twee films reeds zijn liefje had omgeruild voor een andere. Nu draaien films toch altijd om het krijgen van het meisje. Zij was het object van zijn dromen. Samen doorzwommen ze verschillende stormen. Aan het eind koos zij voor hem en hij voor haar. Hij won het ultieme gevecht, met de kraanvogel kick. Iedereen pakte elkaar vast en was gelukkig, en die relatie was voor eeuwig!! En dan, één film verder en niet eens een jaar ouder geworden, heeft die gewoon een nieuw lief en wordt er over die vorige niet meer gesproken. Hoe kon dat nu gebeuren?!! It wasn’t supposed to be that way! Het computerde niet in mijn brein. Enfin, ik geloof dat het er bij deze film gewoon aan lag dat de actrice uit de vorige niet meer door de casting was geraakt, en dus rap een ander liefje ten tonele moest worden gevoerd. Anders was onze Daniel er gewoon bij gebleven. Maar kijk, het doorbrak mijn illusies en mijn verwachtingen over de orde in de kosmos, over rechtvaardigheid, mijn geloof in het filmisch universum.   En nu, al die decennia gepasseerd, stel ik vast dat de vluchtigheid en veranderlijkheid van liefde, waarin ik toen niet kon geloven, veel beter aansluit bij het beeld dat ik er vandaag van heb. Weinigen zouden The Karate Kid 2 een visionaire film noemen, maar ongewild is hij dat voor mij geweest.

Pvw
7 0

Schoon, toch?

Er wordt minder getrouwd, of alleszins veel later. In vele gevallen zijn tegenwoordig de eigen dochters en zonen de bruidsmeisjes of bruidsjonkers op het huwelijk van hun ouders. Dat maakt dat de rol van de schoonmama als officiële oma van die kinderen ook dan pas zou beginnen. Het fenomeen van de scheidingen en plusouders maakt dat kinderen in plaats van vier soms wel acht grootouders hebben. Minstens vier van die personen zijn dan moeders. “Wat is schoonmoeder in de taal van jouw vrouwtje, toch niet Bella Mamma?” vraag ik aan Sam, mijn neef die met een Italiaanse is getrouwd.“Suocera”, antwoordt hij, “maar volgens het woordenboek  betekent het woord tevens  zeurkous of bazige vrouw”, voegt hij er lachend aan toe.Als zoon van mijn schoonzus en zwager, was mijn schoonmoeder zaliger zijn grootmoeder.“Hoe was dat nog met oma als jouw schoonmoeder?” repliceert hij.Ik moet even nadenken wat ik aan Sam kwijt wil. Over de enkele keren dat  ik met haar in conflict lag, houd ik wijselijk mijn mond.“Omdat jouw opa Franstalig was werd er regelmatig Frans gesproken. Moeder in het Frans is mère, maar het homoniem mer betekent zee. Als jouw oma wat opgewonden was, zegden wij onder elkaar la mer est agitée aujourd’hui  (de zee is vandaag woelig).“Daarop haalt Sam zijn beste grap boven. Toen hij aan zijn baas zei: “Ik wil graag naar de begrafenis van mijn schoonmoeder”,  antwoordde die:  “Ja, wie wil dat nu niet graag.”Grapjes over de ‘aangetrouwde’ moeders zijn legio.“Wat vond je het grappigst aan jouw belle mère?” vraagt Sam.Ik vertel hem van die keer dat mijn schoonmama klaagde over maagkrampen. Ik had haar toen als digestief een glaasje Jägermeister ingeschonken. Het had blijkbaar geholpen want later vroeg ze mij hoe dat godendrankje weer heette.“Voor haar verjaardag heb ik haar dan een geschenkverpakking aangeboden waarin naast de fles ook twee leuke authentieke Jägermeister schnapsglaasjes zaten.”“Van al mijn schoonzonen, weet jij tenminste wat er goed is voor een mens”, had ze gezegd toen ze me bedankte en omhelsde.“Dus Sam, als je een wit voetje wil halen bij jouw suocera weet je wat je te doen staat, maar ik raad je aan het met een flesje Amaretto te proberen."

Vic de Bourg
19 4

Ik zou (het niet) zeggen

Ze zijn alomtegenwoordig, de ik-zou-zeggers. Het is bijna een plaag. Het aantal groeit dagelijks, net zoals de coloradokevers op het aardappelveld van onze pa in de zomer van 1976. Toen moest vader ook maatregelen nemen. Natuurlijk heb ik het nu niet over het spuiten van biologisch gif zoals op het aardappelveld, maar een waarschuwing lijkt me aangewezen. U gelooft me niet? Een half uur tv kijken volstaat. Dan hebt u een papier vol met streepjes, telkens als er iemand de woorden ‘Ik zou zeggen’ uitspreekt. "Waar maak je je druk over?”, vroeg onze oudste onlangs. “Het klopt gewoon niet”, zei ik. Ik hoorde het mezelf al een beetje luid zeggen. Waarom het niet klopt? Die ‘zou’ wijst op de voorwaardelijke wijs van de zin. Er moet een voorwaarde aan gekoppeld zijn. Zoals in deze zin: “Indien de situatie niet zo dramatisch was, zou ik zeggen dat er alsnog vrede komt.” Maar dat gebeurt niet. Je hoort nu zaken zoals: “Ik zou zeggen, laat het smaken”. Dan heb ik goesting om naar de tv te roepen: “Je zegt het toch. Laat die ‘Ik zou zeggen’ toch weg. Gewoon ‘Laat het smaken’ is ook goed. Waarom doe je dat?” Maar het heeft geen zin om naar de tv te roepen. Eén keer heb ik streepjes gezet. Ik telde er vijftien, uitgesproken door een B&B-uitbater. Hij had zijn B&B beter ‘Bij de ik-zou-zegger’ genoemd in plaats van ‘Bij tante Loes’, want tante Loes was in geen velden of wegen te bekennen. Hij kreeg geen zin gezegd zonder die ‘ik zou zeggen’. We zijn goed op weg om er een nationaal stopzinnetje van te maken, zoals ‘Ja precies’ in Nederland of ‘Ben oui’ in het Frans. Als het niet verbetert, ga ik wel roepen. En een gewaarschuwd man is er twee waard. Of nee, want als die allebei de woorden ‘ik zou zeggen’ in de mond nemen, wordt het nog erger.

Rudi Lavreysen
43 3

Als blaadjes gaan vallen

Maandag 23 september 2024 De herfst is begonnen en brengt weer een zalig seizoen van opschudden, loslaten en wegspoelen met zich mee. Ik ben een ware fan van de herfst. De prachtige kleuren die langzaam in elkaar overvloeien, de frisse druppels aan neuzen na een flinke wandeling, aardse geuren met beloftes tot meer en vruchten die wij in de navolging van de zomer nog mogen ontvangen, verwarmen mijn hart. Toen ik vanochtend een struinwandeling aan het maken was om wat kastanjes te zoeken voor onze creativiteitshoek, maakte ik ook even contact met mijn levensboom. De boodschap had echt niet duidelijker kunnen zijn. ‘Kom. Begin vandaag nog je nieuwe verhaal en maak de stappen zo klein als mogelijk. Enkel dan zul je slagen.’ Nu zit ik hier aan onze stamtafel te typen. Braaf volgend wat de Kastanjeboom mij heeft verteld. Wetend dat je wijsheden vanuit de natuur nooit de wind in terug moet slaan. Vandaag is blijkbaar dé dag. Gisteren was ik er nog niet klaar voor. Morgen is niet het moment. Enkel nu kan ik aanwezig zijn in de stroming van letters naar woorden die op een wonderbaarlijke manier zinnen produceren. Mijn zinnen. Mijn verhaal. Nu dus. Vandaag ben ik 41 jaar, 10 maanden en 10 dagen oud. Ik ben 5 jaar en 1 maand en 10 dagen getrouwd met een lieve, zorgzame en humoristische man. Samen delen wij een dochter van 5 jaar. Al verkondigd ze nu al dat ze echt binnenkort 6 is. Dat duurt nog 3 maanden en 7 dagen. Dan gaat ze groente eten, haar billen zelf afvegen en zelfstandig naar bed. Dat heeft ze in de zomervakantie plechtig belooft. Haar broertje is nu 3 jaar, 7 maanden en 21 dagen oud. Hij volgt graag zijn eigen wil, geeft eindeloos veel kusjes en daagt ons iedere dag opnieuw uit om een consequente ouder te zijn en hem vooral los te laten. Bijzonder tegenstrijdig moet ik eerlijk bekennen. Met een man kwam ook een kat. Die kat zit in de begin fase van dementie, waardoor we regelmatig ons afvragen: ‘Hoe dan?!’  Dat ‘Hoe dan?!’ vragen wij ons trouwens wel vaker af. Het lijkt een beetje ons lijfspreuk te worden in dit chaotische huishouden. Verwondering ligt dagelijks om een hoekje te schuilen en vertelt ons de ‘Zo dus!’ Al vergeten wij af en toe om dat hoekje te kijken en blijven wij een verwondering hangen. Best een interessante plek om te zijn trouwens. Wij wonen in een eengezinswoning waar wij meer huur voor moeten ophoesten dan wij als hypotheek zouden krijgen. Een thuis kunnen wij niet kopen, krom liggen voor alles wat ‘net niet is’ schijnt tegenwoordig heel normaal te zijn in deze maatschappij. Dit huis staat in een stad waar ik eigenlijk niet zou willen wonen, enkel is er tegenwoordig weinig keus betreft de woningmarkt. Dus proberen wij iedere dag weer dankbaar te zijn voor deze plek, die na vijf jaar nog steeds niet aanvoelt als een thuis.  Houd nog even vol met lezen. De laatste paar feiten stromen nu door mijn computer heen, zodat je helemaal op de hoogte bent van het startpunt van mijn nieuwe verhaal.  Mijn gezondheid is niet de beste van de wereld. Nu hoeft dat ook niet. Fitter zou wel mogen. Een paar pondjes minder ook. Die rollen op mijn buik worden wel erg groot en mijn conditie is ver te zoeken.  Hoewel ik op goede dagen van mening ben dat het leven je niet meer geeft dan je kunt dragen, kan ik dat motto op andere dagen ook keihard de deur uitschoppen. Het leven geeft mij namelijk best wel veel. Eens kijken hoe ik dit zo gemakkelijk als mogelijk kan opschrijven… Ik bevind mij momenteel in de herstelfase van burn-out nummer 3. Al begin ik langzaam vraagtekens te zetten bij deze diagnose. Ik zit ook in de pre-overgang, heb dagelijks veel pijn met vage labels en in raptempo komt er steeds meer bij. Die vage labels voelen voor mij overig niet alsof ik voortdurend in de mist loop. Al krijgt brain fog op de meest onwenselijke momenten de microfoon en lijkt mijn zelf op de achtergrond te verdwijnen. Het is allemaal diepgaand uitgeplozen, verklaarbaar en tegelijk nog een grote mysterie. Net als de overgang. Gek dat zoiets fundamenteels zo weinig kennis met zich uitdraagt. Dus mag ik het doen met vage labels, medicatie en ‘het komt vast wel weer goed.’ Hoewel ik mijn gezondheid echt wil verbeteren, zitten hier een heleboel “moeten” in waardoor de opstandige puber in mij geen zin heeft. Mijzelf houden aan een speciaal dieet - waarbij alle levensvreugde volle zaken eruit zijn geschrapt, aldus mijn opstandige puber. Dagelijks bewegen; het liefst wandelen, fietsen, yoga, oefeningen vanuit de fysiotherapie, cardio- & krachttraining. Magnesium voetbadjes, massage van het lichaam, leuke dingen doen die mijn innerlijke rijkdom voeden, ontspanning, medicatie en supplementen innemen, mensen en situaties die mij energie kosten naast mij neer leggen, iedere activiteit afwegen wat het waard is zodat ik mijn grenzen bewaart, mindfulness, meditatie, werken aan mijn triggers ten aanzien van chronische stress, zo min mogelijk schermtijd en een gezonde slaap hygiëne wat inhoudt dat je iedere dag op dezelfde tijd naar bed gaat en zonder onderbrekingen weer opstaat. Het liefst met open raam en zonder telefoon in de slaapkamer. Kijk, het is niet dat ik het niet probeer. Maar je snapt toch wel dat het goed bedoelde gezondheidsadvies met twee kleine kinderen, een huishouden en de man met kat onmogelijk is.  Voordat je denkt: ‘Zou ze dit al geprobeerd hebben?’ houd ik je nu even tegen. Ja, ik heb zowat alles al geprobeerd om mijn levenskwaliteit te verbeteren. Ik ga al jaren drie stappen vooruit en met periodes weer twee grote stappen terug. Heel vermoeiend. Al blijkt deze methode in mijn levenslijn te liggen en kan ik er niks aan doen. Dit is mijn leven. Mijn verhaal en het leven laat mij net zolang leren totdat ik de les door heb. Een opstandige puber heeft hier geen geduld voor. Mijn gezonde volwassenen is dit jojo-effect al een poosje beu.  Dus begin ik vandaag mijn nieuwe verhaal. Met hele kleine haalbare stapjes, om zo tot echte verandering te komen en onderweg mijn levenslessen te incasseren. Verandering begint toch echt bij jezelf…    

Koffieleut
4 0

Allemaal figuren

Cirkels met een begin, maar zonder einde.  Draaien allen tezamen in mijn hoofd.  Als kronkelende monsters boven en beneden.  Ik wil ze sluiten, maar het lukt mij niet.  Ze draaien links, rechts, boven en beneden.  Grijze hoefijzers voor elke prikkel.  Elk geluid en achtergrondgeluid.  Elke stem ver en dichtbij, elke vorm, detail, tekst en kleur.  Komen samen als klank- en lichtspel.  Ik krijg geen cirkel gesloten.  Het blijven kronkelende wormen, grijze hoefijzers die in elkaar verstrengelen.  Laat mij even alleen. Ik moet ze ver weg gaan jagen.  Ze moeten weg. Ze zijn mij te veel.  Elke streling, elk geluid, elke vraag is mij te veel.  Een beetje boosheid nooit geleerd.  Als ik ontplof is alles woede.  Het is niet jou fout. Ik moet mij wapenen tegen al die kronkels, cirkels zonder einde in mijn hoofd.  Het maakt mij zo ontzettend moe. Het kost mij zo verschrikkelijk veel tijd.  Beter alleen de stille strijd. Dan nu een nieuwe lading vragen, woorden, strelingen.  Ik ben in oorlog met de drukke buitenwereld. Laat mij nu even alleen.  Ik heb nood aan rust; geen extra prikkels.  Dan wordt het helemaal te veel. BOEM! Dan ontploft alles in één keer.  Geen boosheid, maar mijn eigen schild.  Ik wil mijn angsten niet tonen en kan dit niet.  Het is ofwel 'geen boosheid' of 'zeer grof geschut'. Ik zou niet weten wat er tussen beiden in bestaan kan.  Ik ben niet kwaad. Ik ben niet triest. Ik wil alleen weer baas zijn in mijn hoofd. Alle losse lijntjes weer eruit.  Ze zijn weer even weg. Ze komen terug. Een nieuwe dag, een nieuwe strijd.     Autisme Storm.  

Autisme Storm
1 0