Lezen

Mijn eerste lijk

'T was op den houtachterop de fietsik telde 4 of 5en van lijken kende ik nog niets ze zeiden het al jaren't is daar een gevaarlijke baangrootmoeder was verwoed aan 't trappenrichting rerum novarumlaan links zag ik het gebeurenmaar kijken mocht ik nieteen meisje en een autoplots had oma veel verdriet veilig thuis aangekomenin de keuken stonden wijwe wisten dat ze het niet gehaald hadmaar het is nu gelukkig voorbij.   Mijn tweede lijk was dichter bij huisik ben een jaar of 20mijn vriendaan een touwop de ganghet rijmen is me intussen vergaan ik kuste zijn koude en dichtgeplakte mondde koelingsmotor begon te brommen, ik schrok opeen trillende dode, terug tot leven gekomenwat een duistere grap ik heb de sleutel om je te bezoekenzolang je daar nog ligtvoor het eerst in je leven in kostuumoh wacht mensen schrijven hun naam in je kistik schrijf je naam op mijn lichaamje bleke wangen als leder opgespannen in een kuilvoor eeuwig door mijn blik gebrand aderen lopen doorheen krijtkleurige oogledenhet verschil tussen dag en nachtzonder een zielgeen electriciteitde stekker eruit een lijf wordt een lijkeen echtgenote wordt een weduweeen lief wordt niets.   Uit mijn derde lijk kwam ik voortmijn opa was mijn enige paje was mijn grootste vijand en beschermerzoals alle mannen in mijn leven dat zouden zijn jouw strijd duurde langmaar onze strijd duurt langerik neem je met me meeen vind het moeilijk om mijn liefde te vinden je bent hier nu niet meer om je te verdedigendus je vrouw mag het weer allemaal oplossenzoals toen je er nog wel waszoals toen jullie verhuisden, weet je nog maar je leerde me veeldat liefde uit plicht niet voldoende voeltdat je alles eerst moet opzoeken in een encylopediedat haar en nagels stinken als je ze bakt in de pandat melk en limonade niet samen smakendat ik geld win als ik raad dat er een stuk zeep in je borstzak zit dat ik niet om hulp mag roepenals er niet echt iets is dat ik mij moet schamen voor alles wat ik benomdat jij je schaamde voor alles wat je wasen niet mocht zijn ik leerde je dat ik van je hou, dat het mij intens verdiet doet te denken dat als ik ooit kinderen krijg ze jou of jullie nooit gekend zullen hebben ik zei dat je mag gaan, ik hou van je, ga maar zonder jouw bescherming ben ik ten prooi gevallenof was het net door wie je wel was, of niet waswie zal het zeggen(mijn psycholoog zal het zeggen) je leerde me dat 'het idee' en 'de idee' allebei correct zijnje leerde me dat ik niet alles weetik leerde dat je heel slim bent, maar ook niet alles weetik leerde dat kanker iemand minder kritisch kan makenik verloor langzaam mijn respect voor jouik ben bang dat dat je pijn heeft gedaan ik begrijp je wel, van waar je komt, wat je smart was, waar je voor vochtdat je van je land, van je volk bent. dat je ons wou beschermenik kan de folklore ervan wel appreciërenmaar het is een andere tijd nuje bent dood nuik hoop dat je ideeën ook langzaam mogen sterven.   Een tijdje lang verlangde ik vurigdat mijn vierde lijk mijn naam zou dragenmijn lichaam zou zijnmaar het gaat beter nu, ik voel me prima nu,ik ben weer tot het leven gekomen laat mijn vierde lijk nog maar even wachtenhet ligt daar goed, zo in de toekomst. Daar heb ik mijn lijken het liefste.

Azertyqwertykiki
6 0

Oranjebloesem

De muren ademen stof achter het gebarsten beton.   Als ik door een gat kijk dat misschien twee dagen geleden een raam was zie ik precies heel de wereld mee ademen.   Zelfs mijn lichaam kan ademen dankzij de scheuren in mijn kleren.    Er loopt een mier op mijn knie.   Ik denk dat het een meisje is, want meestal zijn het de vrouwen die zich moeten verstoppen. Net zoals deze mier zich probeert te verstoppen in mijn kleren.   Hier verstopt iedereen zich, ik hoor een enorme knal, mijn hart tikt sneller dan het aantal ontploffingen per minuut.    Ik hoor iedereen opeens schreeuwen. Het bloed dat langs mijn wang naar beneden glijdt is even op dat moment alles behalve bloed.   Ik kan opeens niet veel meer zien, ik laat mijn fantasie werken tot ik naar beneden zak.   Ik ruik opeens de oranjebloesems van mijn moeder, door de tinteling aan mijn neus kan ik het mij zelfs inbeelden.   Het zwart beeld dat ik zie verandert naar vroeger alsof dit puin er nooit was geweest.   Ik zie het marktkraampje van de oranjebloesems waar een jongen mij elke week een rijpe vrucht aanreikte. Zonder woorden.    Zijn aanraking, zijn blik   De geur die door me heen gaat vult mijn hele lichaam.    Ik hoor iemand tot het gebed oproepen. Ik probeer mijn benen te strekken alsof elke beweging een gebed is.    Als ik mijn ogen probeer te openen zie ik nog steeds niet veel, ik voel de tinteling van mijn huid  Mijn hand verdwijnt in mijn gescheurde t-shirt.   Ik wrijf over me heen alsof ik mezelf troost    Ik voel een vredig gevoel op komen en begin te zakken naar beneden.  Zelfs hier groeit er iets, iets in het donker tussen de ademende muren en de kapotte ramen, iets dat niet te doden valt.   Ik ben hier alleen in een hoekje. Nog aan het nadenken of ik afzie of het gelukkigste moment van de laatste jaren beleef.   Buiten huilt de wind als een kind zonder moeder.    Ik weet dat morgen ruïnes zal meebrengen en de ochtend het puin niet zal meenemen maar vannacht, in deze ademstilte leef ik in een ruimte van verlangen en hoop.    Niet als een meisje dat zich verstopt, maar als iemand die haar eigen lichaam herontdekt, zachtjes, eerbiedig. Als een geheim dat zich langzaam ontvouwt.   De nacht duurt lang. En ik weet: sommige dingen kunnen zelfs oorlog niet vermoorden.               

Azra
9 1