Amarylis

Gebruikersnaam Amarylis

Teksten

Lotta

Ik zeg scalpel, ik zeg compres en jij geeft aan. Je geeft het aardappelmes dat naast ons rust op de kamervloer. Je geeft een vel keukenpapier, opgeplooid tot een vierkant dat net in onze palmen past. Scalpel, herhaal je. Compres, herhaal je. Je herhaalt want het is ernst. Je veegt ingebeeld zweet van mijn voorhoofd. Onze kinderbillen raken elkaar in spanning. Lukt het dokter, vraag je, en ik zeg ja maar misschien lukt het beter met muziek. Je loopt naar de radio en drukt op start. Goed dokter, vraag je en ik knik. We kunnen beginnen, zeg ik.   Ik duw het mes op het poppenbeen. Het geeft amper toe. We zingen mee met de radio. Fluisterend, om haar niet wakker te maken. Ik duw harder. De punt van mijn tong likt concentratie van mijn lippen. Het mespunt verdwijnt in het bovenbeen. Ik ben nerveus, giechel je, je valt uit je rol. Ik niet. Ik trek mes door plastiek. Dat ik alles onder controle heb, verpleegster, zeg ik. En je knikt. Dat het serieus is, zeg ik, dat ze hevig bloedt. Ik neem de rode wasco van je aan en kleur de wonde in. Niet zacht, de wasco spant in mijn vuist en ik druk tot de toppen van mijn vingers wit zien. Je vraagt of ze het zal halen, en ik zeg misschien, maar dan moeten we de hersenen opereren. Moet dat echt dokter, vraag je, en ik zeg ja. En de radio speelt en jij zwijgt. Schaar, zeg ik. Ik steek mijn hand uit maar je geeft niets aan. Ze is mijn favoriete Barbie, fluister je. Ik draai mijn hoofd naar je toe. Dat het hier gaat om leven en dood, zeg ik. De pop zal er niet doorkomen als we de hersenen niet opereren. Dat ik een schaar vroeg, zeg ik. Je geeft me de schaar. Het is je mooiste pop. Je bracht hem mee naar school na de kerstvakantie. Ik had enkel sokken gekregen en een single van B*witched. De radio zwijgt nu ook, we horen enkel het knippen in blonde haren. Ik hoef niet naast me te kijken, ik weet dat je huilt. Ik zet de schaar op het zacht plastic, snij in het hoofd, trek het open. Compres, zeg ik. Je geeft opni keukenpapier aan, ik duw het in de gespleten poppenschedel.   Klaar, zeg ik, ze komt er wel door. Kleed haar aan en laat haar rustig wakker worden, zeg ik. Gaan we nu schommelen? 's Avonds eten we frikandellen want je moeder komt je pas om zeven uur halen. Je hebt geen trek, zeg je, dus ik eet ook de jouwe op.

Amarylis
0 0

Kut Zeg III

De man van drie Duvels    Ik weet niet waarom we het nog doen, maar we gaan eten. Ge vraagt hoe het met me gaat en ik vraag het aan u en we antwoorden allebei even ontwijkend. Ge bestelt een Duvel. En nog een, en nog een. De man in uw hoofd wankelt minder als ge drinkt, denk ik. Daarom drinkt ge, denk ik. En ge praat en ik lach en het kan me niet veel schelen wat ge echt zegt, als ik maar bij u kan zitten. Als ik maar naar u kan kijken. En gij weet het. En gij manipuleert het.   We rekenen af en gaan wandelen- dat doen we wel vaker. Dan legt de man van drie Duvels zijn arm om mijn schouder en wandelt hij me door de stad. Vrolijk en luid. De man van drie Duvels schaamt zich niet om me. En ik glunder en vervloek mezelf. Want ge zijt een smeerlap en ik heb u graag. We wandelen en kopen een fles wijn en wandelen terwijl we die delen. En ik praat en ge lacht en het kan u niet veel schelen wat ik zeg. Als ge maar niet alleen hoeft te zijn.‘Helpt die u?’ vraagt ge, en ik vraag wie.‘De psychologe. Helpt die u?’ Dat vraagt ge wel vaker.‘Ja.’ zeg ik. Ge zoudt willen dat ik nee zeg, dan weet ge de oplossing niet. Dan zijt ge geen man van drieëndertig die de ballen niet heeft om te durven. Om gewoon te durven praten.   ‘Godverdomme’, zegt ge. We gaan zitten op een bankje aan het plein en ge huilt. Als een klein kind. ‘Godverdomme’, zegt ge nog eens. Ge kunt niet meer, zegt ge. Ge wilt niet meer, zegt ge.  Ik trek u tegen me aan. En ik luister. En ik wieg. En ik troost. En ik sus. Dat het wel goed komt. Dat ge er wel raakt. Dat het oké is. ‘Azra,’ zegt ge. Ge zijt snot en slijm, ge zijt alcohol en wanhoop.‘Ge zou de perfecte vrouw voor me zijn.’ zegt ge. Mijn vat op u wordt zachter. Ik kijk u aan en glimlach.‘Ge zou de perfecte vrouw voor me zijn’ zegt ge nog eens. ‘Toch jammer dat ge zo onaantrekkelijk zijt.’

Amarylis
0 0

Kut Zeg II

De man die houdt van eten en meer  Ge had me al half nog voor ge binnenkwam. Want het is zaterdagnacht dus ik dans. Want het is zaterdagnacht dus ik besluit dat het tijd is. Dat ik het zal proberen. Dat ik me nog eens zal openstellen voor een ander. Voor het nieuwe. Dus eerst dans ik alleen en dan dansen we samen. En dan hebt ge me helemaal. Wanneer ge over eten begint. Uit het niets. Alsof ge me kent. Praat over uw liefde voor kaas en olijven, giet er wat drank op en ik kus u. Dat ge na de eerste kus meteen vraagt of ik een lijntje wil doen, ach.  Ge zijt wat enthousiast door gezoen en getast tegen de muur van deze gore tent. Maar ge zijt zeker de slechtste niet. Ge zijt gewoon een eerlijke jongen. Ge zijt een man die van eten houdt en dat schept vertrouwen. Tussen beats en lightshow door praat ge over tapenades, gegrild en schuimpjes. En ik kus u want ge houdt van eten en ik ook. Dat ge na de tweede kus aan vriend één opsomt wat ge vandaag al allemaal hebt geslikt en gesnoven, dat weet ik niet. Want het is zaterdagnacht en ik dans. En als ik jullie zie praten denk ik fijn, hij houdt van eten en van mijn vrienden. Dat zit ook al goed. Dat kan ook al niet meer stuk. Dat ge na de derde kus aan vriend twee zegt dat ge onlangs met een meisje van veertien hebt geslapen, maar dat het oké was want dat ge dacht dat ze ouder was, dat weet ik niet. Want het is zaterdagnacht en ik dans en terwijl ge babbelt met vriend twee zwaait ge en ik zwaai terug.Ge vraagt of ge me morgen moogt bellen. Ik zeg dat het goed is. Want ge houdt van eten en ik ook en ik zie ons al samen. Op een keukenschort na naakt roeren in roomsaus, knabbelen op zelfgemaakt brood. Deze gedeelde liefde voor eten, denk ik, dit is een basis om een huis op te bouwen. ‘Niet meegaan’, roept vriend één als ge om drank gaat. ‘Freak’, roept hij, ‘teveel drugs’, roept hij, ‘veertien jaar- what the fuck’, roept hij. En dan zijt ge terug. ‘Ik wil bovenop u liggen’ fluistert ge in mijn oor ‘straks bij mij thuis’. Ge knipoogt en geeft me een cola. Ik durf er niet van te drinken.  Waar zijt ge, stuurt ge als ik op het toilet zit. Ik vloek. Ik laat mijn cola staan. Ik fiets naar huis.Ge kunt goed kussen, stuurt ge, ‘s morgens als ik al lang slaap.Maar ik ook denk ik, stuurt ge.Knipoog emoticon.

Amarylis
0 0

Kut Zeg I

De man die vriendschappelijk douchet                                                            Ge kon het natuurlijk niet weten. Maar dit hier. Deze nonchalante schoonheid. Dit heeft tijd gekost. Drie verschillende jurkjes voor het goed zat. Zuchtend grijpen naar vet aan onderarm en buik. Dat laatste met twee handen. Opgeven, er in berusten. Want dit is mijn zachtheid. Buik verstoppen, haar opsteken, glimlach roden.   Ge kon het natuurlijk niet weten wanneer ge zegt Ge ziet er weer zo goed uit. Dat kleedje. Uw haar. En ik zeg merci maar muziek overstemt en ge ziet enkel mijn lippen bewegen. En ge glimlacht. En ik ook. En uw ogen glijden over mijn lichaam en schrijven ons geheim op mijn borsten. Op mijn buik. Op mijn billen. En vrienden praten verder en wij praten mee. Drinken bier. Drummen door feestgedruis. Vrienden praten verder en uw vinger volgt mijn ruggengraat. Wanneer niemand het ziet. Ze praten verder en gij fluistert uw lijf in mijn oor. Wanneer niemand het ziet. Ze praten verder en gij legt uw hand op mijn heup. Wanneer niemand het ziet. Als niemand het maar ziet.   Ge kon het natuurlijk niet weten, wanneer ge later op de avond zegt dat ge uw ogen niet van me kon houden. Wanneer ge zegt dat ge me daar en dan zou doen. Wanneer ge me kust. Met aandacht in nek en op ogen. Wanneer ge mijn blik zoekt als ge komt. Wanneer ge uw hoofd begraaft in de buik die ik verafschuw. Wanneer ge zegt dat ge bewondert hoe ik mijn lichaam aanvaard. Wanneer we douchen en inzepen. Wanneer het schuim reist van hoofden langs billen. Wanneer het prikt tot ik de ogen sluit. Wanneer ik me naar u toe buig om zeep van lip te kussen. Wanneer ge u wegtrekt en zegt niet te romantisch doen en zegt dit is gewoon vriendschappelijk.   Ge kon het natuurlijk niet weten. Maar zo werkt het niet, vriend.

Amarylis
0 0

Oude mannen

Ik aanvaard een compliment enkel zonder schroom wanneer het uit de mond van een man boven de zeventig komt. Ik hou van de bijna- vaderlijke manier waarop de bejaarde zijn oppervlakkige opmerking vakkundig in respectvolle woorden verpakt. Alleen het fonkelen van zijn door cataract aangetaste ogen verraden naweeën van de lust die op zijn twintigste door zijn lijf woelde. De gedachte overvalt me wanneer ik met de uitbater van mijn garage keuvel. De oude man heeft tal van en zonen verwekt die de zaak overnemen maar hij sloft toch nog eens graag door zijn imperium van autobanden en benzinegeur. Tussen zijn werkend nageslacht, voorzien van typisch garage-blauwe overallen en tribal tatoeages, kletsen we over de oorlog en hoe de tijd intussen te snel gaat voor hem. Hij is 84, zegt hij, maar de eerste honderd zijn de moeilijkste. Hij knipoogt en ik lach.   Ik denk aan die keer met de man van tachtig. We raken aan de praat op straat, hij nodigt me uit op restaurant en zo geschiedt. Hij haakt zijn arm lachend in de mijne en troont me als een duur geschoten kermisprijs mee  door het etablissement. Zijn hoffelijkheid wisselt soepel af met schunnige opmerkingen en knipoogjes. De man is een meester- verleider. Hij heeft dan ook al 80 jaar ervaring.In de zak die hij bij zich draagt zitten de pantoffels en een vuile pyjama van zijn vrouw. Haar ogen staan vaag en ze kent hem enkel uit beleefdheid. Toch bezoekt hij elke dag. Hij vertelt het me met de rauwe eerlijkheid die alleen oude mensen in zich hebben. Dat soort oud dat de mens wekelijks de balans van zijn omgeving doet opmaken: wie welke dodelijke kwaal heeft, wie het leven opgaf. Dat soort oude mens dat eindelijk groeipijn leert aanvaarden, om dat het ongemak van krimpen. De garagist buigt zich naar me toe om me iets toe te fluisteren. Zijn muffe adem kruipt in mijn neus. Zou het het nestelen van de dood in zijn binnenste zijn dat ik ruik, vraag ik me af. En als dat zo is, hoe zou het dan zijn om met hem te slapen. Om zijn vuur te voelen wanneer ik zijn doven ruik. Deze jonge man in zijn oude huls, die leven spreekt maar dood uitademt: ik zuig zijn verhalen gretig op. Ik hang aan zijn lippen. Er is weinig waar ik meer plezier uit haal dan gedetailleerde bejaardenverhalen. Tenzij misschien een compliment.

Amarylis
0 1

Opleiding

Publicaties

Prijzen