Teksten

klimaatcrisis

Als de geschiedenis van de wereld één jaar is, vind de industriële revolutie plaats anderhalve seconde voor middernacht. Wij zijn middernacht. Op anderhalve seconde tijd zijn we erin geslaagd de aarde zo te veranderen dat er al honderden soorten die samen met ons leefden zijn uitgestorven. Hun pech was dat wij er waren. Op anderhalve seconde tijd hebben we de aarde al 1,2°C opgewarmd. We zijn goed op weg om op anderhalve seconde tijd de aarde volledig te vernietigen.  We zijn goed bezig met op anderhalve seconde tijd onze toekomst te vernietigen. Als we nu niet ingrijpen, is de mensheid gedoemd om op korte termijn uit te sterven. We tekenen onze eigen dood. Onze pech was dat wij er waren.  In de wereldgeschiedenis waren er al vijf massa-extincties, meer dan 75% van alle soorten sterft dan uit. We zijn bezig met een nieuwe massa-extincties te creëren. De eerste niet-natuurlijke. Wij zijn dan verantwoordelijk voor het uitsterven van al deze soorten. Iedereen zit dan op Mars, en op aarde laten we alles en iedereen doodgaan. Bewust! Willen wij deze verantwoordelijkheid dragen? In 1990 wisten we al wat de gevolgen gingen zijn van de klimaatcrisis, en wat hebben we gedaan? Niets! In 1990 verscheen het eerste IPCC-rapport. Het rapport vertelt ons gedetailleerd welk gevolgen dat klimaatverandering heeft op ons, en wat deden we? Niets! Pas in 1997 kwamen de politici samen voor het Kyoto-protocol. Er werden afspraken gemaakt, om de uitstoot van alle landen ze verminderen. Toen duidelijk werd dat de doelen niet gehaald werden, werd de deadline verlengd tot 2020. De doelen werden niet gehaald, en de deadline werd gewoon weer verplaatst. Zo werk het niet. We moeten onze doelen halen tegen de deadline! Als we het niet halen, is onze laatste kans verkeken. Hoe komt het dat er al meer dan 30 jaar door de wetenschap wordt gewaarschuwd voor de klimaatcrisis, en er nog altijd niets aangedaan werd? Het veruit meest voorkomende antwoord is ‘bekijk het niet allemaal zo zwart-wit.’ Dat moeten we wel! Alles is zwart-wit. Vergelijk het met over dun ijs lopen. Het ijs breekt en je zakt erdoor, of het ijs breekt niet en je zakt er niet door. Dat is ook zo met de klimaatcrisis. Hoe warmer we het laten worden, hoe dunner het ijs wordt, hoe meer kans om erdoor te zakken.  Velen van ons hebben al gehoord van de klimaatcrisis. Maar krijgt iedereen wel de juiste info? Weet iedereen wat er gaat gebeuren bij een opwarming van 3,7°C tegen 2100. We zijn daar nu naar op weg. Weet iedereen hoeveel keer vaker we extreem weer krijgen? Weet iedereen hoeveel de zeespiegel dan stijgt? Weet iedereen dan wat de gevolgen zijn? Nee! De optimisten geloven dat de gevolgen overdreven worden, de realisten hebben nood aan hoop. Hoop, vier letters met een enorme betekenis. Maar kan je hoop hebben als je weet hoeveel gevolgen de klimaatcrisis nu al heeft? Kan je hoop hebben als je altijd naar de wetenschap luistert? Misschien moeten we ook eens naar de slachtoffers luisteren. Misschien kunnen we dan onszelf en elkaar dan een beetje hoop geven. Misschien… Als het niet lukt om hoop te krijgen als we met de slachtoffers spreken, gaan we op zijn minst beseffen welke gevolgen onze samenleving heeft op de aarde, en op onze mede-aardbewoners. Dan gaan we beseffen dat we nu actie moeten ondernemen willen we nog iets doen.  Want wij hebben een historische verantwoordelijkheid om de toekomst te redden. Jij en ik hebben die verantwoordelijkheid. Het is nog niet te laat om een ramp te voorkomen, maar dan moeten we nu ingrijpen. Samen kunnen we het onmogelijke bereiken. Maar vergis je niet, niemand anders kan dit doen. Enkel jij en ik. Samen kunnen we de toekomst redden. Onze toekomst.

buitencirkel
0 0

Ramp in de bergen

De deur van mijn huis gaat zoals elke dag op hetzelfde uur open. Elke keer weer geniet ik van het uitzicht: de prachtige groene weides vol met margrietjes, het kabbelende beekje en de mist die als een waas voor de bergen hangt. Enkel de toppen zijn nog zichtbaar. Het zijn net vuurtorens die uitsteken boven een woeste zee. Het beloofd weer een prachtige dag te worden. Zoals dagelijks ga ik naar mijn schapen. Na een hele nacht binnen gezeten te hebben, mogen ze weer vrijuit mekkeren in de frisse berglucht. Ik laat ze los, en ze gaan spontaan naar de plek waar ze altijd naartoe willen. De plek waar het beekje wat groter is.  Vlak bij de vallei. Ik ga zitten op mijn vaste plekje, met Lassie, mijn hond, naast me. Samen kijken we toe hoe de schapen rustig zitten te grazen. Plots springt Lassie recht. Dit is niet van haar gewoonte. Ze richt zich naar de bergen. Ik begin iets te horen. Een geraas. Het wordt luider en luider. Het klinkt alsof regen en gesmolten sneeuw het beekje doen overlopen, en al het water met een stortvloed naar beneden stort. Het geluid van de Victoria Falls maal 10. En dat in mijn eigen kleine dorpje. De schapen hebben het ondertussen ook al gehoord. Ze beginnen in paniek te geraken, en lopen weg, in de richting van de stal. Ik volg de schapen. Lassie volgt ze ook, maar doet niet wat ze moet doen. Ze is in blinde paniek. Ik moet lopen om een beetje te kunnen volgen. Wat doe ik nu? Was het wel verstandig om ze te volgen? Te laat, ik kan niet meer terug. Op de berg waarvan het geluid komt, is een gigantische lawine aan het afkomen. Het is gigantisch, en het gebrul wordt ook alsmaar sterker. Ik hoop echt dat ik het overleef. Nu moet ik echt lopen alsof mijn leven ervan afhangt. ‘Lopen! Lopen!’ Oef, ik bereik op tijd mijn huis. De schapen lopen door, maar ik en Lassie kunnen naar binnen.  We zijn veilig. Gelukkig. Net als ik dat denk zie ik een deel van de lawine het dal instorten. Op het dorp beneden. Hopelijk zijn er geen doden gevallen. De lawine raast door, en komt alsmaar dichterbij. Ik voel me niet veilig. Ik voel me echt niet … ‘Huh, wat doe ik naast mijn bed? Was dit een droom of was dit een voorspelling?’ Ik ga gewoon weer rustig opstaan, en de schapen buitenlaten, zoals elke dag. Ik ga Lassie weer meenemen, zoals elke dag. En we gaan weer op dezelfde plek zitten, zoals elke dag. Naast het kabbelende beekje, tussen de margrieten op het groene veld, met in de verte de bergtoppen die boven de mist uitsteken.

buitencirkel
0 0

(il)legaal homohuwelijk

Er is volk op straat, veel volk. Het lijkt wel alsof heel het land hier plots op straat is gekomen. Of ik nuvoor me kijk, of achter me, overal zie ik mensen. Mensen van allemaal origine. Terwijl ik zo rond mekijk, zag ik je plots. Jij met je hoofddoek aan, die je straks gaat verbranden, jij tussen allemaal anderevrouwen. Achter jou loopt een kind. Een kind van een jaar of tien. Het zou je dochter kunnen zijn.Maar daarvoor ben je nog te jong. Zelfs bij een tienerzwangerschap zou het kind hoogstens een jaarof 7 zijn. Het komt naar je toe, en vraagt je iets. Ik sta te ver van je, en er is te veel lawaai van al deandere betogers, dat ik je niet kan horen. ‘Ow, excuseer.’ Terwijl ik naar jou zit te kijken, botst plots iemand tegen mij. Ik besef maar half dat ikecht zit te staren naar jou, en dat iedereen verder gaat. Langzaamaan kom je dichterbij. Ik zit zo hardnaar jou te staren, dat het opvalt. Je ziet het, en wandelt naar mij. Voor zover dat je het wandelenkunt noemen. In een betoging gaat het nooit vlot. Maar in mijn gedachten sta je onmiddellijk naastme. ‘Is er iets? Je kijkt zo naar me?’ Zeg je. Wat een stem. Ik val in zwijm voor jou. Hopelijk kan ik het eenbeetje verbergen. Op homoseksualiteit staat hier, in Iran, nog altijd de doodstraf. ‘Huh, uh… nee, er isniets,’ antwoord ik. Hopelijk klok de paniek in mijn stem niet hard door. Ik wil namelijk niet dat mijnlaatste uren geslagen hebben. En zeker met al de undercoveragenten van de overheid, weet je nooit.Zelfs tegen mijn verloofde kan ik niets zeggen. Als ik iets te veel zeg, waaruit zou blijken dat ikverliefd op je ben geworden, kan dat onmiddellijk mijn dood betekenen. Maar wat doe ik dan hetbest? Ik kan toch moeilijk heel mijn leven blijven zitten met het idee dat ik elk moment kan wordenopgepakt. Terwijl ik al deze bedenkingen aan het maken ben, wandel je een beetje verder. He! Is dat daar eenstukje zwart haar dat ik zie, onder je blond haar, dat weggestoken zit onder je hoofddoek? Ja hoor.Maar dat betekent dat… Je bent geen vrouw, maar een undercoveragent! En deze betoging wasenkel voor vrouwen! Om jou te ontmaskeren, moet ik rap zijn. Ik neem je hoofddoek en je blondeharen vast, en trek eraan. Hoe kan dat nu? Je bent… mijn verloofde? ‘Sinds wanneer loop je rondverkleed als vrouw op een betoging die enkel voor vrouwen is?’ ‘Wel, ik ben undercoveragent voorde Iraanse overheid. Ik moest infiltreren om zo te achterhalen wie allemaal aanwezig is op dezebetoging.’ Antwoord je op mijn vraag. Nu wordt me wel veel duidelijk. Waarom je altijd weg wastijdens grote gebeurtenissen, waarom ik voor je stem viel, waarom ik je plots herkende, … Het toeval wil, dat we volgende week gaan trouwen. Zo kan ik toch nog, zonder de doodstraf tekrijgen trouwen met ‘de vrouw van op de betoging’. Pff. Wat moet een echt homokoppel toch nietallemaal meemaken in een land zoals Iran.

buitencirkel
5 0