23 oktober 2010
Toen ik voor de tweede keer in mijn leven een pistool tegen mijn hoofd kreeg veranderde alles. Heel even stond de wereld stil om daarna met een donderend geraas in elkaar te klappen.
De grond viel weg onder mijn voeten, de touwtjes boven mij werden doorgeknipt en ik verloor: mijn handtas, onze wagen, mijn job en inkomen. Ik verloor mijn zelfvertrouwen, mijn vertrouwen an sich. Enkel de liefde bleef overeind.
Als je op de grond ligt, zonder zicht op de horizon dan is dat een geweldige kans om jezelf opnieuw op te bouwen. Dat wist ik, maar weten is niet kunnen.
Langzaamaan, stap voor stap, wankel en zwak als een pasgeboren giraffejong, krabbelde ik overeind.
Schrijven helpt, zeggen ze, dus dat deed ik. Ik begon een blog.
En doelbewust noemde ik die: Dingen Die Fijn Zijn.
Mijn blog hielp me het mooie in de kleine wereld rondom mij opnieuw te zien (de grote durfde ik nog niet terug in).
Wie iets wil vertellen moet iets meemaken, dus ging ik op pad met Karel steeds aan mijn hand.
Ik had zo veel angsten te overwinnen, mijn vooruitgang voelde als minuscule babystapjes en dat frustreerde me.
Tot Karel op een dag tegen mij zei: “Jij, jij bent een ‘aarte’ (harde), jou krijgen ze niet klein en dat bewonder ik in jou.”
Die woorden waren als een verrekijker voor mij, ik zag plots alles in perspectief. Van op een afstand kon ik wel de moeilijke weg zien die ik al had afgelegd.
Karel en Dingen Die Fijn Zijn gaven me de moed en de goesting om door te gaan, mijn warme cocon te doorbreken en zelfs af en toe met slappe vleugels al eens een rondje alleen uit te vliegen.
Er was plots een voor- en een na-Els. Die nieuwe Els, Els 2.0, was wie ik echt wou zijn. Eerst bestond ze vooral als virtueel alter-ego. Maar jaar na jaar viel Dingen Die Fijn Zijn meer samen met Els in de echte wereld.
Ik ontdekte dat die Els er mag zijn, met haar vele 'opwijkingen', kleurrijke goestingen en guerrillaneigingen.