Over Ruben Bultinck

Al van jongs af ben ik gepassioneerd door boeken, op mijn negende schreef ik al een kort verhaal op een typemachine. In 2015 studeerde ik af als elektricien en begon mijn carrière als technieker. Maar ik ervoer steeds meer dat de hunkering om te schrijven nooit verdwenen was, vooral toen ik opnieuw enkele korte verhalen had geschreven. Door vzw Creatief Schrijven vond ik de motivatie om eindelijk iets groters te proberen. Inmiddels ben ik al enkele jaren auteur, mijn debuut kwam uit in september 2019 en is getiteld: "Primeur vol gevaar". Momenteel werk ik aan mijn tweede boek en aan een paar nieuwe projecten.

Teksten

Een ode aan de wandeling in het bos

Het geluid van zingende vogels, krakende takken en stromend water. Onverharde grond onder je voeten, met verwilderd gras en hier en daar een paardenbloem of een zoemende bij. Ken je het gevoel? De rust zelve, heerlijk toch. Meer heeft ons hoofd niet nodig om bepaalde zorgen te neutraliseren of soms zelfs uit onverwachte hoek antwoorden tevoorschijn te toveren op moeilijke vragen. Menig schrijvers hebben er al over gefilosofeerd, er gebeurt iets magisch wanneer je vastzit tijdens het schrijven en beslist om de laptop dicht te klappen, de pen neer te leggen en de natuur in te trekken. En eigenlijk is dat niet abnormaal. Het is onze oorsprong, we zijn daar ooit ontstaan en we zijn er nog steeds sterk afhankelijk van. Tussen de planten en de dieren ervaren we weer even de puurheid van wie we zijn zonder al onze materiële waarden en struggels die daarbij komen kijken, maar daarvoor moeten we wel met ontzag om ons heen durven kijken. Hier in Vlaanderen is het niet altijd even evident om een plek te vinden waar je in de directe omgeving geen huizen ziet staan en waar de natuur domineert. Misschien werkt een wandeling door de stad ook, maar ik kan er in elk geval niet over meespreken. De zintuigen moeten volgens mij gevoed worden door datgene wat níet door de mens is gemaakt, door wat al eeuwenlang bestaat en bovendien al bestond voordat er sprake was van de mensheid; wat óns gemaakt heeft. Er is geen betere zalf om de vlies van de ziel te ontdoen van barstjes en droge plekjes. Probeer het maar eens, laat alles liggen en trek je wandelschoenen aan. Zoek een plek waar je door de bomen geen huis meer ziet en snuif de geur op van planten en bloemen. Observeer, doe indrukken op, aanschouw de schoonheid. Voordat je het weet ontpopt er zich een oplossing voor een probleem in je verhaal waar je voordien geen oplossing voor had. Het is niet altijd gegarandeerd, soms kom je tot het besef dat je het gewoon rustiger aan moet doen. Maar geloof me, je komt als een ander mens terug thuis.

Ruben Bultinck
88 0

Klimmen voor de echo

We moeten nog ver klimmen, zie ik als ik naar boven kijk. Het zweet op mijn voorhoofd en de krampen in mijn benen vertellen mij dat ik meer had moeten oefenen. Frederik hangt onder mij, voor hem is dit de eerste keer op een grote berg. Sam en Veerle zijn al bijna op de top, het was hun idee om deze vakantie opnieuw te klimmen, zoals vorig jaar. De stilte onder mij baart mij zorgen. ‘Alles in orde, Frederik?’ roep ik naar beneden. ‘Ja hoor, Erika,’ klinkt het, veel stiller. Ik hoor zijn pikkel steeds weer in de bergwand slaan, minder snel dan mijn tempo. Na een paar keer beslis ik ook minder snel te gaan, om Frederik niet achter te laten, maar ook om mijn benen meer rust te gunnen. Boven mij zie ik alleen nog de voeten van Sam en Veerle, de bergwand gaat steeds minder steil, nog even volhouden. Ze roepen iets naar beneden, klinken enthousiast. Ik versta er niets van en roep: ‘Wat zeggen jullie?’ ‘We zijn er!’ herhalen ze tegelijk. Ik roep een zwakke ‘Super!’ terug terwijl ik afzie met de laatste loodjes. Frederik is intussen iets dichter geraakt, we klimmen aan hetzelfde tempo verder. ‘Wij zijn er ook bijna,’ zeg ik, om hem moed in te spreken. ‘Goed, ik kan niet wachten op de echo die Sam heeft beloofd.’ Dat is waar, Sam beloofde hem de heftigste echo die hij ooit al gehoord had, het zou niets zijn vergeleken met de echo op de kleinere bergen. Na een minuut of vier – de langste minuten, naar mijn gevoel – halen wij ook de top. Sam en Veerle zitten in kleermakerszit te wachten en iets te eten. ‘Smakelijk,’ zeg ik, uitgeput. ‘Dankjewel, en proficiat, jullie hebben dat goed gedaan,’ zegt Sam. Ik glimlach, Frederik ademt hardop, hij heeft het even gehad met al dat klimmen. Sam en Veerle staan op en wachten tot we bij hen zijn. ‘Kom, we gaan naar die rand, daar hoor je de echo het beste,’ zegt Sam, wijzend naar rechts. We lopen samen naar het panorama van bergtoppen en kijken rond. ‘Hallo!’ roept Sam naar de andere bergen. Hij krijgt meermaals antwoord van zichzelf, tot zijn stem stiller en stiller wordt en verdwijnt. Frederik roept hetzelfde, hij luistert gretig naar de luide echo van zijn stem. Ze geven elkaar een high five, Sam had gelijk, ik zie het Frederik zo denken. ‘Ze lijken wel twee jongens van twaalf,’ zegt Veerle geamuseerd. Ik knik, het is echt zo. Voor ons is dit niet de eerste keer op deze berg, we kennen hem al, net als de echo. Maar het was opnieuw de moeite waard om zo hoog te klimmen, alleen al voor het zicht. Ik denk dat Frederik de volgende keer wat sneller zal zijn. Nee, daar ben ik zeker van.

Ruben Bultinck
61 0

Zonsverduistering

‘Wat gaat er juist gebeuren?’ vraag ik aan papa. Hij vertelt dat de maan voor de zon gaat komen, en dat alles even donker wordt. Ik knik en kijk naar buiten, het is nog steeds even helder als daarnet. Over vijf minuten gaan we met ons vieren in de tuin staan, want volgens de weerman op televisie gaat het dan gebeuren. Mama en Elias – mijn jongere broer van zeven – staan samen de afwas te doen van het middageten. Elias staat op een stoel, hij is nog niet groot genoeg voor het aanrecht. Veel zeggen ze niet, ze kijken ongeduldig naar buiten. Papa trekt de kastdeur in de gang open en haalt er vier speciale brillen uit, hij vertelt dat we daarmee naar de zonsverduistering kunnen kijken. Ik zet de bril al eens op mijn hoofd: de woonkamer lijkt plots pikkedonker, ik zie bijna niets. Ik zet hem terug af en glimlach naar papa, want dat doet hij ook naar mij. ‘Kom, we gaan naar buiten, het is bijna zover!’ roept hij plots naar mama en Elias, ik schrik van het volume in zijn stem. Enthousiast wandelen we samen de tuin in. Het lijkt me spannend, zo een zonsverduistering. We zijn opgestaan met de zon, en nu gaat ze even weg. Gelukkig komt ze daarna weer terug, want het zou niet leuk zijn als het voor altijd donker blijft. ‘Marie, ben jij bang?’ vraagt Elias aan mij terwijl we wachten in de tuin. ‘Nee, jij wel?’ vraag ik. Hij schud zijn hoofd, maar de angst in zijn ogen verklapt dat hij liegt. Papa is opgewekt, hij heeft een camera op een statief klaarstaan en sleutelt wat aan de hendels om de zon goed in beeld te krijgen. ‘De zon is al deels afgesneden,’ zegt papa wanneer hij naar het schermpje kijkt. We zetten onze bril op en kijken naar boven, mijn ogen moeten even wennen aan die felle stip in het midden van de hemel. Papa heeft gelijk, er is een stuk weg, bijna een derde. Wachtend op de volledige verduistering kijk ik rond, als enige, want de rest vindt de zon nu veel interessanter. De buurvrouw staat ook in haar tuin te kijken. Haar hond vindt het gras veel leuker, hij rolt naast haar voeten om aandacht te vragen. Het wordt snel donkerder en donkerder, ik begin het koud te krijgen zonder het zonlicht, omhels mezelf om warm te blijven. De stilte die in de straten heerst is onbeschrijfelijk, het enige wat ik hoor zijn de meeuwen aan het strand, enkele straten verder. Het lijkt wel nacht, zo donker is het nu. Een minuut of twee duurt de duisternis, daarna komt het daglicht weer langzaam van achter de maan piepen. Wanneer het voorbij is loopt iedereen naar binnen, ze doen verder met hun leven alsof er niets gebeurd is. Als enige blijf ik in de tuin staan, met de bril nog op. Ik kijk naar boven en glimlach: ‘Welkom terug, zon.’

Ruben Bultinck
28 1

Publicaties

Primeur vol gevaar (avonturenroman)

Prijzen